Consensus
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Er is sprake van consensus wanneer de leden van een groep of gemeenschap een breedgedragen overeenstemming hebben bereikt. Het wordt vaak toegepast in internationale organisaties en in democratieën. Er wordt net zo lang onderhandeld over geschilpunten totdat er een formule is gevonden die voor elke deelnemer aanvaardbaar is. Er wordt niet gestemd, maar het voorstel wordt aanvaard als er juist niemand meer om stemming vraagt. Via het consensusprincipe bereikt men het maximaal haalbare waar iedereen zich nog in kan vinden. Consensus is dan ook niet hetzelfde als unanimiteit (overeenstemming zonder uitzondering). Bij unanimiteit stemt iedereen in met het voorstel, terwijl bij consensus iedereen “ermee kan leven”.
Het werken via deze procedure in internationale organisaties en in democratieën is de praktijk gegroeid. Het is zelden wettelijk of in verdragen voorgeschreven. Wel wordt soms voorgeschreven dat er pogingen moeten worden gedaan om consensus te bereiken, en dat er pas tot stemming mag worden overgegaan als die niet lukt.
[bewerk] Consensus in politieke besluitvorming
Sommige democratieën zijn van oudsher sterk gericht op het bereiken van consensus, als gevolg van hun geschiedenis of politieke structuur. Een dergelijke democratie wordt wel een consensusdemocratie genoemd. In deze landen zijn de verhoudingen vaak zodanig, dat partijen veelvuldig moeten samenwerken om enig resultaat te kunnen behalen. Het kiesstelsel kan ook een rol spelen: parlementen die worden gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging zullen meestal een meer gefragmenteerde machtsverdeling kennen dan wanneer een districtenstelsel wordt gebruikt. Tenslotte bestaat in een consensusdemocratie vaak ook een sterke wens om de consensus in stand te houden.
Nederland en België zijn voorbeelden van consensusdemocratieën; vaak wordt de verzuiling gezien als een belangrijke factor in het streven naar consensus in deze landen (zie ook het poldermodel). Daarnaast worden de Scandinavische landen, Zwitserland en Oostenrijk als consensusdemocratieën gezien.
[bewerk] Voor- en nadelen
Een veelgehoorde klacht over op consensus gebaseerde besluitvorming is dat zij traag zou zijn, vanwege de tijd die aan overleg en overreding gespendeerd wordt. Daarnaast zou het soms leiden tot waterige, ineffectieve compromissen, die vlees noch vis zijn.
Voorstanders van het streven naar consensus menen dat hiermee een dictatuur van de meerderheid kan worden voorkomen, omdat ook met de belangen van minderheden rekening wordt gehouden.