Geschiedenis van het bibliotheekwezen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit artikel behandelt de Geschiedenis van het bibliotheekwezen van de oudheid tot het heden.
Inhoud |
[bewerk] Oudheid
Bibliotheken zijn bijzonder oude instellingen. Er bestonden al bibliotheken in het oude Sumer.
De bibliotheken waren in de oudheid bijna uitsluitend tempelbibliotheken waar nieuwe 'geestelijken' werden opgeleid om o.a. lezen en schrijven te leren en de koninklijke en tempel-organisatie te kunnen runnen. Deze bibliotheken bestonden uit rekken met kleitabletten, meestal stond op het tablet een verwijzing in welk rek het thuishoorde. Een beroemde bibliotheek met kleitabletten is die van Ebla. Deze is gelukkig in vlammen opgegaan en dat heeft de tabletten gebakken tot vrijwel onvernietigbare bakstenen voorwerpen die nog uitstekend te lezen zijn.
In de Griekse oudheid begonnen filosofen ook privébibliotheken aan te leggen. Vermaard waren de verzamelingen van de staatsman Solon en de filosoof Aristoteles.
Ook in het oude Egypte waren er bibliotheken. De beroemdste daarvan was die van Alexandrië die in de hellenistische periode werd gesticht. De Ptolemaeën hadden tot doel deze verzameling compleet te maken, dat wil zeggen dat zij van alle hun bekende boeken een kopie wilden hebben. Een bekend verhaal is dat elk schip dat aanmeerde in de haven zijn boeken moest afgeven aan de bibliotheek. Dit werd dan gekopieerd en het origineel werd in de Alexandrina bewaard. De reizigers moesten zich tevreden stellen met de kopie. Van de Alexandrina zijn jammer genoeg geen overblijfselen. Hoe deze bibliotheek aan zijn definitieve eind kwam is nog steeds een strijdpunt onder historici. Er zijn verschillende versies hierover in omloop. Al in de Romeinse tijd is er een brand geweest, en toen in de 7e eeuw de Moslims kwamen oordeelde kalief Omar dat als deze boeken hetzelfde vertelden als de koran, ze overbodig waren. Als de boeken iets anders zeiden waren ze onjuist. De boeken - meest papyrusrollen - werden dus, althans volgens deze omstreden legende, vernietigd.
[bewerk] Middeleeuwen
Tijdens de bloeitijd van het Romeinse Rijk waren er in de belangrijkste steden bibliotheken, vaak bij de plaatselijke thermen waar men na de baden zich soms ontspande met het lezen van een stuk literatuur. Naar het schijnt waren er vooral grote bibliotheken in Rome en Carthago maar ook veel kleinere steden beschikten over enige bibliotheken. Vooral Marseille stond bekend als een centrum van beschaving met o.a. bibliotheken waar ook veel Romeinen en geromaniseerde autochtonen uit onze streken zich verder bekwaamden in studie van bv. de Griekse en Latijnse literatuur. Tijdens en na de Grote Volksverhuizing werden veel bibliotheken verwoest zodat in Europa veel kennis verloren ging.
In de islamitische wereld bouwde men doorgaans voort op de traditie van voorafgaande culturen. Zo ontstonden al vroeg nieuwe bibliotheken in Caïro, Bagdad, Kairouan, Granada en Córdoba. In Europa was de belangrijkste bibliotheek in Constantinopel. Voor de rest waren er in Europa eigenlijk alleen kloosterbibliotheken van enige betekenis.
In de Middeleeuwen werden opnieuw enige seculiere bibliotheken gesticht die onderdeel waren van de nieuwe universiteiten in Parijs, Genua en Venetië. Veel verloren gegane kennis kwam via Constantinopel en de Arabieren weer terug naar het noorden. In de Renaissance verspreidde zich allengs weer een intellectuele sfeer over West-Europa. De pausen richtten eind 15e eeuw de Biblioteca Apostolica Vaticana op.
[bewerk] Nieuwe Tijd
Een zeer belangrijke uitvinding was de drukpers die ervoor zorgde dat kennis zich voortaan snel kon verspreiden en vermenigvuldigen. De steeds ingewikkelder wordende maatschappij bevorderde de geletterdheid van steeds meer mensen en hierdoor werd de potentiële markt voor boeken steeds groter. Vanaf het einde van de zestiende eeuw ontstaan er in Europa universiteitsbibliotheken, stadsbibliotheken en andere openbare bibliotheken. Eén van de vroegste openbare bibliotheken is de Biblioteca Angelica te Rome. Hierdoor versnelde zich de ontwikkeling enorm en werd de behoefte aan bibliotheken zo groot dat deze zich als een bosbrand over Europa en vervolgens over de rest van de wereld verspreidden. Vele zaken die tegenwoordig allang vanzelfsprekend zijn voor een universiteitsbibliotheek, werden voor het eerst in praktijk gebracht door de bibliotheek van de Universiteit Leiden, zoals de publicatie van een gedrukte catalogus. Vele bibliotheken uit het bezit van vorsten werden in de 19e eeuw overgenomen door de overheid: zo kwamen bijvoorbeeld de collecties van de hertogen van Beieren terecht in de Bayerische Staatsbibliothek te München, samen met het boekenbezit van vele in 1803 opgeheven kloosters. Tegen 1900 had iedere zichzelf respecterende stad in de westerse wereld een bibliotheek. De grote hoofdsteden en universiteiten hebben bibliotheken met soms miljoenen boeken in hun collecties.
Vanaf het midden van de 19e eeuw begon vanuit Engeland de zegetocht van de openbare bibliotheek. Van oorsprong bedoeld om de arbeidersstand te verheffen, werd de openbare bibliotheek gaandeweg een instrument in de democratisering van de maatschappij. Dit proces vond een hoogtepunt vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen het Unescomanifest de positie van de openbare bibliotheek in een gedemocratiseerde samenleving onderstreepte.
[bewerk] Heden
In de huidige wereld worden de bibliotheken steeds meer centra waar alle informatiestromen geïntegreerd worden en beschikbaar gemaakt voor klanten. De grootste bibliotheken ter wereld, zoals de Library of Congress, de British Library, de Bibliothèque nationale de France en ook de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, werken samen aan het grensoverschrijdend beschrijven, ordenen en ontsluiten van miljoenen publicaties. Ook internet en andere elektronische infrastructuur en media versnellen dit proces van versmelting van informatie. Sommige onderzoekers denken dat dit proces zal leiden tot het ontstaan van een globaal brein dat tenslotte alle menselijke kennis integreert en dat overal ter wereld te raadplegen is.