De trullenhoedster (stripverhaal)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Heer Bommel en de trullenhoedster (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De trullenhoedster) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 6 september 1966 en liep tot 5 december van dat jaar.

Dit verhaal is in 1997 bewerkt tot musical en uitgevoerd door Opus One.

[bewerk] Het verhaal

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.

In het Donkere Bomen Bos woont een oude heks met haar dochtertje Ivy. Om haar opvoeding te ontlasten neemt Hocus Pas het kind onder zijn hoede en voedt haar op in de zwarte kunsten...

Op zekere dag ontwaart markies de Canteclaer een eenzame poort op de heide. Hij ziet de fraaie Ivy erdoor verdwijnen maar begrijpt niet wat er aan de hand is. Opgelaten doet hij zijn verhaal in de Kleine Club en wekt zo de nieuwsgierigheid van alle clubleden.

Heer Ollie is ook nieuwsgierig, maar Doddeltje is al wezen kijken en verbiedt hem er verder heen te gaan. Bovendien heeft hij al gauw wat anders aan zijn hoofd, want Joost verdwijnt plotseling na een avondverlof. Ook de markies ondergaat dat lot na een hernieuwd bezoek aan de poort. Heer Ollie ontmoet kort hierna toevallig Ivy, die een hondachtig diertje uitlaat. Het blijkt een trul te zijn.

Nog onbewust van de verdwijningen worden op initiatief van de Kleine Club Hocus Pas en zijn aangenomen dochter uitgenodigd om kennis te maken. Tom Poes weet te voorkomen dat zijn vriend ook naar het feestje gaat. Dat heeft zo'n succes dat alle belangrijke Rommeldammers de volgende dag persoonlijk op bezoek gaan bij de poort, waarna ook zij spoorloos verdwijnen. Alleen Dorknoper houdt het hoofd, dankzij een waarschuwing van Tom Poes, koel en reorganiseert het stadsbestuur zodanig dat hij en enkele vrouwen de macht hebben. Vanaf dat moment worden mannen niet meer toegelaten bij de poort.

Ivy heeft ondertussen een hele kudde trullen opgebouwd en heer Ollie weet eindelijk aan de oplettende blik van Doddeltje te ontsnappen om de misstand te bestrijden: hij blaast, als vrouw verkleed, met dynamiet de poort op. Hiermee is de bescherming van de trullenkudde verdwenen, maar de barmhartige heer leidt Ivy en de beesten naar Bommelstein, waar zij de slacht af zullen wachten.

Tom Poes heeft een vreselijk vermoeden over wat er aan de hand is, maar dankzij botanisch onderzoek van professor Prlwytzkofsky ontdekt hij de waarde van droeselkruid, dat ineens niet meer op de heide groeit, en hij gaat dit in het Donkere Bomen Bos verzamelen. Op zijn pad komt hij bij het huisje van de heks terecht, die hem onbedoeld aan een grote zak vol helpt. Hiermee voedt hij de trullen in Bommelstein, zodat ze uitgroeien tot de verdwenen Rommeldammers en wel net voordat Hocus Pas met zijn veewagen komt om de dieren te slachten om zijn honger naar levenskracht te stillen.