Consumptiemaatschappij
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een consumptiemaatschappij is een samenleving waar vrije tijd wordt gebruikt om goederen te kopen, om daarover na te denken en om te pronken met de aangeschafte goederen. Deze goederen bevredigen geen basisbehoeftes, maar verschaffen prestige of maken onderdeel uit van de identiteit van de eigenaar.[1] Het is een term die met name kritici van de vrije markt, zoals die in de westerse maatschappij, gebruiken.[2] De focus op consumeren gaat volgens hen ten koste van ecologische, culturele, sociale en religieuze waarden.[1] Middenstanders zijn doorgaans voorstanders van de consumptiemaatschappij, maar zullen die term meestal niet gebruiken. Zij worden gesteund door libertariërs die vinden dat ieder voor zich moet bepalen of aankopen noodzakelijk zijn of niet.[3]
Inhoud |
[bewerk] Consumentisme
Volgens de Britse econoom Paul Ekins[4] is de consumptiemaatschappij een samenleving waar het bezit en het gebruik van een toenemend aantal en toenemende variëteit aan goederen en diensten het belangrijkste culturele doel is, en tevens de verwachte kortste route naar individueel geluk, status en nationaal succes. In een samenleving waar succes kan leiden tot welvaart en de mogelijkheid om statusverhogende goederen te kopen, werken die goederen zélf statusverhogend. Daardoor proberen mensen zo veel mogelijk van zulke goederen aan te schaffen, zonder dat er nog een relatie is met een eerdere succesvolle prestatie.[5]
Onder kritici van de consumptiemaatschappij zijn met name andersglobalisten, milieu-organisaties, kerken en communitaristen. Zij zijn bang dat er tekorten optreden aan energie, grondstoffen en levensruimte, zoals al in in 1798 beschreven door Thomas Malthus. Vrije markten leiden volgens hen ook tot een afname van culturele verscheidenheid en sociale cohesie. Consumentisme zou maatschappelijke vervlakking in de hand werken, doordat mensen elkaar in toenemende mate hoofdzakelijk zien als 'leverancier' of 'consument' en tot kortstondige, onwaarachtige gelukservaringen. De kritici denken dat onder andere een gemengde economie en een stationaire economie alternatieven zijn voor de consumptiemaatschappij.
[bewerk] Vrije markt
Voorstanders van de vrijemarkteconomie wijzen juist op de individuele vrijheid, efficiëntie, technologische ontwikkeling en lage werkloosheid in vrijemarkteconomieën. Met name libertariërs vinden de tegenstanders van de consumptiemaatschappij elitair en denken dat alternatieven leiden tot een planeconomie of totalitarisme. Zij vinden dat ieder voor zich moet bepalen of een aankoop noodzakelijk is en benadrukken dat veel mensen consumeren en winkelen een aangename bezigheid vinden.[3] Deze consumenten ontlenen een deel van hun identiteit aan hun bezittingen.
In een vrijemarkteconomie kunnen sommige negatieve gevolgen van de consumptiemaatschappij met behulp van overheidsbeleid worden tegengegaan. Bijvoorbeeld door heffingen, subsidies en wetgeving kan de milieudruk van de consumptiemaatschappij sterk worden verminderd. De overheid kan 'winkeldrang' verminderen door bijvoorbeeld advertenties te reguleren.[1] Door innovaties, die juist in een vrijmarkteconomie worden gestimuleerd, neemt de milieudruk in veel gevallen af. Bijvoorbeeld de gemiddelde energie-efficiëntie neemt, ook zonder overheidsbeleid, toe met tussen 0,4 en 1,5% per jaar.[6]
[bewerk] Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties: |
|