Jean Rochefort
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
| Jean Rochefort | |
| Afbeelding gewenst | |
|
|
|
|---|---|
| Volledige naam | Jean Rochefort |
| Geboren | 29 april 1930 |
| Geboorteland | Frankrijk |
 IMDb-profiel |
|
|
|
|
Jean Rochefort (Dinan, Côtes-d'Armor, 29 april 1930) is een Frans acteur.
Jean Rochefort studeerde toneel aan het Centre d'Art Dramatique de la rue Blanche in Parijs. Daarna volgde hij een opleiding aan het Conservatoire National, waar rond die tijd ook Jean-Pierre Marielle en Jean-Paul Belmondo studeerden. Na zijn militaire dienstplicht te hebben vervuld trad hij toe tot het gezelschap Compagnie Grenier Hussenot, waar hij zeven jaar lang deel van uitmaakte. Eind jaren ’50 begon Jean Rochefort zijn carrière als filmacteur, waarbij hij kleine rollen speelde. Gedurende de jaren ’60 speelde hij veel theater waaronder stukken van Harold Pinter, zoals The Collection en The Lover.
Terwijl hij bezig was met de opnames voor het klassieke kostuumdrama Cartouche (1962) ontdekte hij zijn passie voor paarden en de paardensport. Sindsdien heeft hij zich bezig gehouden met het fokken van paarden. Tegenwoordig is hij eigenaar van Le Haras de Villequoy, een beroemde stal. Na Cartouche trad hij op in een andere serie kostuumdrama’s en wel die van Angelique; Angelique Marquise des Anges (1964), Angelique et le Roi (1965), en Merveilleuse Angelique (1965). Jean Paul Belmondo werkte destijds veel samen met regisseur Philippe De Broca, en ook Jean Rochefort speelde regelmatig in deze films.
Aan het eind van de zestiger jaren was Rochefort bekend bij het Franse publiek vanwege zijn rollen in deze films en in komedies. In het begin van de jaren zeventig koos hij echter ook voor het meer alternatieve circuit, en werkte hij samen met Claude Chabrol en Bertrand Tavernier. In 1974 maakte hij Le fantome de la liberté met Luis Buñuel. In de 70’er jaren werkte hij soms ook als regisseur of regie-assistent.
Hij speelde in een paar Europees-Amerikaanse coproducties; American Graffiti (1973) en Who Is Killing the Great Chefs of Europe? (1978) maar wist niet door te breken in de Verenigde Staten.
In 1976 won Jean Rochefort een César voor de beste bijrol in Que la fête commence, en in 1978 voor Le Crabe-tambour. In 1987 begon hij samen te werken met regisseur Patrice Leconte en maakte de film Tandem. In 1992 speelde hij de titelrol in Le mari de la coiffeuse, van dezelfde regisseur, waarmee hij goede kritieken scoorde.
Hij werd verkozen voor de hoofdrol in The Man Who Killed Don Quixote door regisseur Terry Gilliam, maar kreeg een hernia, waardoor de productie werd afgelast. Het mislukken van deze productie werd tenslotte verfilmd in Lost in La Mancha (2002) door regisseurs Keith Fulton en Louis Pepe met Jean Rochefort in een van de hoofdrollen.
Zijn laatste rol speelde hij in de film La Clef, een thriller van regisseur Guillaume Nicloux in 2007.
In 1960 trouwde hij met Alexandra Moscwa met wie hij twee kinderen kreeg, Marie (1962) en Julien (1965).
