Faience (aardewerk)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Faience is een type aardewerk dat met een ondoorzichtige witte laag geglazuurd is om het op Chinees porselein te laten lijken. Dit glazuur werd voor het eerst in de 9de eeuw in Bagdad ontwikkeld en werd via Spanje en Italië in de rest van Europa geïntroduceerd. Bij twijfel of een stuk keramiek van porselein is of van faience, kan men kijken of er een scherfje af is. Is het keramiek van binnen bruin of beige, dan is het faience. De scherf van porselein is altijd wit.
Het stuk aardewerk wordt eerst gebakken in de oven (bisquit). Vervolgens wordt het overgoten met een glazuur met lood- en tinoxiden en weer gebakken. Bij de tweede baklaag vormen de oxiden een verbinding met het potaschsilicaat in de klei. Hierdoor krijgt het aardewerk een wit uiterlijk. Loodoxiden geven een extra glans. Het aardewerk kan vooraf gedecoreerd worden met een "onderglazuurverf". Deze wordt aangebracht voordat het aardewerk voor de tweede keer gebakken wordt. De schildering versmelt tijdens het bakken met de glazuurlaag en wordt er zo ingebrand. Correcties zijn dan niet meer mogelijk.
In Italië, Frankrijk, Scandinavië en Spanje wordt dit type aardewerk majolica genoemd. In Nederland wordt het Delfts Blauw of delftse faience genoemd. Ook wel Harlings Aardewerk of Makkums. In Engeland wordt hetzelfde type English Delftware genoemd. Het woord faience is afgeleid van Faenza, een plaats in Italië waarvan de pottenbakkerijen in het midden van de vijftiende eeuw internationaal vermaard waren.