Geschiedfilosofie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Geschiedfilosofie is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de betekenis die mogelijk kan worden toegekend aan de menselijke geschiedenis. Zij speculeert ook over een mogelijk achterliggend teleologisch principe in deze ontwikkeling: is er een ontwerp, een doel, een richtinggevend beginsel dat deze geschiedenis beheerst?
[bewerk] Haar studieobject
Geschiedfilosofie stelt zichzelf drie vragen:
- Welk is haar passend studieobject: Het individu? De polis (stad)? Het soeverein territorium? De beschaving of de cultuur? Of de gehele menselijke soort?
- Zijn er binnen die menselijke geschiedenis ruime patronen te herkennen? Is er bijvoorbeeld sprake van een patroon van vooruitgang? Of cycli? Of zijn er helemaal geen patronen of cycli, en verloopt de menselijke geschiedenis dus willekeurig en verstoken van om het even welke betekenis?
- Aangenomen dat geschiedenis een doel heeft, wat is dan wel precies dat doel? Gaat het in een positieve of negatieve richting? En wie of wat zit daar dan achter als drijvende kracht?
Geschiedfilosofie mag niet verward worden met historiografie, die als academische discipline de geschiedschrijving bestudeert en zich bezint over de te gebruiken methodes en werkwijzen. Evenmin is ze gelijk aan de geschiedenis van de filosofie, die de evolutie bestudeert van filosofische ideeën.