Deme (bestuur)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deme (Oud-Grieks: δῆμος / dêmos = "volk") was in het antieke Attika de technische term voor een woonkern, vergelijkbaar met onze gemeente.
Bij de democratische hervormingen van Clisthenes werd de deme tot grondslag van de politieke structuur van de Atheense staat. Voor meer uitleg: zie onder democratische hervormingen van Clisthenes. Sinds Clisthenes bezat elke deme ook plaatselijke autonomie, met eigen grondgebied, financiën, eredienst en bevolkingsregister, én een eigen δήμαρχος / dêmarchos (letterlijk: "leider van de dême", vaak (anachronistisch) vertaald als burgemeester).
Op het burgerrecht van de deme berustte ook het Attische burgerrecht. Aan de naam van iedere burger werd een adjectief toegevoegd dat dat de deme van zijn geboorte of afkomst aangaf (vb.Δημοσθένης Παιανιεύς / Dêmosthénês Paianieús = Demosthenes van Paiania).
Het aantal en de grenzen van de Attische demen waren in de loop van de eeuwen aan veel wisselingen onderhevig. Oorspronkelijk zouden er 100 zijn geweest, maar Strabo stelt hun aantal op 174 in de 1e eeuw v.Chr.
Soortgelijke demen als in Attika treft men ook aan in andere Griekse stadsstaten, vaak onder invloed en naar het voorbeeld van de Atheene staatsinrichting. Ook in het moderne Griekenland is "δῆμος/ dimos nog steeds de naam voor "gemeente"; de burgemeester heet er nog steeds δήμαρχος / dimarchos, en het gemeentehuis heet δημαρχείον / dimarchion.
[bewerk] Zie ook
| Zie ook |
|---|
|
|
