Homohuwelijk in Canada
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het homohuwelijk wereldwijd |
Nationaal ingevoerd in: |
Nederland (2001) |
België (2003) |
Spanje (2005) |
Canada (2005) |
Zuid-Afrika (2006) |
Noorwegen (2008) |
Ingevoerd in deelstaten van: |
Verenigde Staten:
Massachusetts (2004) |
Buitenlandse homohuwelijken erkend in: |
Israël (2006) |
Situatie in andere landen of gebieden: |
Ierland |
Californië |
Oregon |
Koninkrijk der Nederlanden |
Het homohuwelijk in Canada werd op 29 juni 2005 federaal gelegaliseerd door het House of Commons (Lagerhuis) door middel van Wet C-38, die door de liberale regering van Paul Martin werd ingediend op 1 februari 2005. Vóór het invoeren van de nationale wetgeving hadden zeven provincies en één territorium het homohuwelijk gelegaliseerd. Op 21 juli werd de wet ook door de senaat goedgekeurd. De sinds 6 februari 2006 aangetreden conservatieve regering heeft aangekondigd te proberen de wet te herroepen.
Deze gebieden waren:
- de provincie Ontario sinds 10 juni 2003;
- de provincie Brits-Columbia sinds 8 juli 2003;
- de provincie Québec sinds 19 maart 2004;
- het Yukon territorium sinds 14 juli 2004;
- de provincie Manitoba sinds 16 september 2004;
- de provincie Nova Scotia sinds 24 september 2004;
- de provincie Saskatchewan sinds 5 november 2004;
- de provincie Newfoundland sinds 21 december 2004;
- de provincie New Brunswick sinds 23 juni 2005.
De provincies Alberta en Prins Edwardeiland, evenals de territoria Nunavut en Northwest Territories hadden niet zelfstandig legalisering ingevoerd. In alle acht gebieden waar wetgeving wel werd aangepast, kwam dit tot stand door rechtszaken die werden aangespannen om het verbod op het homohuwelijk ongrondwettig te verklaren. Homoseksuelen hoefden niet uit één van de gebieden te komen om er te kunnen trouwen.
Hoewel het homohuwelijk legaal is, is de status van homo-echtparen onduidelijk. Grondwet van Canada stelt dat de definitie van het huwelijk door de overheid vastgesteld kan worden; in december 2004 werd dit nog eens bekrachtigd door het Hooggerechtshof van Canada. Totdat het grondwetsamendement werd aangenomen waarin het huwelijk niet meer specifiek wordt genoemd als een verbinding tussen een man en een vrouw, weigerden de vijf overige gebieden het homohuwelijk te erkennen. In de acht provincies en territoria waar het al wel legaal was, was deze definitie van het huwelijke automatisch nietig verklaard. Alberta, New Brunswick, Prince Edward Island, Nunavut en de Northwest Territories stonden op het punt zelf legalisatie in te voeren; alleen de overheid van Alberta was officieel tegen homohuwelijk.
Een peiling in het voorjaar van 2005 wees uit dat Wet C-38, die het homohuwelijk in heel Canada moet legaliseren, op een meerderheid van het parlement kon rekenen. Theoretisch gezien kon ook een wet aangenomen worden die het homohuwelijk expliciet verbiedt, maar deze kans was uiterst klein gezien de huidige samenstelling van het Canadese parlement. De premier van Alberta, Ralph Klein, heeft voorgesteld om de wetgeving via een nationaal referendum te toetsen bij de bevolking, maar alle vier regeringspartijen waren tegen. Wet C-38 werd voor het eerst opgetekend door de minister van justitie in 2003, Martin Cauchon, en bij het Hooggerechtshof gedeponeerd; deze laatste moest bekijken of het trouwen van alleen heteroseksuele koppels ongrondwettelijk was. In de uitspraak van 9 december 2004 oordeelde het hof dat het homohuwelijk niet in strijd was met de grondwet en dus in de (destijds) zeven gebieden voltrokken mocht worden.