De vreemdeling
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De vreemdeling (L'Étranger) is een roman van Albert Camus. De eerste druk verscheen in 1942 bij uitgeverij Gallimard. In 1967 maakte Luchino Visconti een verfilming. De roman wordt in het algemeen gezien als een existentialistische parabel.
Inhoud |
[bewerk] Samenvatting
De hoofdpersoon, Meursault, is een in zichzelf gekeerde, wereldvreemde man die een moord pleegt waarvoor hij ter dood wordt veroordeeld. In het eerste deel - dat vanuit het pespectief van Meursault wordt verteld (hij is de ik-figuur) komen aan bod wat voorafging aan de moord en de moord zelf.
Meursault is kantoorbediende bij een rederij. Als hij bericht krijgt van de dood van zijn moeder, keert hij terug naar het dorp waar zij in een tehuis woonde. Tijdens de begrafenis toont hij geen verdriet, noch betrokkenheid. Hij blijkt een man zonder ambitie, zonder emotionele betrokkenheid bij anderen en volstrekt onverschillig tegenover het leven. Voor Meursault staat geluk gelijk aan een routinematig bestaan dat vrij is van veranderingen. Hij ontmoet Marie, een vrouw op wie hij ooit verliefd was. De dag na de begrafenis begint hij met haar een relatie.
Buurman Raymond Sintès, die er van wordt verdacht een pooier te zijn, dringt zijn vriendschap aan Meursault op. Sintès heeft een maîtresse die hij met hulp van Meursault een vuile streek levert. Haar broer zweert wraak. Wanneer Meursault, Marie en Sintès op het strand het pad kruisen van de broer en diens vrienden ontstaat een vechtpartij. Wanneer Meursault terugkeert (met het pistool van Sintès) komt hij weer de broer (een arabier) tegen. Door de hitte van dat moment en een verdachte beweging van de ander trekt hij het pistool en vuurt op de man. Achteraf schiet hij hem nog vier maal.
Het tweede deel van de roman behandelt de berechting van Meursault. In het proces lijkt niet zozeer de moord zelf centraal te staan (het betrof ‘slechts een Arabier’) maar de vraag of Meursault in staat is berouw te tonen. Het feit dat hij geen verdriet toonde bij het overlijden van zijn moeder en dat hij zo kort na de begrafenis een relatie begon maken hem verdacht. Dat hem verweten wordt goddeloos te zijn raakt hem niet, gedurende het hele proces voert hij niets aan ter verdediging. Uiteindelijk wordt zijn gebrek aan berouw en schijnbare gevoelloosheid hem zwaar aangerekend, hij wordt ter dood veroordeeld.
In de dodencel krijgt Meursault bezoek van een aalmoezenier die tracht hem te bekeren. Meursault ontsteekt hierop in woede, waarna hij zich lijkt te verzoenen met zijn lot. Voor het eerst staat hij open voor de tedere onverschilligheid van de wereld en zijn dood zal het hoogtepunt worden van zijn absurde bestaan.
[bewerk] Achtergronden
Albert Camus behoorde tot de schrijvers die het existentialisme omarmden. Maar later ontwikkelde Camus een eigen visie op de zin van het bestaan (of precieser: het ontbreken daarvan). Deze visie, die absurdisme wordt genoemd bracht Camus voor het eerst tot uitdrukking in De Mythe van Sisyphus.
Waar het existentialisme nog een heldenrol voor de mens ziet weggelegd als hij boven zichzelf uitstijgt, onafhankelijk en zonder verantwoording te moeten afleggen werkelijk existeert, is in het absurdisme de held iemand die de - absurde- zinloosheid van het leven neemt voor wat die is en desondanks de wil heeft om verder te leven. Dit thema vormt het filosofische kader waarin De Vreemdeling zich afspeelt.
Meursault is emotioneel onafhankelijk en vrij, hij treurt niet om zijn moeder die in zijn ogen ontsnapt is aan de absurditeit van het bestaan. Maar werkelijke vrijheid kent hij niet. Hij zit opgesloten in onbegrip en later wordt hem in zijn cel ook de fysieke vrijheid ontnomen. Bij het naderen van zijn dood ziet hij echter de gelegenheid ontstaan werkelijk vrij te zijn door - hoe tegenstrijdig ook - de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven te nemen. Hij hoopt dan ook vurig dat zijn executie door veel mensen zal worden bijgewoond, opdat zijn heldendom niet onopgemerkt voorbijgaat.
Meursault is allerminst een immorele of onrechtvaardige man. Hij beschouwt het als immoreel wanneer hij zijn lot zou ontlopen door zichzelf anders voor te doen dan hij werkelijk is. En zijn gevoel voor waarheid en rechtvaardigheid noodzaken hem niet toe te geven aan de dwang tot het tonen van berouw. Hij voelt geen berouw en sterft liever dan daarover te liegen.
Meursault was, net Albert Camus zelf, een pied-noir, een 'zwartvoet', oftewel iemand van Europese (Franse) afkomst die leefde in de Franse kolonies in Noord-Afrika. In die zin was hij letterlijk een vreemdeling. Maar ook zijn positie als de onbegrepen held maken hem vreemd.
[bewerk] Literatuur
- Camus, A., De vreemdeling, (trans.:Morriën, A., De Bezige Bij, Amsterdam, 1e druk 1949 - 27e druk 2004.