Bhakti yoga
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Portaal Yoga |
Bhakti yoga is een van de basisvormen van yoga en staat beschreven in de Veda's (m.n. in de z.g. vijfde Veda), de belangrijkste klassieke śruti- geschriften in het Hindoeïsme.
Bhakti yoga vormt een weg van bhakti ofwel een proces waarin de wetenschap van het verenigen van het bewustzijn (yoga) middels devotie, toewijding en liefde voor het Allerhoogste, via een goeroe, een wijze sadhu of rishi, of een avatar, geleidelijk tot zelfverwerkelijking leidt. Bij deze yoga hoort de uitdrukking van diepe devotie in riten, ceremoniën en lofliederen.
Inhoud |
[bewerk] Het emancipatieproces in Bhakti
Traditioneel zijn er negen stadia in het proces van bhakti yoga (bhãgavata dharma). Als men een zuivere toegewijde wordt raakt men op het pad van de emancipatie stap voor stap bevrijd van de conditioneringen van de materiële wereld (S.B. 7.5: 23-24[1]). De negen stadia zijn:
- śravanam (luisteren),
- kīrtanam (zingen),
- Vishnu-smaranam (heugen),
- pãda-sevanam (bezoeken, helpen),
- arcanam (eerbetoon voor de beeltenis),
- vandanam (bidden, japa - met bidsnoer),
- dāsyam (dienstverlenen),
- sākhyam (vriendschap),
- ãtma-nivedanam (overgave aan de goeroe en de Heer van binnen).
[bewerk] Drie soorten toegewijden
In dit proces onderscheiden toegewijden zich van elkaar en men onderkent dan ook verschillende soorten van bhakta's of toegewijden. Dezen heten allen adhikãrī's (van de wortel adhikãra; rang, recht of relatie). Er zijn drie soorten (S.B. 11.2: 45-47[2]):
- I Kanishthha adhikārī's: beginners (normaal bhakta's genoemd). Op dit nivo ontwikkelt men:
- śraddhā, geloof;
- sadhu-sanga, omgang met toegewijden;
- bhajana kriya: de reguliere spirituele praktijk van het alleen en tezamen zingen van de namen, het lezen van de geschriften en dergelijke; dit stadium overbrugt naar het volgende nivo via dīkshā (initiatie).
- II Madhyama adhikārī's: gevorderden (de geïnitieerden, de meer ervaren toegewijden met een geestelijke naam). Op dit nivo ontwikkelt men:
- anārtha nivritti: zonden verdwijnen geleidelijk: het hart raakt gezuiverd;
- nishtha; vastbeslotenheid; duurzame overgave.
- ruci: een hogere smaak;
- aśakti: verdieping in de relatie met Krishna; het individuele karakter met een rāsa, een individuele gemoedsgesteldheid.
- III Uttama adhikārī's : zuivere toegewijden (vaak de leraren) die stabiel zijn in bovenzinnelijkheid. Op dit nivo ontwikkelt men:
- bhāva: een sterke emotionele ervaring, een staat van vervoering, in het omgaan met Krishna.
- prema: zuivere liefde voor God in zijn volle omvang.
[bewerk] Emoties
In het emancipatieproces van de toegewijde is er ruimte voor emoties. Deze gemoedsgesteldheden kunnen de rationele vermogens te boven gaan. Ze staan uitgebreid omschreven in het boek de Bhakti Rasāmrita Sindhu (2.5.115 - 116) van de vaishnava ācārya Śrīla Rūpa Gosvãmī. Ze heten rāsa's. Historisch gaat de notie terug op het gevecht dat de jonge Krishna in de worstelring levert vlak voor hij de kwade heerser Kamsa ter dood brengt en daarna met Zijn missie begint (S.B. 10.44[3]). De emoties van het publiek staan model voor de rāsa's. Er zijn zeven 'indirecte', opwellende emoties en vijf 'directe', meer duurzaam relationele, of hoofd rāsa's om een devotionele relatie met Krishna te hebben (indirect) en te onderhouden (direct). De zeven indirecte emotionele rāsa's:
- woede (raudra),
- verwondering (adbhuta),
- schrik (bībhatsa),
- gruwel (bhayānaka),
- humor (hāsya),
- ridderlijkheid (vīra) en
- mededogen (dayā)
De vijf relationele gemoedsgesteldheden of hoofdrelaties:
- de neutrale (śanta),
- de dienaar-Heer-relatie (dāsya),
- vriendschap (sākhya),
- de ouder-kind relatie (vātsalya)
- en de amoureuze relatie (śringāra).
[bewerk] Regulerende principes
De bhakta kent vier regulerende beginselen genaamd de vidhi (van de Sanskriet wortel vidha, in orde brengen), S.B. 1.17:24 en 12.3: 18[4]):
- geen vlees, vis of eieren eten.
- geen illegitieme sexualiteit.
- geen intoxicatie.
- geen gokken of speculeren met geld.
Ze zijn afgeleid van de eeuwige waarden die ook wel de poten van de stier van dharma worden genoemd:
- dayā, mededogen
- śauca (of dāna), zuiverheid of trouw
- satya, waarheid
- tapas; soberheid of boete
In Kali Yuga, dit tijdperk van de redetwist dat aanbrak met het verdwijnen van Krishna ± 5000 jaar geleden, zijn deze poten van de stier verzwakt. Men zet met de bhakti yoga de maatschappij van de rechtschapen mens dus letterlijk weer 'op poten'. Het respecteren van deze regels heet sanātana dharma (de eeuwige plicht). Ze hebben voor de hindoe de waarde die de tien geboden hebben voor de christenen.
[bewerk] Voorgeschiedenis
De bhakti nam zijn aanvang in de (vedische) geschiedenis met de toegewijde Prahlāda Mahārāja, een zoon van een kwade wereldheerser genaamd Hiranyakaśipu, die ondanks alle beproevingen van de kant van zijn vader standhield als een toegewijde van Vishnu. De Vishnu-avatar Nrisimhadeva (Narasimha), de mens-leeuw godheid was degene die Prahlāda bevrijdde door een eind te maken aan de kwade heerser. De bhakti wordt in het algemeen gezien als de vroegste van de vier algemene paden naar bevrijding (moksha), waarvan de andere drie jñāna yoga, karma yoga en rāja yoga zijn. Het proces van bhakti is de weg met name geschikt voor het huidige tijdperk van Kali Yuga, een tijdperk dat binnen het Hindoeïsme een van de vier cycli van de ontwikkeling van de wereld voorstelt (de laatste van de vier tijdperken). Deze tijdperken heten mahāyuga's. Ze volgen elkaar systematisch op in de geschiedenis. In geschriften zoals de Srimad bhagavatam (met name in canto 11) wordt de bhakti uitvoerig beschreven als de perfecte staat in zichzelf die alle vormen van yoga omvat, en in die zin zelfs de staat van verlichting kaivalya overstijgt als het hoogste niveau van spirituele realisatie. Voor iedereen is het volgens de leer van de bhakti yoga de hoogste vervulling God toegewijd te (mogen) dienen. Dat is de ware betekenis van het begrip bevrijding, moksha.
[bewerk] Cultuur
In de cultuur van de bhakti draait het allemaal om het vereren van de beeltenissen (mūrti's) van met name Rādhā en Krishna en de geestelijk leraren met behulp van het zingen van de heilige namen (m.n. de z.g. mahāmantra en met toegewijde samenzang of bhajan). Men bestudeert de heilige boeken van de bhakti, de Bhagavad gita en het Srimad bhagavatam (ook wel de Bhāgavata purāna genaamd). Men predikt, houdt tempeldiensten toegankelijk voor iedereen, zingt op straat (harināma), leidt monniken op, voedt de hongerigen en zwervers op straat en doet zo mogelijk aan bescherming van koeien. De kunst van het vegetarisch koken is een essentieel bestanddeel van de cultuur. De belangrijke leiders van de bhakti yoga zijn onder andere de vaishnava-avatar Śrī Krishna Caitanya Mahāprabhu (1486 - 1543) en ācārya (leraar van het voorbeeld) A.C. Bhaktivedanta Swami Praphupāda (1896 - 1977). Er is sprake van een geestelijke erfopvolging vanaf de avatar (paramparā). In het Westen kent men de bhakti yoga vooral van de Hare Krishna's, maar er zijn ook moderne vormen zonder beeltenissen als de filognosie. In feite is iedere Hindoe een bhakta (bhakti-yogi) met het doen van puja voor de geliefde goeroe en godheid op zijn altaar. De bhakti vormt zo bezien een onlosmakelijk onderdeel van het Hindoeïsme.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe link
- (en) India Divine, Karma, Jnana en Bhakti: de drie paden van de Veda's
- (nl) Lexicon van namen, kernbegrippen en Sanskriet termen - Horende bij het Srimad bhagavatam en de Bhagavad gita.
Bronnen, noten en/of referenties: |