Billen (molen)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het billen van bijvoorbeeld een molensteen is het scherp maken voor gebruik.
De molenstenen vormen samen een koppel: de ligger en een loper. Beide delen zijn voorzien van uitgehakte groeven (ofwel het scherpsel). De ligger is de onderste steen die stil ligt en de loper draait door aandrijving van het gaande werk. Door het gebruik slijten de loopvlakken van de molenstenen en deze moeten dus regelmatig opnieuw worden gescherpt. Door de groeven opnieuw dieper uit te kappen met een bilhamer worden de stenen weer op scherpte gebracht. Hiertoe wordt middels een steenkraan eerst de stenen uit het loopwerk getild, zodat ze makkelijker bewerkt kunnen worden. Na het billen worden de stenen teruggeplaatst en opnieuw gesteld. Het scherp houden van de molenstenen is essentieel om een goede maalwerking te behouden.
Het meel dat gemalen wordt vlak na het billen heet bilmeel. Dit meel bevat steengruis van het billen, en is minder geschikt voor consumptie.
Kunststenen hoeven minder vaak gebild te worden dan natuursteen, omdat het materiaal bij bepaalde kunststenen harder is en minder snel slijt. Later zijn stenen uitgevonden waarbij de groeven van een zachter materiaal zijn dan de kerven of rillen, waardoor de steen eenvoudiger te scherpen is, omdat alleen zacht materiaal weggehakt moet worden. Deze stenen noemt men stenen met zachte uitslag of zacht bodemsel.