Derde klas
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Derde klas was vroeger de gebruikelijkste comfortklasse in het openbaar vervoer, vooral in treinen. In tegenstelling tot de meer comfortabele tweede en eerste klas waar beklede banken waren, zaten de reizigers in de derde klas meestal op houten banken. Bij moderner materieel werden dit beklede banken.
In 1951 besloot de UIC dat de oude eerste klas moest worden afgeschaft. Ogenschijnlijk heeft daarna een herklassering plaatsgevonden waardoor de derde klasse verdween. In werkelijkheid is het meer een 'verhangen' van de bordjes geweest. Per 3 juni 1956 werd (op voordracht dus van de UIC) de eerste klasse afgeschaft en de daarop volgende klasses 'opgewaardeerd', zodat de tweede klasse de eerste klas werd en de derde klasse in tweede klas werd gewijzigd.
Hoewel bij de rijtuigaanduiding de A, B en C de klasse aangeeft verdween de C en kennen we alleen nog A- en B-rijtuigen (ook half/half de zogenoemde AB- of BD-rijtuigen, waarbij de D de bagageafdeling aangeeft). Dit geldt zowel voor getrokken materieel als voor rijtuigen die onderdeel zijn van treinstellen.
[bewerk] Vierde klasse
In Pruisen en bij de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) heeft in het begin van de 20e eeuw nog een vierde klasse bestaan. Deze werd toegepast in rijtuigen voor arbeidersvervoer waarin slechts primitieve houten langsbanken aanwezig waren.
