Haf
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een haf (ook: etang) is een groot strandmeer, direct gelegen aan zee maar daarvan afgesloten door een schoorwal. Het ontstaat gewoonlijk door aanslibbing van zeeklei maar kan ook weer uitspoelen.
Verschil tussen het haf en de lagune is dat in de laatste geen rivier uitmondt.
[bewerk] Haffen aan de Oostzee
|
|
|
|
Locatie | Duitsland / Polen / Rusland |
Zee | Oostzee |
De zuidkust van de Oostzee is de bekendste haffenkust. Van west naar oost liggen hier de volgende drie grote haffen:
- Het Oderhaf, ten noorden van Szczecin bij de Pommerse Bocht, van zee afgesloten door de eilanden Usedom en Wolin, met de monding van de Oder,
- Het Wislahaf (Weichselhaf), ten oosten van Gdansk bij de "Bocht van Gdansk", van zee afgesloten door de Wislaschoorwal (Pools: Mierzeja Wislana, Russisch Baltijskaja Kosa, Duits: Frische Nehrung), met de monding van (een tak van) de Weichsel,
- Het Koerse Haf, tussen Kaliningrad en Klaipėda, van zee afgesloten door de Koerse Schoorwal (Litouws: Kursiu Nerija, Russisch Kurskaja Kosa, Duits: Kurische Nehrung), met de monding van de Memel.
Curiositeit is dat door alle drie deze haffen een staatsgrens loopt.
Kleinere haffen zijn dat van de Warnow bij Rostock en dat van de Recknitz ten oosten daarvan.