Koninklijke Nederlandse Munt
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Koninklijke Nederlandse Munt, gevestigd te Utrecht, is in Nederland, sinds 1807, de enige instantie die muntgeld mag slaan en doen uitgeven. Op 17 september 1806 is, onder het bestuur van koning Lodewijk Napoleon, bij koninklijk decreet no. 18, besloten het slaan en doen uitgeven van Nederlandse munten landelijk te laten plaatsvinden, door deze door één onderneming te laten slaan en te doen uitgeven.
In de Middeleeuwen bezaten vele grote handelssteden hun eigen munthuis. Omdat dit tot administratieve rompslomp leidde, doordat er binnen de Nederlanden diverse soorten valuta bestonden, werd in 1806 besloten het uitgeven van muntgeld landelijk te concentreren. Aanvankelijk zou het Nederlandse Munthuis in Amsterdam worden gevestigd. Echter door het ontbreken van de nodige financiële middelen is het nooit tot een vestiging in Amsterdam gekomen. Het munthuis van Utrecht was destijds het best uitgerust van alle munthuizen in de Nederlanden, en werd daarom aangewezen als vestigingsplaats van het Nederlandse munthuis.
Na de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden, in 1814, werd het bedrijf omgedoopt in 's Rijks Munt. Pas in 1902 kwam het bedrijf onder direct toezicht van het ministerie van Financiën te staan, en in 1912 werd het bedrijf officieel een staatsbedrijf.
Inhoud |
[bewerk] Van 's Rijks Munt naar Koninklijke Nederlandse Munt
Van 1912 tot 1994 was het bedrijf een staatsbedrijf. Sinds 15 juni 1994 is het bedrijf zelfstandig, waarbij de staat 100% aandeelhouder is. Sindsdien heet het bedrijf de Koninklijke Nederlandse Munt en legt het zich mede toe op de commerciële aspecten van de numismatiek c.q. munthandel. De organisatie van de jaarlijkse Dag van de Munt maakt onderdeel uit van deze commerciëlere koers.
[bewerk] Geldmuseum
Sinds de omvangrijke hermuntingen in het midden van de 19e eeuw wordt bij de Munt een ‘munt- en medaillekabinet’ in stand gehouden.
Van ca 1980 tot 2004 was in het gebouw van de Nederlandse Munt Het Nederlands Muntmuseum gevestigd.
In 2004 zijn het Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet, Het Nederlands Muntmuseum en de numismatische sectie van De Nederlandsche Bank gefuseerd tot het Geldmuseum, wederom gevestigd in het gebouw van de Nederlandse Munt.
[bewerk] Buitenlandse munten
De Koninklijke Nederlandse Munt slaat niet alleen de Nederlandse euromunten. Het bedrijf slaat ook voor enkele andere landen munten, bijvoorbeeld voor Suriname, Aruba, de Nederlandse Antillen en (incidenteel) Luxemburg en Slovenië.
[bewerk] Oplagecijfers
De oplagecijfers van de Koninklijke Nederlandse Munt over geheel 2004. In deze cijfers zijn ook de munten opgenomen die het bedrijf heeft geslagen voor Luxemburg.
Productie van euromunten (afgerond in miljoenen stuks)
0,01 | 113,9 |
0,02 | 115,7 |
0,05 | 0,4 |
0,10 | 0,4 |
0,20 | 20,5 |
0,50 | 0,3 |
1,00 | 0,3 |
2,00 | 0,3 |
5,00 | 1,3 |
10,00 | 1,1 |
totaal | 254,2 |
---|