Herseninfarct
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts |
Herseninfarct | |
ICD-10 | I63 |
ICD-9 | 436 |
|
Een herseninfarct, in de volksmond ook wel beroerte genoemd, ontstaat door een blokkade van een bloedvat in de hersenen. Een deel van de hersenen komt zonder zuurstof en voedingsstoffen en ondervindt hiervan schade en gaat minder functioneren of sterft af.
Inhoud |
[bewerk] Oorzaken
Herseninfarcten zijn grofweg in te delen in twee soorten:
- Trombo-embolisch
- Bij een embolie is een bloedprop van een ander deel van de slagaderlijke circulatie losgeschoten en is vast komen te zitten in een slagader. Dit kan zijn in de hersenen zelf, maar ook in een ader die bloed naar de hersenen brengt. Als een bloedprop losschiet en een bloedvat in de hersenen blokkeert, ontstaat een infarct. Belangrijkste plaatsen waar de stolsels vandaan komen zijn de halsslagaderen (door aderverkalking aldaar) en het hart (door hartritmestoornissen, vooral bij atriumfibrilleren ('boezemfladderen') en door afwijkingen van de vorm van het hart (bv cardiomyopathie) of de kleppen.
- Atherosclerotisch
- Bij een atherotrombotische of -sclerotische beroerte is aderverkalking de boosdoener. Vetten hebben zich aan de binnenkant van de bloedvaten vastgezet. Hiervan kan een stukje afbreken. Als dit stukje een bloedvat in de hersenen blokkeert treedt een infarct op. Risicofactoren zijn hoge bloeddruk (hypertensie), hoog cholesterolgehalte, hoge leeftijd, familiair voorkomen van hartvaatziekten, overgewicht, roken en suikerziekte (diabetes mellitus).
[bewerk] Diagnostiek
In de acute fase is een CT-scan van de hersenen nodig en voldoende om de oorzaak van de acute neurologische uitval te onderzoeken. Alleen als er twijfel is, kan voor een MRI worden gekozen, maar deze heeft als nadeel dat de beschikbaarheid minder groot is en dat het onderzoek langer duurt. Verder wordt altijd bloed afgenomen, wordt de bloeddruk geregeld gemeten en wordt een hartfilmpje (ECG) gemaakt. In de dagen na de beroerte wordt vaak een echo onderzoek (duplex) van de halsvaten gemaakt om vernauwingen (stenosen) aldaar op te sporen.
[bewerk] Behandeling
Behandeling valt in 2 delen uiteen: directe behandeling van het acute infarct (trombolyse) en secundaire preventie ter voorkoming van nieuwe herseninfarcten en andere hart- en vaatziekten.
[bewerk] Trombolyse
Indien een patiënt met een herseninfarct (ruim) binnen 3 uur in het ziekenhuis aanwezig is en er geen medische bezwaren (contra-indicaties) zijn, kan een directe behandeling worden gegeven om het stolsel te proberen op te lossen. Er wordt dan na de onderzoeken op de spoedeisende hulp direct een medicijn gegeven, binnen 3 uur na ontstaan van de eerste klachten. Dit medicijn (r-tPA, actilyse®) kan helaas bijwerkingen hebben in de vorm van kleine maar ook ernstige bloedingen in de hersenen en elders in het lichaam. Bij elkaar heeft 1 op de 10 mensen baat bij trombolyse, en omdat het om veel herseninfarct patiënten per jaar gaat, is dit op landelijk (en mondiaal) niveau (kosten)effectief.
[bewerk] Secundaire preventie
Onafhankelijk of er nou wel of geen trombolyse is gegeven, zullen alle patiënten een behandeling krijgen ter preventie van nieuwe hart- en vaatziekten en herseninfarcten. Deze bestaat uit leefregels (afvallen, stoppen met roken, gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging en matig met alcoholgebruik) en uit medicijnen. Bijna alle patiënten komen in aanmerking voor bloedverdunners in de vorm van bloedplaatjesremmers (carbasalaatcalcium = Ascal® en dipyridamol = Persantin®). Daarnaast zullen de meeste patiënten medicijnen krijgen om de bloeddruk en het cholesterolgehalte te verlagen, want recent onderzoek heeft laten zien dat ook bij licht verhoogde waarden, het effectief is om deze naar beneden te krijgen. Bij een ernstige vernauwing van de halsslagader aan de kant van het herseninfarct van > 70% kan een operatie worden gedaan (carotisendarterectomie), deze ingreep is veel effectiever voor mannen dan vrouwen om nog onbekende redenen. Als er een specifieke stolselbron uit het hart is, worden meestal sterke bloedverdunners via de trombosedienst gegeven (orale anticoagulantia).
[bewerk] Gevolgen
De gevolgen van een herseninfarct zijn afhankelijk van waar in de hersenen het infarct optreedt en de hoeveelheid hersenweefsel dat beschadigd is. Gevolgen die er onder andere kunnen zijn, zijn: verlamming (meestal halfzijdig), gevoelsstoornissen, gezichtsvelduitval, slikstoornissen, afasie. Deze verschijnselen kunnen ook ontstaan na een hersenbloeding. Ze worden samen beschreven onder de noemer CVA (cerebrovasculair accident). Beroerte is de derde doodsoorzaak in de Westerse wereld, na hartaandoeningen en kanker. Van alle patiënten met een beroerte overlijdt een derde binnen het eerste jaar na de beroerte. Ongeveer 10% van de patiënten krijgt opnieuw een beroerte in de loop van het eerste jaar.
Recent onderzoek laat zien dat 70% van de patiënten na een beroerte last heeft van cognitieve, emotionele en gedragsproblemen. Ongeveer 2 op de 5 patiënten ondervindt als gevolg van de beroerte min of meer ernstige beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten in het dagelijks leven. Beroerte is hiermee een van de belangrijkste oorzaken van invaliditeit.
De gevolgen worden bepaald door de plaats in de hersenen waar een beroerte zich voordoet. In elk deel van de hersenen bevindt zich een ander "regelcentrum" voor bepaalde lichaamsfuncties, emoties en gevoelens. Lichamelijke gevolgen van een beroerte kunnen zijn: éénzijdige verlamming, gedeeltelijke blindheid(hemianopsie), afasie/dysartrie. Naast lichamelijke gevolgen zoals éénzijdige verlammingen, is er vaak sprake van "minder zichtbare" gevolgen, vergeetachtigheid, depressiviteit en gedragsveranderingen.
[bewerk] Bronnen
- Neurologie. A.Hijdra. Elsevier/Bunge
- Handboek cerebrovasculaire aandoeningen. Franke & Limburg. Uitgeverij de Tijdstroom