Glazuur (aardewerk)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Glazuur is de beschermlaag van gesmolten glas aangebracht op stenen voorwerpen om deze te beschermen of om deze te versieren. Door het glazuren wordt aardwerk ook minder poreus, waardoor het geschikt wordt voor het bewaren van vloeistof. Het glazuur waarmee een voorwerp van klei wordt geglazuurd wordt gemaakt van verschillende chemische stoffen in poedervorm. De hoeveelheid van een bepaalde stof kan de kleur van het glazuur veranderen.
Glazuren kan ook door het in de oven brengen van zout, het zogenaamde zoutglazuur.
Inhoud |
[bewerk] Fabrieksglazuren
Fabrieksglazuren zijn glazuren die op de scherf (het oppervlak, de ondergrond) geen fout meer geven, moleculair dicht van structuur zijn en die bij het aanbrengen altijd overal even dik zijn opgebracht, zodat steeds een constante kwaliteit kan worden gegarandeerd. Dit zijn vaak glazuren die bij sanitair- en grote tegelfabrikanten worden gebruikt, waarvan de receptuur geheim is en die nooit of pas na vele jaren gaat craqueleren.
[bewerk] Nijverheidsglazuren
Dit zijn de glazuren die vaak door de kunstnijverheidsindustrie, de handwerkers zoals pottenbakkers, kunstenaars en kleine tegelfabriekjes zelf gemaakt worden. Deze glazuren worden vaak proefondervindelijk met enige basiskennis samengesteld. Vaak worden pigmenten en andere stoffen toegevoegd om bepaalde effecten te bereiken. Bekende voorbeelden zijn dan raku- craquelé - en kristalglazuren.
De functie van glazuur is:
- het waterdicht maken van het keramisch voorwerp
- het verfraaien van het voorwerp
- het beschermen van het voorwerp tegen invloeden van buitenaf (vuil, zuren)
- de duurzaamheid te verhogen
[bewerk] Stooktemperatuur
We onderscheiden drie temperatuurgebieden die te maken hebben met het moment waarop glazuur smelt en stolt. Niet geheel toevallig houden die verband met de temperatuur waarop ook de onderliggende scherf al dan niet vervormd.
[bewerk] Temperatuurgebied 950º - 1050º
Aardewerk- en rakuglazuren stooktemperatuur 950º tot 1050º. Scherf: aardewerkklei, vaak geel of rood bakkend, neemt water op, vervormd boven 1100º Vindplaatsen, overal ter wereld maar vooral Nederland, Deltagebieden en Australië.
[bewerk] Temperatuurgebied 1180º - 1280
Steengoedglazuren stooktemperatuur tussen 1180º en 1280º. Vaak gebruikte werktemperaturen zijn 1180º en 1250º. Scherf van steengoedklei, een secondaire klei die dichtsintert en daardoor waterdicht is. Vele kleuren, vaak beige of roze. Vervormt bij 1280º tot 1300º Vindplaatsen overal ter wereld maar vooral Groot-Brittannië, Frankrijk, USA, Duitsland.
[bewerk] Temperatuurgebied 1220° - 1300°
Steengoed- en porseleinglazuren tussen 1220° en 1300°. Meestgebruikte werktemperatuur is 1280°. Scherf van porselein, een primaire zuiver witte klei die verglaasd en daardoor waterdicht is. Kleur wit, tegenwoordig ook met kleurtoevoegingen te koop. Vervormd boven 1300°. Vindplaatsen vooral Azië en Japan. Vindplaatsen in Europa: Limoges, Sèvre en Meißen. Europese vindplaatsen minder van kwaliteit.
[bewerk] Typen glazuren
[bewerk] Basisglazuur
Een basisglazuur is een gelijkmatig uitgesmolten, glanzend, helder, lichtdoorlatend glazuur in een van de drie temperatuurgebieden. Alvorens een glazuur te ontwerpen maakt men altijd eerst een basisglazuur en voegt er daarna verschillende kleurcomponenten aan toe.
[bewerk] Matte glazuur
Is een basisglazuur met een glazuurfout die de mattering veroorzaakt. Mattering is in feite kristalvorming en ontstaat vooral tijdens het stollingsproces.
[bewerk] Craquelé (haarscheuren in het glazuur)
Craquelé is een glazuurfout die in artistiek keramische uitingen wordt gezocht om de esthetische kwaliteit. Hij wordt veroorzaakt door het verschil in oppervlakte-spanning van de scherf en die van de glazuur.
[bewerk] Keramiek, keramisch
Keramiek is een verzamelnaam voor alle voorwerpen van gebakken klei in al zijn soorten, in al zijn stooktemperatuurgebieden geglazuurd en ongeglazuurd. Van wc-pot tot standbeeld.
[bewerk] Grondstoffen voor glazuren.
Hoofdgrondstof voor glazuur is net als bij glas, siliciumoxide (SiO2) dat in de mineralen kwarts en zand te vinden is. De samenstelling van glazuur bestaat uit drie groepen oxydes.
- De smeltmiddelen of basegroep b.v. kalium (K), natrium (Na) of lithium (Li). Deze zouten zijn te vinden in veldspaten (een mineraal dat in de natuur voorkomt en wordt gedolven).
- De middengroep of het geraamte, het bindmiddel, meestal aluminiumoxide(Al2O3) wordt aangetroffen in kaolien. Kaolien is een zuivere vorm van porseleinaarde, ook wel Chinaclay genoemd.
- De glasvormers of zuurgroep. De al eerder genoemde siliciumoxide die we in kwarts en zand aantreffen.
[bewerk] Voorbeeld
Als voorbeeld geven we een recept en een chemische formule voor een basisglazuur (dit is een blank ongekleurd glanzend glazuur) voor steengoedklei ter illustratie, bij een smeltpunt van 1180˚
Het recept geeft de gewichtsverhouding van de af te wegen grondstoffen weer. De chemische formule, de Segerformule, geeft de scheikundige samenstelling van zuren, zouten en oxides weer.
[bewerk] Segerformule
smeltmiddelen | samenbinder | glasvormer | |||
---|---|---|---|---|---|
linkergroep | middengroep | rechtergroep | |||
base | Segerformule | zuren | |||
0,13 | K2O | 0,20 | Al2O3 | 1,7 | SiO2 |
0,44 | CaO | 0,33 | B2O3 | ||
0,22 | MgO | ||||
0,11 | BaO | ||||
0,11 | ZnO |
Recept per 100 gram | ||
grondstof | grammen | grammen |
---|---|---|
glanzend | mat | |
kaliveldspaat | 42,03 | 40,56 |
calciumboraat | 14,26 | 13,76 |
dolomiet | 6,94 | 6,7 |
magnesiet | 3,17 | 3,06 |
bariumcarbonaat | 7,43 | 7,17 |
zinkoxide | 3,06 | 2,95 |
kaolien | 6,81 | 25,36 |
kwarts | 16,30 | 0,44 |
[bewerk] zie ook