Bathyscaaf
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een bathyscaaf is een speciaal voor diepzeeonderzoek gebouwde onderzeeboot. Het vaartuig is bestand tegen de extreem grote drukken die op grote diepte heersen, tot meer dan duizend keer de normale atmosferische druk. De bathyscaaf is een verbeterde bathysfeer, die niet aan een kabel neergelaten wordt maar zelfstandig kan stijgen en dalen.
De eerste bathyscaaf werd in België gebouwd in opdracht van Auguste Piccard, die ook het (Franse) woord (bathyscaphe) zelf uitvond: van het Grieks bathos (diep) en skafè (sloep). Zijn zoon Jacques Piccard vestigde in 1960 met een tweede model bathyscaaf, de Trieste, een diepte-record door in de Marianentrog naar een diepte van 11.521 meter te duiken. Later bleken de interne dieptemeters een afwijking te hebben en werd de behaalde diepte eerst bijgesteld naar 10.916 en nog later naar 10.911 meter, het record blijft tot op heden echter geldig.
[bewerk] Constructie
De bathyscaaf bestaat uit een zware stalen bol voor de bemanning, opgehangen aan een drijflichaam dat gevuld is met een vloeistof lichter dan water, zoals kerosine (vliegtuigbrandstof). Een met lucht of gas gevuld drijflichaam zou vereisen dat dit even sterk is als de bemanningsbol, om door de hoge druk in de diepte niet samengeperst te worden en daarmee zijn drijfvermogen te verliezen. Onder water wordt de bathyscaaf bestuurd zoals een luchtballon, hij daalt door zijn eigen gewicht en door wat drijfvloeistof te laten ontsnappen, en hij stijgt door het loslaten van ballast. De ballast bestaat uit ijzer (schroot), dat door elektromagneten vastgehouden wordt. Op die manier komt het vaartuig vanzelf naar de oppervlakte bij een storing in de energievoorziening.
Later werden er ook lichtere types gebouwd met een eigen aandrijving.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Bathyscaphe op Wikimedia Commons.
|