Architect
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Onder architect wordt in het algemeen een ontwerper van gebouwen bedoeld. Vroeger heette dit beroep bouwmeester. De beroepen tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect worden op de respectievelijke pagina's beschreven. Een ontwerper van infrastructuur, bruggen en dergelijke wordt meestal een civiel ingenieur (NL) of Burgerlijk-bouwkundig ingenieur (Vlaanderen) genoemd. Steeds vaker ontstaan er samenwerkingsverbanden tussen bovengenoemde partijen, waardoor enigszins een grensvervaging in de ontwerpende disciplines merkbaar is.
Nauw gerelateerd aan het werk van de architect is dat van de stedenbouwkundige. In Nederland en Vlaanderen genieten zij doorgaans dezelfde basisopleiding en gaat men zich in de laatste fase van de studie pas specialiseren; of men volgt een bijkomende specialisatie na de studie.
Inhoud |
[bewerk] Vakgebied en opleiding
Een 'gewone' architect ontwerpt woningen of utiliteitsgebouwen (kantoren, fabrieken, kerken, sportcentra en dergelijke). Vroeger werd zo'n persoon een bouwmeester genoemd. Hiermee bedrijft een architect architectuur, een toegepaste kunstvorm. Een ontwerp van een architect noemt men wel een architectonisch ontwerp. Woningen die door een architect ontworpen worden, worden door makelaars vaak aangeduid als onder architectuur gebouwd.
[bewerk] Nederland
In Nederland bestaan er meerdere opleidingstrajecten waardoor men in aanmerking kan komen voor inschrijving in het architectenregister waarna men de titel van architect mag voeren:
- via de praktijk (staatsexamen).
- via de Technische Universiteit Delft of de TU Eindhoven leidt op tot de internationaal erkende titel Master of Science in Architecture, wat vroeger bouwkundig ingenieur (ir.) heette.
- via de verschillende Academies van Bouwkunst. (zie Academie van Bouwkunst) Vervolgopleiding na eerst de HTS of Kunstacademie gevolgd te hebben. Na afronding verkrijgt men hier de (internationale) academische titulatuur Master of Architecture.
- als men in één land binnen de EU recht heeft op het uitoefenen van het beroep architect, dan mag men dit beroep in de gehele EU uitoefenen.
[bewerk] Vlaanderen
In Vlaanderen zijn er twee opleidingen (aangevuld met een twee jaar durende stage) die leiden tot de beroepstitel van architect:
- De burgerlijk ingenieur-architect: een universitair geschoolde burgerlijk ingenieur ("ir"). Volgens de nieuwe benaming in het hoger onderwijs: "Master in de ingenieurswetenschappen". Een vijfjarige opleiding, met enkele gemeenschappelijke vakken met de bouwkundig ir; Universiteit Gent; Vrije Universiteit Brussel; Katholieke Universiteit Leuven.
- Een vijfjarige opleiding tot "Master in de architectuur" aan één van de vier architectenscholen (zie ook hogeschool). Deze architectenscholen leiden ook op tot "Master in de interieurarchitectuur".
Een architect kan een ontwerp maken voor nieuwbouw, maar ook voor restauratie of herinrichting van een bestaand gebouw (renovatie).
[bewerk] Bescherming van de beroepstitel
In Nederland mogen alleen personen die zijn ingeschreven in het Architectenregister de beschermde titel architect voeren. Aan de toelating tot het register zijn strenge opleidingseisen verbonden. Als een persoon niet is ingeschreven mag deze persoon volgens de wet op de architectentitel zelfs niet suggereren, dat hij architect is of "architectonisch" of "onder architectuur" werkzaam is. Bijvoorbeeld een IT specialist, die zich architect noemt, zaait niet alleen verwarring, maar hij is ook in overtreding van de wet op de architectentitel.
Daarnaast zijn in Nederland veel architecten aangesloten bij de beroepsorganisatie BNA, de Bond van Nederlandse Architecten. Dit wordt door opdrachtgevers vaak als keurmerk gezien. Inschrijving is niet verplicht, maar brengt voor de architect wel veel voordelen met zich mee.
In België zijn de architecten wettelijk verplicht zich aan te sluiten bij de "Orde van Architecten". Doen ze dat niet, dan kunnen ze geen vergunningsaanvraag indienen voor het bouwen of verbouwen van een woning.
[bewerk] Werkwijze
Gewoonlijk ontvangt de architect een ontwerpopdracht van een opdrachtgever. Dit kan een particuliere opdrachtgever zijn, een woningcorporatie, een gemeentebestuur, een bestuur van een vereniging, stichting of kerk, de directie van een fabriek, bedrijf of onderneming, een overheidsinstantie, en dergelijke.
De architect maakt dan eerst een schetsontwerp met raming van de kosten. Als de opdrachtgever zich daarin kan vinden, maakt hij vervolgens het bestek en de erbij behorende bestektekening. Daarna kan er een openbare of onderhandse aanbesteding plaats vinden. Bij deze twee vormen wordt het werk doorgaans aan de laagste inschrijver gegund: de gunning. Ook kan hij in samenwerking met een aannemer een offerte, een vooropgave (of raming) van de kosten van het bouwproject maken. Als deze wordt goedgekeurd, gaat men verder met het uitwerken van een project. Dit is de meest rechtlijnige vorm van aanbesteden.
Soms vraagt een instantie verschillende architecten een schets van een ontwerp in te leveren op grond van het no cure, no pay principe dat wil zeggen dat als men zich niet geholpen is hoeft men ook niet te betalen (een zogenaamde pitch), waarna een keus gemaakt wordt. Na deze keus volgt de aanbesteding als uitslag voor de winnende architect.
Ook komt het voor dat een aannemer of projectontwikkelaar grond koopt en daarop een eigen bouwproject begint, waarbij hij een architect de ontwerpopdracht geeft. De architect is in principe verantwoordelijk voor de vorm, indeling, constructie, kleur en materiaalkeuze, aan de hand van de financiële, functionele en esthetische eisen en wensen van de opdrachtgever. Door het steeds complexer worden van bouwwerken wordt de lineaire werkwijze steeds minder toegepast. Bij de lineaire werkwijze maakt de architect een ontwerp, laat het daarna verder uitwerken en controleren door bouwkundige adviseurs, waarna het door de aannemer wordt gebouwd. Complexe installatiessystemen, constructiemethoden, toenemende gebouwgrootte en de technische intgratie van de façade vraagt om externe specialisten die de architect al ondersteunen tijdens de ontwerpfase. Ze ontwerpen mee met de architect vanuit de kennis van hun eigen vakgebied. Doordat verscheidene vakdisciplines uit de bouwwereld hun kennis en expertise toepassen tijdens het maken van het ontwerp worden latere onvoorziene kosten voorkomen en ontstaan er in de latere fase minder snel problemen. De hoofdaannemer wacht bijvoorbeeld niet tot de architect het project op zijn bordje serveert, maar praat tijdens het ontwerp al mee over eventuele problemen bij de assemblage van een gebouw. Deze werkwijze heet integraal ontwerpen, en gewoonlijk vormen de opdrachtgever in samenwerking met de architect de projectleiding over dit integrale bouwteam. De taak van de architect is meestal het ontwikkelen van een ontwerpvisie en een ruimtelijk plan en het bewaken van de algehele kwaliteit van het eindproduct door directie te voeren over het bouwteam bestaande uit specialisten (constructeur, bouwfysicus, bouwtechnoloog etc.).
[bewerk] Tekenwerk
Afhankelijk van de grootte van zijn of haar architectenbureau zal de architect zelf al of niet na het schetsontwerp het bestek en de bijbehorende bestektekeningen maken. Daarna volgen besprekingen met de opdrachtgever en aannemer over de wenselijkheid en haalbaarheid van het uitgewerkte plan. Werktekeningen en detailtekeningen van plattegronden, gevels, kozijnen, raam- en deurpartijen worden door tekenaars op zijn bureau gemaakt of uitbesteed aan een tekenaar.
Voor het tekenwerk gebruikt men toegepaste computerprogramma's (CAD). Tot 1980 gebeurde al het tekenwerk met pen, papier, gum en liniaal op de tekentafel. Hiervoor werden speciaal voor dit werk geschikte materialen gebruikt. Ook gebruikte men eenvoudige grafische hulpmiddelen, zoals mallen en arceermiddelen.
Zijn de tekeningen klaar, en zijn er moeilijke technische berekeningen in het ontwerp, dan gaat een kopie van alles naar een constructeur die constructieve aspecten van een bouwwerk, zoals de boogspanning en de draagkracht van muren en kolommen en dergelijke uitrekent, of naar de bouwfysisch adviseur die de thermische, hygrische, akoestische, brandtechnische en energetische aspecten berekent. Voor het verkrijgen van een Nederlandse bouwvergunning moet de draagconstructie door een erkend constructeur zijn nagerekend. Is alles in orde, en is de opdrachtgever tevreden met het ontwerp, dan schrijft de architect het bestek, een vaak stevig boekwerk waarin alle aspecten die bij de bouw aan de orde komen en dus voor de aannemer van belang zijn, minutieus worden uitgewerkt. Hieronder vallen onder andere de te gebruiken materialen, kleuren, maten en wijze van constructie.
[bewerk] Goedkeuring van bouwwerk
Het ontwerp moet niet alleen door de opdrachtgever en constructeur worden goedgekeurd, maar ook door gemeentelijke en overheidsinstanties, zoals bouw- en woningtoezicht. Vooral in Nederland gelden strenge bouwregels (bouwbesluit), bijvoorbeeld voor de hoogte en het aanzicht van het bouwwerk, zoals het bestemmingsplan en de welstandscommissie (ook wel schoonheidcommissie genoemd). Meestal voert de architect hierover zelf de besprekingen. Dikwijls moeten bepaalde aspecten van het ontwerp worden aangepast.
Geven de instanties eenmaal hun fiat, dan kan de aannemer met de bouw beginnen. Tijdens de bouw houden aannemer en architect nauw contact, en een betrokken architect zal regelmatig bij de uitvoering gaan kijken. Daarbij kunnen technische besprekingen plaatsvinden met de opzichter, die namens de architect toeziet op de bouwwerkzaamheden, en eventueel met de uitvoerder, die de verantwoordelijkheid heeft voor het uitvoerend werk namens de aannemer.
Indien bij de opdracht van de architect de directievoering van het bouwproject ook is opgenomen, zal hij zorg moeten dragen voor een goed verloop van deze vergaderingen en de verslaglegging ervan.
Is het bouwwerk gereed, dan vindt de officiële oplevering of overdracht aan de opdrachtgever plaats.
[bewerk] Verdiensten
Wat een architect aan een bouwproject verdient, het ereloon, hangt meestal af van de totale bouwsom. Hij ontvangt daar gewoonlijk een bepaald percentage van. Voor de hoogte van dit percentage bestaan richtlijnen, die vanwege Europese Regelgeving (antikartelvorming) echter geen status meer hebben.
Er is door onder andere BNA een regeling gemaakt waarin de rechtsverhouding tussen architect en opdrachtgever is beschreven, genaamd De Nieuwe Regeling, DNR 2005.
[bewerk] Gerelateerde onderwerpen
[bewerk] Externe links
- Architectenweb, Nederlands portaal voor architecten
- adressen van NL architectenbureaus
- projecten van NL architectenbureaus
- ArchiNed, de architectuursite van Nederland
- adressen van Nederlandse Architecten
- Bond van Nederlandse Architecten
- Belgische Orde van Architecten
- voor Nederland: De Nieuwe Regeling, DNR 2005 (PDF-bestand)