Landschapschilderkunst
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Landschapschilderkunst is het weergeven van landschappen; bergen, valleien, bomen, rivieren en bossen, als onderdeel van de schilderkunst. De hemel is vrijwel altijd onderdeel van het kunstwerk en de weersgesteldheid is een aspect van de compositie.
Uit de 1ste eeuw zijn Romeinse fresco's van landschappen ter versiering van ruimtes bewaard gebleven in Pompeii en Herculaneum.
Het van het Nederlandse woord landschap afgeleide landscape is in de late 17e eeuw opgenomen in de Engelse taal, (het Duitse 'landschaft is hieraan verwant).
In de vroege 15e eeuw ontstond in Europa de landschapschilderkunst als een op zichzelf staand genre. Veelal als omgeving voor menselijke activiteit met vaak een religieus onderwerp, zoals de Rust tijdens de Vlucht naar Egypte, de Drie Koningen of St. Geronimo in de Woestein.
De Chinese traditionele landschapschilderkunst, waarbij nietige mensfiguurtjes gebruikt worden om de schaalverhouding weer te geven en de kijker als het ware uit te nodigen in het landschap rond te dwalen, ontstond tijdens T'ang periode (618 - 906).
Als voorloper van het Impressionisme ontstond in 1830 de School van Barbizon, welke zich toelegde op het schilderen van landschappen.
[bewerk] Literatuur
- Nils Büttner, "Landscape Painting. A History", New/York/London 2006
- Sharon L. Hirsch, "Landscape: the Grand tradition" (Tentoonstellingscatalogus tekst Dickinson University, online)
[bewerk] Zie ook
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Landscape paintings van Wikimedia Commons. |