Filmprojector
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een filmprojector is een optisch apparaat om bewegende afbeeldingen op doorzichtig materiaal, een film, te projecteren op een doek. Een projector bestaat uit een lamp, een aantal lenzen, een sluiter en een mechaniek om de film te transporteren. De sluiter gaat open en dicht in het tempo waar een nieuw beeldje van de film voor de lens komt.
[bewerk] Techniek
De film bestaat uit een aantal beeldjes op een strook. Het beeldje dat geprojecteerd wordt, moet tijdens de projectie in het stilstaan in het projectievenster. Daarna wordt de projector even verduisterd en wordt de film door de grijper een eindje opgeschoven. De film beweegt dus schoksgewijs. Het is echter niet mogelijk de filmspoelen schoksgewijs te laten bewegen (daar zijn ze te zwaar voor) en dus maakt de film boven en onder het projectievenster een lus om de verschillende wijze van bewegen op te vangen.
Voor het verduisteren tijdens het transport wordt vanouds een vlinder gebruikt, dat is een ronddraaiend wiel met gaten. Moderne projectoren hebben een snel knipperende lamp.
Het aantal beeldjes per seconde is meestal 16. Zou men echter met dat tempo projecteren, dan ziet men het beeld hinderlijk flikkeren. De voor de hand liggende oplossing is: meer beeldjes per seconde, maar daar zou veel filmmateriaal voor nodig zijn. In werkelijkheid lost men het probleem op door de lamp vaker te laten knipperen of door de vlinder te laten verduisteren. Het licht wordt dus niet alleen verduisterd terwijl de film getransporteerd wordt, maar ook nog een paar keer terwijl er een enkel beeldje geprojecteerd wordt. Dit snelle geknipper, 48 of 64 keer per seconde, wordt door het meselijk oog niet meer opgemerkt.
