Gevolgtrekking
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gevolgtrekking is het trekken van conclusies alleen op basis van reeds bestaande kennis. Binnen de wetenschap wordt de gevolgtrekking in verschillende vakken bestudeerd:
- De cognitieve psychologie bestudeert menselijke gevolgtrekking ofwel hoe mensen conclusies trekken.
- De logica bestudeert de wetten van de logische gevolgtrekking.
- De statistiek heeft formele regels ontwikkeld om conclusies te trekken uit kwantitatieve data.
- In de kunstmatige intelligentie ontwikkelen wetenschappers geautomatiseerde besluitvormingssystemen.
[bewerk] Algemeen
Gevolgtrekking beschouwt men in de logica in drie met elkaar samenhangende betekenissen.
- Een gevolgtrekking is ten eerste een taalkundige constructie, dat bestaat uit een opeenvolging van enerzijds een propositie , de premisse of aanname bijvoorbeeld een wetenschappelijke hypothese, en anderzijds een verdere premisse, de conclusie. Een dergelijke samenstelling noemt men een logische inductie of een argument.
- In een tweede geval beschouwt men een gevolgtrekking weer als taalkundige constructie, maar dan alleen de conclusie ofwel de slotzin. In de retorica wordt met het begrip "conclusie" ook wel het afsluitende deel van de voordracht bedoeld.
- Met het gevolgtrekken kan men op de derde plaats ook de menselijke handeling bedoelen, ofwel het komen tot een oordeel op basis van het denken over het bewijs. Deze vorm van gevolgtrekken kan ook uit onbewust of culturele, sociale of religieuze achtergrond uitgevoerd worden.
In de informatica wordt met de gevolgtrekking ook de interferentie in verband gebracht, wat verband houdt met een rechtstreekse vertaling van het Engelse begrip "interference".
[bewerk] Historie
In de geschiedenis van de filosofie vind je in vele culturen al in vroege tijd theoretische beschouwingen over de gevolgtrekking.
In Mesopotamië Esagil-kin-apli's medische Diagnostisch Handboek geschreven in de 11e eeuw voor Christus is gebaseerd op een logische set van axioma's en aannames. Dit werk bevat ook de moderne opvatting, dat men door het onderzoeken en inspecteren van symptomen van een patiënt, het mogelijk is om de ziekte te bepalen, haar oorzaak en verdere ontwikkeling, en de kansen op het herstel van de patiënt.
In China heeft een tijdgenoot van Confucius, genaamd Mozi of "Master Mo", een Mohistische school gesticht, wiens canons handelen over onderwerpen als gevolgtrekking en de voorwaarde om correcte conclusies te trekken. In het bijzonder, is er één school uit het Mohisme voorgekomen, de "School der Namen", die zich verdienstelijk hebben gemaakt met vroeg onderzoek van de formele logica. Zo formuleerde de Chinese filosoof Gongsun Long (ca. 325–250 v. Chr.) de paradox "één en één kunnen niet twee worden, aangezien geen van beide twee wordt".
In de Hindoeïstische filosofie is de Nyaya een filosofische school gebaseerd op de Nyaya Soetra tekst geschreven door Gautama "Akshapada" circa vijfde of vierde eeuw v.Chr. Deze school introduceerde de logica en meent dat juiste kennis voldoende is om bevrijding te verkrijgen. De juiste kennis kan alleen verkregen worden door waarneming, gevolgtrekking, vergelijking en getuigenis. De filosofie van deze school lijkt nog het meest op de Westerse analytische filosofie.
In de Antieke Westerse filosofie gaat het derde werk uit het Organon van Aristoteles de Analytica priora over de opbouw en structuur van redeneringen bestaande uit enige beweringen. Hierin biedt Aristoteles zijn meest bekende bijdrage aan de logica, zijn theorie van de gevolgtrekking, wat traditioneel de syllogisme genoemd wordt.