Gravettien
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Gravettien, ook Gravettecultuur of Gravettiaan geheten, was een industrie van het boven-paleolithicum in Europa. Het is genoemd naar de typevindplaats La Gravette bij Bayac in de Franse Dordogne en dateert van tussen 28.000 en 22.000 jaar geleden. Het Gravettien is de opvolger van het Aurignacien.De belangrijkste vindplaatsen zijn Centraal-Europa, o.m. te Dolni Vestonice en Willendorf. Vermoedelijk verspreidde de cultuur zich over geheel Europa, inclusief NW-Europa.
Het kenmerkende artefact van de industrie is een kleine puntige kling met een stompe maar rechte achterkant, die bekend staat als de Gravettespits.
Tot de artistieke uitingen behoren de figurines of zg. "Venusbeeldjes", waarvan dateren van het 25e millennium v.Chr., van steen, been of klei. Ze werden vaak gevonden bij resten van bedolven muren. De vindplaatsen zijn verspreid over Spanje, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Slowakije. De industrie had parallellen in Midden-Europa en Rusland. Er zou een verband zijn met de later verschijnende beeldjes van godinvererende samenlevingen in Anatolië, Mesopotamië en de Indusbeschaving.
In het Gravettien-Aurignaciengebied Vestonice werden Venusbeeldjes niet alleen geboetseerd maar ook in een oven gehard. Daar is een zorgvuldig ingericht graf gevonden, waarin een vrouw van rond de veertig jaar ligt opgebaard, versierd met rode oker. Haar schouderbladen waren overdekt met schouderbladbeenderen van een mammoet en er lag gereedschap bij haar. Waarschijnlijk was het een sjamaan.
Onder de organische werktuigen zijn vooral de "bâtons de commondements" opmerkelijk; dit zijn benen of geweien die aan één of beide uiteinden doorboord zijn, en vaak intens versierd.