De bevrijding van Sollidee
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Heer Bommel en de bevrijding van Sollidee (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot De bevrijding van Sollidee) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 9 april 1968 en liep tot 6 juli van dat jaar.
[bewerk] Het verhaal
De Albatros krijgt twee verstekelingen van het eiland Sollidee aan boord. Heer Ollie, die onzacht kennismaakt met de van het schip afgeworpen heer en mevrouw Lasido, besluit hun overtocht te betalen en wanneer hij hun verhaal over Sollidee hoort, gaan hij en Tom Poes ook mee om de misstand te bestrijden.
Sollidee is een eiland waar veel honger en armoede heerst en dat is allemaal de schuld van de Slechten, die het de Goeden onmogelijk maken om iets op te bouwen. Alleen is het niet helemaal duidelijk wie nu precies de Goeden en wie de Slechten zijn. Heer Ollie weet het ook niet meer, maar elders op het eiland blijkt de situatie geheel anders: een stuwdam sluit daar een rijk en vruchtbaar deel af. Het leger hier noemt zichzelf de Goeden en met een bom willen ze de Slechten uitschakelen. Heer Ollie gaat ze helpen, maar dat komt hem, wegens spionage, op een tewerkstelling te staan in een mijn.
Tom Poes weet, verkleed als Slechte - of is het toch een Goede? - zijn vriend los te krijgen, maar deze actie is wel de oorzaak van de oorlog tussen de Goeden en de Slechten, die hierna uitbreekt. Hij besluit dan de niet ontplofte bom te gebruiken om de stuwdam te vernietigen. Hierdoor worden niet alleen de strijdenden weggespoeld, ook wordt de welvaart op het eiland weer gelijk verdeeld.
Heer Ollie wordt dankzij deze list in de krant als de heldhaftige bevrijder van Sollidee omschreven.
| Voorganger: De hupbloemerij |
Bommelsaga 9 april 1968 - 6 juli 1968 |
Opvolger: De Viridiaan-dinges |
