Macedonisch (oudheid)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Oud-Macedonisch is een taal die in de oudheid in Macedonië werd gesproken. Dit was waarschijnlijk een Indo-Europese taal die slechts bekend is uit eigennamen en een paar afzonderlijke woorden. De taal is mogelijk nauw verwant aan het Grieks, maar doordat er zo weinig over bekend is, is een typologische indeling nog moeilijk. Alexander de Grote en zijn directe voorouders spraken deze taal.
De hypothese dat het Macedonisch niet meer dan een afwijkend Oudgrieks dialect was (verwant aan de Dorische dialecten), mag overigens niet zonder meer ter zijde worden geschoven. Vrijwel alle typisch-Macedonische namen, die pas na de veroveringen van Alexander de Grote in de rest van de Griekse wereld gangbaar werden, zijn gemakkelijk uit het Grieks te herleiden. (Philippos= paardenvriend; Kleopatra = meisje met de beroemde vader; Ptolemaios = krijger, Alexander = Alexandros = beschermer van de mannen enz.)
Dit Oud-Macedonisch moet vooral niet verward worden met het moderne Slavisch-Macedonisch, dat in het moderne land Macedonië en omringende landen wordt gesproken en dat een Zuidslavische taal is.
Indo-Europese talen > Kentum-talen > Grieks |
---|
Myceens · Oudgrieks: Dorisch, Arkadisch-Cyprisch, Aeolisch, Ionisch, Attisch en Macedonisch · Koinè-Grieks · Byzantijns Grieks · Nieuwgrieks: Dimotiki, Katharevousa · Modern Grieks |