Drijvende kerncentrale
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een drijvende kerncentrale is een nieuw type kleine kerncentrale, waarvan momenteel de eerste wordt gebouwd in Rusland. De drijvende kerncentrale worden door Rosenergoatom en het Federaal Agentschap voor Kernenergie (Minatom) gezien als een oplossing voor de levering van energie aan afgelegen gebieden in het arctisch gebied van Rusland en als een mogelijkheid voor het ontzilten van zeewater voor de drinkwatervoorziening, als hulp bij noodsituaties in rampgebieden en voor tijdelijke grote bouwprojecten.
De 1 of meerdere KLT-40 NSSS-kernreactoren op de drijvende kerncentrales moeten net als de atoomijsbrekers, die in het verleden soms werden ingezet voor de stroomvoorziening voor afgelegen plaatsen aan zee, op HEU ("zwaar verrijkt uranium") gaan draaien.
[bewerk] Ontwikkelingen
De eerste drijvende kerncentrale is momenteel in aanbouw in de Russische marinehaven Severodvinsk voor de energievoorziening van de scheepswerven van Sevmasj en moet volgens de planning gereedkomen in 2010.[1] Deze kerncentrale is een van de twee die gepland zijn voor de haven. De beide kerncentrales moeten omgerekend 100 tot 120 miljoen dollar gaan kosten.[2] Andere kerncentrales kunnen echter duurder uitvallen door hogere constructiekosten in andere havens en doordat sommige plaatsen erg afgelegen liggen, waardoor de transportkosten hoger uitvallen.
Eerder, in 1997, werd aangekondigd dat de haven van Pevek in het noordoostelijke Tsjoekotka een drijvende kerncentrale zou krijgen, ter vervanging van de kerncentrale Bilibino, waarvan de reactoren tegen het einde van hun technische levensduur zouden aanlopen in 2007.[3] Dit project werd in 2001 stopgezet, volgens de autoriteiten tijdelijk, totdat de regio in staat zou zijn om de energie te betalen.[4] In 2001 werd tevens bekend gemaakt dat er in totaal 11 drijvende kerncentrales zijn gepland in de volgende havens:
- Severodvinsk (oblast Archangelsk, Europees Rusland);
- Viljoetsjinsk (in de Avatsjabaai, kraj Kamtsjatka, RVO);
- Sovjetskaja gavan (kraj Chabarovsk, RVO);
- Nachodka (kraj Primorski, RVO);
- Roednaja Pristan (kraj Primorski, RVO);
- Nikolajevsk aan de Amoer (aan de monding van de Amoer, kraj Chabarovsk, RVO);
- Olga (kraj Primorski, RVO)
- Doedinka (aan de monding van de Jenisej, vm. autonoom district Tajmyr, kraj Krasnojarsk, Noord-Siberië)
- Onega (oblast Archangelsk, Europees Rusland)
- Toeroechansk - op de locatie van de waterkrachtcentrale (aan de Jenisej, kraj Krasnojarsk, Midden-Siberië)
Aan het type wordt door Russische overheidsfunctionarissen een groot exportpotentieel toegedacht.
De bouw van de eerste drijvende kerncentrale begon op 15 april 2007.[5]
[bewerk] Bezwaren
Door natuurbeschermers wordt de angst geuit dat de kerncentrales een makkelijk doelwit kunnen worden van terroristische aanslagen. Ook wordt door hen gevreesd voor de vervuiling van de kwetsbare Noordelijke IJszee als gevolg van mogelijke toekomstige ongelukken. Volgens Charles Digges van de Noorse natuurbeschermingsorganisatie Bellona Foundation, is er het gevaar dat de kerncentrales zullen zinken, of dat er iets met de kerncentrales kan gebeuren bij het vervoer over water van de constructielocatie naar de uiteindelijke ligplaats. Door minister Sergej Kirienko werden deze bezwaren echter afgedaan met de verklaring dat Rusland meer ervaring heeft met het bouwen van kerncentrales dan welk land dan ook.[1]
Bronnen, noten en/of referenties: |
|