Margry

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Nederlandse tak van de van oorsprong katholieke Franse en Waalse familie Margry is vooral bekend vanwege de bouwmeesters en architectenbureaus die onder die naam vanaf omstreeks 1865 tot heden in Nederland actief zijn (geweest).

E.J. (Evert) Margry (1841-1891) richtte als eerste een zelfstandig architectenbureau op in Rotterdam. Tevoren had hij ervaring opgedaan bij het bureau van de in Amsterdam gevestigde architect Pierre Cuypers. Evert Margry was daar onder meer de opzichter voor de bouw van Cuypers Dominicuskerk in Alkmaar.

Everts jongere broer, A.A.J. (Albert) Margry (1857-1911) kwam in 1880 bij het bureau werken, tezamen met de geassocieerde architect J.M. Snickers (familie van de (aarts-)bisschop P.M. Snickers). Tot aan zijn dood bleef Evert Margry echter bepalend binnen het bureau. De associatie met Snickers werd in 1908 weer ontbonden. Albert ging daarop alleen verder.

Door Alberts plotselinge dood kort daarop, in 1911, was zijn zoon J.C.F. (Jos) Margry (1888-1982) gedwongen om zijn studie Bouwkunde in Delft te onderbreken en op jonge leeftijd directeur van het architectenbureau en het atelier voor kerkelijke kunst te worden.

In totaal hebben deze bouwmeesters tientallen neogotische, neoromaanse en eclecticistische kerken, pastorieën, gestichten, ziekenhuizen etc. gebouwd, voornamelijk in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant.

Evert Margry was ook actief als restauratiearchitect van een aantal middeleeuwse monumenten (o.a. Zierikzee, St. Lievens Monstertoren; Brouwershaven, N.H. kerk). Verschillende kinderen, klein- en achterkleinkinderen van Jos zijn ook in de architectuur en/of stedenbouw terecht gekomen. Daarnaast is een aantal familieleden bekend geworden via hun (cultuur-) historisch onderzoek en publicaties.