Verenigd Koninkrijk
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland is een staat in West-Europa gelegen tussen de Noordzee en de Atlantische Oceaan, met ongeveer 60,6 miljoen inwoners. In de moderne geschiedenis heeft deze staat als grootmacht een belangrijke rol gespeeld.
De twee onderdelen van het Verenigd Koninkrijk omvatten in totaal vier gebieden die voortkomen uit de landen die in het koninkrijk zijn verenigd:
- Het eiland Groot-Brittannië omvat:
- het noordoostelijk deel van het Ierse eiland vormt:
- 4. Noord-Ierland (1.733.000 inwoners).
Deze gebieden hebben nog altijd een duidelijk herkenbare culturele, maar deels ook politieke identiteit, die hoorbaar is in de verschillende talen en dialecten die er gesproken worden, zichtbaar in onder meer vlaggen, bankbiljetten en plaatsnaamborden, en voor de bevolking bovendien voelbaar in recentelijk tot stand gekomen vormen van beperkt zelfbestuur in Noord-Ierland, Schotland en Wales. Dit alles laat evenwel onverlet, dat in internationale betrekkingen alleen het soevereine Verenigd Koninkrijk een rol speelt. In de strikte betekenis van 'onafhankelijke staat' zijn de 'landen binnen het koninkrijk' geen landen, maar in een wat ruimere betekenis van 'begrensd gebied met een politieke identiteit' wel. Gebruik makend van deze dubbele betekenis kan het Verenigd Koninkrijk worden aangeduid als 'vier landen in één land'.[4]
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
![]() |
[bewerk] Bestuurlijke indeling
In de laatste dertig jaar zijn er in het Verenigd Koninkrijk grote veranderingen in het lokaal bestuur geweest. De bestuurlijke indeling is bovendien voor elk van de landen binnen het koninkrijk weer anders geregeld.
- Engeland kent negen bestuurlijke regio's, die weer zijn onderverdeeld in 82 "stedelijke en niet-stedelijke graafschappen" (counties).
- Noord-Ierland is onderverdeeld in 26 districten.
- Schotland is onderverdeeld in 32 raadsgebieden (council areas), waarvan er drie uit eilanden bestaan (Westelijke Eilanden, Orkney en Shetland).
- Wales is onderverdeeld in 22 bestuurlijke gebieden, de principal areas.
In Engeland wordt er onderscheid gemaakt tussen Groot-Londen (Greater London), de overige metropolitan counties (Greater Manchester, Merseyside met Liverpool, South Yorkshire met Sheffield, Tyne & Wear met Newcastle, West Midlands met Birmingham, en West Yorkshire met Leeds) en de andere graafschappen (non-metropolitan areas).
Het Verenigd Koninkrijk kent historisch een indeling in graafschappen (Engels: meervoud: counties, enkelvoud: county). De graafschappen binnen hun historische grenzen zijn nog bekend als de historische of traditionele graafschappen.
- Graafschappen van Engeland
- Graafschappen van Schotland
- Graafschappen van Wales
- Graafschappen van Noord-Ierland
Deze graafschappen werden in het algemeen weer onderverdeeld in districten en die waren weer verder verdeeld in gemeenten (zie steden).
In Engeland en Wales zijn er nog bestuurlijke graafschappen, maar die hebben meestal andere grenzen dan de historische graafschappen.
[bewerk] Overzeese gebiedsdelen
![]() |
- Anguilla
- Bermuda
- Brits Antarctisch Territorium
- Britse Maagdeneilanden
- Brits Indische Oceaan Territorium
- Caymaneilanden
- Falklandeilanden
- Gibraltar
- Montserrat
- Pitcairneilanden
- Sint-Helena
- Turks- en Caicoseilanden
- Zuid-Georgië en de Zuidelijke Sandwicheilanden
[bewerk] Demografie
![]() |
[bewerk] Geografie
Groot-Brittannië (Engeland, Schotland en Wales) en Noord-Ierland vormen gezamenlijk het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland), gelegen op de Britse Eilanden in de Noordzee, ten westen van het Europese continent. Wales was al een onderdeel van Engeland voordat dit land samenging in het Verenigd Koninkrijk.
Ook een aantal kleinere eilanden hoort bij het koninkrijk: het eiland Wight (Isle of Wight, aan de zuidkant van Engeland), Lundy (tussen Devon en Wales), de Scilly-eilanden (ten zuidwesten van Engeland), Anglesey (aan de noordwestkant van Wales) en de eilandengroepen bij Schotland, waaronder de Hebriden, de Orkaden of Orkney-eilanden en de Shetland-eilanden.
Het eiland Man (Isle of Man) en de Kanaaleilanden (waaronder Jersey, Guernsey, Alderney en Sark) horen hier in geografisch opzicht wel bij, maar zij horen formeel staatkundig niet tot het Verenigd Koninkrijk; zij hebben een aparte status als zogenaamde Dependencies of the Crown (onderhorig aan de Kroon). Ook maken ze geen deel uit van de Europese Unie, dit in tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk.
[bewerk] Steden
Zie:
- Lijst van grote Britse steden
- Steden in Engeland
- Steden in Wales
- Steden in Schotland
- Steden in Noord-Ierland
[bewerk] Bezienswaardigheden
[bewerk] Economie
![]() |
[bewerk] Monetair
Munteenheid: Pound Sterling (GBP). Het pond is onderverdeeld in 100 pence (enkelvoud: penny).
Het decimale stelsel werd ingevoerd in 1971. Voor die tijd bestond een pond uit 20 shilling en een shilling uit 12 pence, waardoor het pond dus 240 pence telde.
Hoewel het Verenigd Koninkrijk lid is van de Europese Unie heeft het, net als Denemarken en Zweden, ervoor gekozen voorlopig buiten de Europese Monetaire Unie te blijven. De huidige premier Gordon Brown wil de euro pas ingevoerd zien wanneer het Verenigd Koninkrijk zijns inziens daartoe gereed is. Zijn voorganger Tony Blair was ook in principe voorstander van de invoering van de euro, maar heeft de beslissing daartoe steeds voor zich uitgeschoven, met hetzelfde argument.
[bewerk] Staatsstructuur
Het Verenigd Koninkrijk is een constitutionele monarchie, die sinds 1917 het Huis Windsor heet. De uitvoerende macht is namens de Koningin in handen van de Premier en de overige ministers in diens kabinet. De monarch draagt geen politieke verantwoordelijkheid, om zo de eenheid en continuïteit van het staatsbestel te kunnen symboliseren.
[bewerk] Koninklijke familie
- Monarch sinds 1952: Koningin Elizabeth II
- De monarch is tevens formeel staatshoofd van zgn. Commonwealth realms, zoals Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en Jamaica. Ook het Verenigd Koninkrijk is een Commonwealth realm. Zij is het Hoofd van het Gemenebest van Naties. Niet ieder lid van het Gemenebest erkent Koningin Elizabeth II als staatshoofd. Vele zijn oud-koloniën en nu republieken. Zij is ook Hoofd van de Britse Staatskerk: The Church of England (Anglicaanse Kerk).
- Prins-gemaal: Prins Philip.
- Troonopvolger: Prins Charles, daarna zijn oudste zoon, Prins William, daarna Prins Harry.
- Andere kinderen van Elizabeth en Philip: Prinses Anne, Prins Andrew, Prins Edward.
[bewerk] Regering
Het collectief van de premier en zijn ministers staat daarom bekend als Her Majesty's Government (Hare Majesteits Regering). Alle ministers zijn hun politieke loopbaan begonnen als parlementsleden en blijven dit ook als ze minister worden. Zij zijn verantwoording verschuldigd aan het Parlement, het wetgevende orgaan dat traditioneel als "oppermachtig" wordt beschouwd (dat wil zeggen, dat het wetten kan uitvaardigen op elk terrein en daarbij niet gebonden is aan besluiten van haar voorgangers).
Er zijn wetten die voor wat betreft hun positie in de wettelijke rangorde de facto worden geacht met een grondwettelijke kracht te zijn bekleed, maar het Verenigd Koninkrijk is nog steeds een van de weinige landen ter wereld zonder een gecodificeerde grondwet, ofwel ongeschreven grondwet.
Niettemin wordt het Verenigd Koninkrijk tot de meest stabiele democratieën ter wereld gerekend. De strijdkrachten vormen geen zelfstandige politieke factor. Drastische wijzigingen in de politieke structuur, noch langs revolutionaire, noch langs legale weg, zoals Frankrijk sinds 1789 regelmatig heeft gehad, zijn voorgekomen sinds de 'Glorious Revolution' van 1688. Ontwikkelingen in de bevoegdheden van de monarch, de premier, de ministers en de beide kamers van het parlement zijn sindsdien altijd geleidelijk gegaan. Regeringen zitten bijna altijd een termijn van vier jaar uit, omdat zij dankzij het kiesstelsel meestal kunnen rekenen op een comfortabele meerderheid, die zelden uit meer dan één partij bestaat. Dat deze comfortabele meerderheid zelden of nooit steunt op een meerderheid van de kiezers, wordt niet als een ernstig probleem ervaren. De personele samenstelling van de regering is echter flexibel. De premier heeft veel macht, meer dan bijvoorbeeld in Nederland. Er hoeven geen coalitiepartners te vriend gehouden te worden; oppositiepartijen hoeven zelfs niet als toekomstige coalitiepartners te worden ontzien. Interne spanningen kan de premier oplossen door ministers te ontslaan of over te plaatsen. De ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken worden als de meest prestigieuze beschouwd; tijdens de 'troebelen' in Noord-Ierland vanaf het eind van de jaren zestig, toen direct bestuur vanuit Londen noodzakelijk werd, fungeerde het ministerie van Noord-Ierse zaken als een soort strafbankje. Twee jaar na het aantreden van een nieuwe regering vindt er daarnaast een traditionele 'midterm reshuffle' plaats, waarbij de premier alle ministers bij zich roept en hen meedeelt of ze hun baan kunnen behouden of niet. De laatste keer dat een premier zelf voortijdig moest aftreden om politieke redenen was in 1990 (Margaret Thatcher, vanwege de impopulaire 'poll tax'), daarvoor in 1957 (Anthony Eden, na de Suez-crisis) en daarvoor in 1940 (Neville Chamberlain, na het failliet van zijn appeasement-politiek en de ernstige nederlagen tegen Nazi-Duitsland). Dit betekende evenwel geen regeringscrisis met vervroegde verkiezingen; een opvolger nam het over en zat de regeringstermijn uit. Churchill, de opvolger van Chamberlain, stelde de verkiezingen zelfs vijf jaar uit tot na het einde van de Tweede Wereldoorlog.
[bewerk] Wetgevende macht
De opstelling van de Magna Carta in 1215 wordt wel gezien als het beginpunt van de Britse parlementaire democratie. Het parlement, gevestigd in het palace of Westminster, is daarmee een van de oudste ter wereld (vermoedelijk is alleen die van IJsland ouder) en wordt ook wel de 'moeder van alle parlementen' genoemd. Het bestaat uit twee kamers, waarvan de rollen zich in de loop der eeuwen hebben ontwikkeld:
Het Lagerhuis (House of Commons), waarvan de leden (Members of Parliament) telkens voor maximaal vijf jaar gekozen worden; in de praktijk is het maximaal vier jaar, maar ook zelden korter, al heeft de minister-president het recht op elk gewenst moment binnen de vijfjaartermijn algemene verkiezingen uit te schrijven. Belangrijke verschillen met de Nederlandse Tweede Kamer zijn:
- de ministers zijn ook lid van het Lagerhuis of het Hogerhuis; de regering is dus meer het uitvoerend orgaan van het parlement dan een onafhankelijke uitvoerende macht die gecontroleerd wordt door de wetgevende macht.
- bij de twee grootste partijen is er een door de politieke leiders vastgestelde, maar niet wettelijk vastgelegde rangorde tussen parlementsleden: 'front benchers' en 'backbenchers'; 'frontbenchers' zitten op de voorste rijen aan weerszijden van het gangpad tussen de regeringspartij en de oppositie, de 'backbenchers' verder naar achteren. Het gangpad is twee zwaardlengten breed en dit mag tijdens zittingen nooit door parlementsleden overgestoken worden, zulks om handtastelijkheden te voorkomen. De premier en de ministers zijn altijd frontbenchers van de regeringspartij; bij de grootste oppositiepartij zijn frontbenchers schaduwministers, die het schaduwkabinet vormen. De schaduwministers concentreren zich op de portefeuille van een zittende minister, om die kritisch te volgen. Als zijn oppositiepartij de verkiezingen wint, is de schaduwminister de meest waarschijnlijke kandidaat voor die portefeuille. De politieke leider van de grootste oppositiepartij is de schaduwpremier. Het verliezen van de verkiezingen door die partij leidt meestal tot het aftreden van de schaduwpremier, die dan weer 'backbencher' wordt, als hij tenminste gekozen is in zijn eigen district. (In Nederland is er in het begin van de jaren 70 ook even sprake geweest van een schaduwkabinet, met Joop den Uyl als schaduwpremier, maar het is geen traditie geworden.) Een premier die de verkiezingen verliest, verhuist meestal snel naar het Hogerhuis, en wordt benoemd in de Orde van de Kousenband.
- in plaats van een systeem van evenredige vertegenwoordiging, waarin elke kiezer op een elke kandidaat van elke partij kan stemmen, is er een meerderheidsstelsel, waarbij het hele koninkrijk is verdeeld in 646 kiesdistricten, waar elke partij hoogstens 1 kandidaat kan stellen; de kandidaat met de meeste stemmen, ook al is dat minder dan 50% van de uitgebrachte stemmen in dat district, wordt gekozen om het hele district in het Lagerhuis te vertegenwoordigen. Het leidt meestal tot een comfortabele meerderheid in het Lagerhuis voor de grootste partij, die dus een stabiele regering kan vormen; een voortijdige val van het hele kabinet is zeer zeldzaam.
Het Hogerhuis (House of Lords), bestond tot voor kort deels uit adellijke personen op wie het lidmaatschap erfelijk was overgegaan (zgn. hereditary peers), deels uit zgn. 'life peers': personen met een adellijke titel voor het leven, dus niet erfelijk, door de zittende regering voor het leven benoemd wegens bijzondere verdiensten voor de samenleving. In de praktijk blijken donaties aan politieke partijen ('cash for honours') nog al eens een rol te spelen. Ex-premiers en bisschoppen van de Anglicaanse Kerk zijn automatisch lid. In 2001 werd een begin gemaakt met modernisering van het lidmaatschapsbeleid van het Hogerhuis. Omdat Hogerhuisleden niet gekozen worden, ook niet indirect, zoals in de Nederlandse Eerste Kamer, wordt het onbehoorlijk geacht de regering echt dwars te zitten. Het politieke nut van het Hogerhuis is dan ook omstreden.
[bewerk] Politieke partijen
De politieke partijen in het Verenigd Koninkrijk zijn:
- British National Party
- Conservative Party
- Democratic Unionist Party (alleen in Noord-Ierland)
- Green Party
- Labour Party
- Liberal Democrats
- Plaid Cymru (alleen in Wales)
- RESPECT
- Scottish National Party (alleen in Schotland)
- Scottish Senior Citizens Union Party (alleen in Schotland)
- Scottish Socialist Party (alleen in Schotland)
- Sinn Féin (alleen in Noord-Ierland)
- Social Democratic and Labour Party (alleen in Noord-Ierland)
- Socialist Workers' Party
- United Kingdom Independence Party
- Ulster Unionist Party (alleen in Noord-Ierland)
In feite kent het Verenigd Koninkrijk, zoals de Verenigde Staten, een tweepartijenstelsel. De twee grootste partijen, Labour en de Conservatives (Tories), maken om beurten de dienst uit.
[bewerk] Politieke cultuur
De parlementaire debatcultuur wordt gekenmerkt door meer retorisch vuurwerk, het uitjouwen van tegenstanders, het met de vuisten op de tafels trommelen en 'hear, hear' roepen als betuiging van instemming met een andere spreker. Dit alles wijkt af van de verambtelijkte sfeer in de parlementen van veel andere westerse democratieën. De voorzitter van het parlement, de 'speaker', roept wel regelmatig 'order, order', maar dat heeft voornamelijk rituele betekenis. De conventie om elkaar steevast aanspreken als 'right honourable friend' (als het leden van de eigen partij zijn) en 'right honourable gentleman/lady' (leden van andere partijen), ook bij de felste debatten, steekt daarbij wat ongerijmd af. Valt iemand uit zijn rol, door een tegenstander bijv. 'you sniveling git' te noemen, dan is dat nieuws. Televisiecamera's worden pas sinds de jaren tachtig toegelaten; sommige politici, waaronder Margaret Thatcher, waren beducht voor ondermijning van het gezag van het parlement vanwege de schijnbaar chaotische gang van zaken in het parlement.
Britse politici komen relatief vaak wegens seksschandalen in opspraak, niet zozeer omdat zij zich in dat opzicht ernstiger misdragen dan in andere landen, maar omdat privé en politiek in de Britse cultuur minder gescheiden zijn. De boulevardpers, die zeer grote oplagen haalt, maakt hier veel werk van. Het beruchtste naoorlogse seksschandaal was de Profumo-affaire in 1963.
Een al eeuwenlang goed ontwikkeld aspect van het publieke debat zijn satire en cartoons. Politici en ook leden van het koninklijk huis worden over het algemeen harder aangepakt dan in andere landen waar vrijheid van meningsuiting grondwettelijk gegarandeerd is. Politici worden geacht dit met stoïcijnse onverschilligheid te ondergaan, wat niet altijd lukt. Spitting Image is niet toevallig een Britse tv-productie die wereldwijde verbreiding en navolging heeft gekregen, zij het van kortere duur en soms in wat gekuiste vorm.
[bewerk] Sport
Engeland en Schotland hebben veel sporten en spelen uitgevonden die wereldwijd verbreid zijn:
Voetbal is nog altijd de belangrijkste sport. Andere populaire sporten zijn rugby, golf en cricket. De wereldwijde verbreiding van cricket beperkt zich over het algemeen tot het Britse Gemenebest.
De binnensporten snooker en darten worden wel veel gespeeld in Engelse pubs, en nationale kampioenschappen krijgen een overvloed aan zendtijd in de media, maar zijn in het buitenland nauwelijks aangeslagen. Een niet-Engelse dartkampioen als de Nederlander Raymond van Barneveld is een uitzondering.
Landen in Europa |
---|
Albanië · Andorra · Azerbeidzjan · België · Bosnië en Herzegovina · Bulgarije · Denemarken · Duitsland · Estland · Finland · Frankrijk · Georgië · Griekenland · Hongarije · IJsland · Ierland · Italië · Kroatië · Letland · Liechtenstein · Litouwen · Luxemburg · Macedonië · Malta · Moldavië · Monaco · Montenegro · Nederland · Noorwegen · Oekraïne · Oostenrijk · Polen · Portugal · Roemenië · Rusland · San Marino · Servië · Slovenië · Slowakije · Spanje · Tsjechië · Turkije · Vaticaanstad · Verenigd Koninkrijk · Wit-Rusland · Zweden · Zwitserland |
Verenigd Koninkrijk | ![]() |
---|---|
Regio's van Engeland: East of England · East Midlands · Londen · North East · North West · South East · South West · West Midlands · Yorkshire and the Humber |
![]() |
Europese Unie | ![]() |
---|---|---|
|
Bronnen, noten en/of referenties: |