Brigitte Mohnhaupt
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Brigitte Margret Ida Mohnhaupt (Rheinberg, 24 juni 1949) was een Duitse communistische militant en is 24 jaar geleden veroordeeld als Rote Armee Fraktion-terrorist.
Sinds 1971 was ze actief betrokken bij de RAF, waarvoor ze in 1972 werd veroordeeld. Ze kwam in 1977 vrij en vermoordde in dat jaar procureur-generaal Siegfried Buback, Jürgen Ponto van de Dresdner Bank en Hanns-Martin Schleyer, voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie. Deze personen werden vermoord om de Duitse regering te dwingen de terroristen Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe vrij te laten. Toen de regering hier niet op inging, pleegden deze drie terroristen, volgens het officieel verhaal, zelfmoord in de gevangenis op 18 oktober 1977. Sommigen, onder andere Irmgard Möller, houden echter vol dat het moord was in opdracht van de Duitse regering.
Mohnhaupt werd later een van de kopstukken van de zogenaamde "tweede generatie" van de RAF. Op 11 november 1982 werd ze opgepakt en in 1985 tot vijf keer levenslang plus 15 jaar veroordeeld. Op 12 februari 2007 besloot de rechtbank in Stuttgart haar na 24 jaar gevangenisstraf vervroegd vrij te laten, de minimale gevangenisstraf voor zaken waarvoor ze was veroordeeld. Haar vrijlating veroorzaakte de nodige ophef in Duitsland omdat ze nooit berouw heeft getoond voor haar daden. Op 25 maart 2007 kwam ze voorwaardelijk vrij, met een proeftijd van 5 jaar.