Brits-Guiana
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
||||
|
||||
Kaart | ||||
Algemene gegevens | ||||
Hoofdstad | Georgetown | |||
Oppervlakte | 214.970 km² | |||
Talen | Engels (officieel), Guyaans Creools, Akawaio, Wai-Wai, Arawak, Macushi | |||
Religie(s) | Overwegend Christendom | |||
Volkslied | God Save the Queen | |||
Munteenheid | Guyaanse dollar | |||
Regering | ||||
Regeringsvorm | Kroonkolonie van het Verenigd Koninkrijk | |||
Dynastie | Hannover (1814-1901) Saksen-Coburg en Gotha (1901-1920) Windsor (1920-1966) |
|||
Staatshoofd | Koning van het Verenigd Koninkrijk | |||
Geschiedenis | ||||
- Engelse verovering | 1796 | |||
- Anglo-Nederlands verdraag | 1814 | |||
- Essequibo-Demerara en Berbice verenigd | 1831 | |||
- Kroonkolonie | 1928 | |||
- Onafhankelijkheid | 1966 |
Brits-Guiana was de naam van een Britse kolonie op de noordkust van Zuid-Amerika. Deze vormt vanaf 1966 de onafhankelijke republiek Guyana.
Het gebied werd vanaf 1600 bezocht door Nederlanders. Aan de rivieren Pomeroon, Essequebo en Berbice werden kleine handelsposten gevestigd. Hier vond voornamelijk ruilhandel plaats met de indianen en men begon op kleine schaal met plantagebouw. De koloniën Essequebo en Berbice lagen in het octrooigebied van de WIC. De WIC gaf de stichter van de kolonie Berbice, Abraham van Peere, toestemming om deze kolonie te besturen. Essequebo werd rechtstreeks bestuurd door de WIC Kamer Zeeland. Nadat de naburige kolonie Suriname na de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog met de Engelsen werd geruild voor Nieuw-Nederland ontstond er een uitgestrekte strook Nederlandse koloniën op de Guiana's, genaamd Nederlands Guiana. Berbice en Essequebo bleven, vergeleken met Suriname, kleine plantage-koloniën. Geteisterd door kaapvaarders, slaventekorten en beperkende WIC-regels konden deze koloniën niet uit de schaduw van zusterkolonie Suriname stappen. De rivier Demerary, vallende onder de kolonie Essequebo, werd in 1745 opengesteld voor exploitatie. In de tweede helft van de 18e eeuw kwamen de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice tot bloei. Na de opheffing van de WIC in 1791 en de Sociëteit van Berbice in 1795 groeide de productie naar een recordhoogte.
Na de napoleontische oorlogen in 1814 werd de helft van het toenmalige Nederlands Guyana van Nederland afgenomen (zie Berbice). De Nederlandse planters in het gebied behielden hun oude rechten, en kregen toestemming om op alle Engelse en Nederlandse havens te mogen varen. De meesten bleven onder deze gunstige voorwaarden in de nieuwbakken Engelse koloniën wonen. De drie koloniën (Essequibo, Demerara en Berbice) werden in 1831 verenigd tot een enkele kolonie. Deze werd op 26 mei 1966 onafhankelijk.