Jules Destrée
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jules Destrée (Marcinelle, 21 augustus 1863 - Brussel, 3 januari 1936) was een Waalse politicus en doctor in de rechten. Hij was actief in de Belgische Werkliedenpartij, de voorloper van de socialistische partij. Hij ging de geschiedenis in met volgende zinsnede uit zijn open brief aan koning Albert I:
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Zijn vader was ingenieur in de chemische industrie in Marcinelle en Couillet en werd later professor. Jules zelf was een begaafd student die al op twintigjarige leeftijd doctor in de rechten werd aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Zijn jongere broer, Olivier-Georges, werd kloosterbroeder, eerst in Maredsous, later in de abdij van Keizersberg in Leuven. Naast zijn werk aan de balie, hing hij graag rond in de artistieke en literaire kringen van zijn tijd. Zo leerde hij de etser Auguste Danse kennen, wiens dochter Marie hij in 1889 huwde.
Hij begon ook aan een politieke carrière, en werd in 1894 als socialist (voor de BWP, Belgische Werkliedenpartij) verkozen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waarin hij tot aan zijn dood zou zetelen.
Hij publiceerde ook vele en uiteenlopende geschriften; naast verhalend proza, politieke en sociale werken ook studies over kunstenaars, waaronder Odilon Redon en Rogier van der Weyden.
[bewerk] Brief aan de Koning, over de scheiding van Vlaanderen en Wallonië
Volgens Destrée bestond België uit twee afzonderlijke entiteiten, Vlaanderen en Wallonië, en was er geen "Belgisch" nationaal gevoel mogelijk. In 1906 verschijnt hierover zijn werk « Une idée qui meurt: la patrie ». In de Revue de Belgique van 15 augustus 1912 verwoordde hij dit in zijn bekende « Lettre au roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre », waarin hij schrijft:
"Il y a en Belgique des Wallons et des Flamands. Il n'y a pas de Belges", wordt tot op heden geciteerd. In tegenstelling tot wat de titel van zijn brief suggereert, pleitte hij niet voor een daadwerkelijke splitsing van België maar voor een soort federale staat; dit in de eerste plaats uit vrees dat het dichtbevolkte Vlaanderen een unitair België zou overheersen.
In deze brief haalt Destrée zwaar uit naar de Vlamingen die hij verwijt de Walen zowat alles ontnomen te hebben. Reeds eind september 1912 schreef Hippoliet Meert, leraar aan het Koninklijk Atheneum van Gent en stichter van het Algemeen Nederlands Verbond, een vlammende reactie op zijn brief, waarin hij punt voor punt de verwijten van Destrée ontkracht. Dit antwoord werd als brochure verspreid op 100.000 exemplaren in het Frans en 30.000 exemplaren in het Nederlands.
[bewerk] Reactie van de Koning
De Koning liet aan zijn secretaris, Jules Ingenbleek, weten dat hij het eens wat met de analyse.
J'ai lu la lettre de Destrée qui, sans conteste, est un littérateur de grand talent. Tout ce qu'il dit est absolument vrai, mais il est non moins vrai que la séparation administrative serait un mal entraînant plus d'inconvénients et de dangers de tout genre que la situation actuelle. — Koning Albert I, als reactie op de open brief van Destrée[1]
|
[bewerk] Verdere carrière
Na de Duitse inval in 1914 ging Jules Destréé, op verzoek van de Belgische regering in ballingschap in Frankrijk. Hij ging de Belgische zaak bepleiten in Londen, Parijs en Rome, en ging ook op diplomatieke zending naar Sint-Petersburg en naar China in 1918.
Van 1919 tot 1921 was hij minister van Kunsten en Wetenschappen. Hij richtte een "Fonds des mieux doués" (Fonds voor de meestbegaafden), om de studies van hoogbegaafde kinderen uit minder begoede families te bekostigen. In 1920 stichtte hij de "Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique" (Koninklijke Academie voor de Franse taal en letterkunde van België).
Hij zou zich tot aan zijn dood blijven inzetten voor de Waalse zaak. In 1923 verliet hij weliswaar de "Assemblée wallonne", waarvan hij in 1912 aan de wieg had gestaan, omdat die te weinig aandacht zou gehad hebben voor de Waalse arbeidersklasse. In 1929 ondertekende hij, samen met Camille Huysmans, het Compromis des Belges. Hierin werd het separatisme veroordeeld, de culturele autonomie van Vlaanderen en Wallonië aanvaard en een grotere autonomie voor gemeenten en provincies voorgesteld. Het Compromis kwam tegemoet aan de eis van Destrée om Vlaanderen tweetalig te houden, naast een eentalig Wallonië.
In 1938 werd het Institut Jules Destrée opgericht om de regionale ontwikkeling van Wallonië te bevorderen. Met zijn nalatenschap is een museum in Charleroi opgericht, Musée Jules Destrée, dat geopend werd in 1988.
[bewerk] Trivia
- Gaston Eyskens zou later de beruchte woorden van Destrée geparafraseerd hebben onder de vorm "Sire, il n'y a plus de Belges" na de eerste stappen in de omvorming van België tot federale staat.
- In 2005 was hij ook één van de kansmakers op de titel De Grootste Belg, maar haalde de uiteindelijke nominatielijst niet en strandde op nr. 62 van diegenen die net buiten de nominatielijst vielen.
[bewerk] Externe links
- Institut Jules-Destrée (destree.org)
- R. V. N., art. Jules Destrée, academiedelitterature.be (2006).
- Jules Destrée en zijn antisemitisme
Bronnen, noten en/of referenties: |
|
Voorganger: Alphonse Harmignie |
Minister van Kunsten en Wetenschappen 1919-1921 |
Opvolger: Xavier Neujean |