Aristoxenos
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Aristoxenos was een Grieks filosoof van de Peripatetische School uit de 4e eeuw v.Chr. en is tevens de oudste, bij naam bekende, Europese muziektheoreticus.
Inhoud |
[bewerk] biografie
Aristoxenos werd opgeleid door zijn vader Spintharos die een leerling was van Sokrates, en later van de Pythagoreërs Lamprus van Erythrae en Xenophilus, waarbij hij geïntroduceerd werd in de muziektheorie. Ten slotte studeerde hij ook bij Aristoteles in Athene en was volgens overgeleverde bronnen zwaar teleurgesteld toen bleek dat niet hij, maar Theophrastus gekozen werd als de opvolger van de school van Aristoteles na diens dood.
[bewerk] Werk en leer
Zijn geschriften, vermeendelijk meer dan hondervijftig in totaal, werden geschreven in de stijl van Aristoteles en handelden voornamelijk over filosofie, ethiek en muziek. Slechts weinig van zijn werk is bewaard gebleven. Naast stukken uit twee traktaten over muziektheorie, Harmonische elementen en Ritmische elementen zijn enkel korte fragmenten van zijn ethische geschriften bewaard gebleven. In deze laatste lijkt hij een reconstructie te geven van de vroege Pythagoreïsche opvatting van de ethiek. Zijn enige overgeleverde traktaat waarvan grote delen bewaard zijn gebleven, getiteld Harmonische elementen, handelend over muziektheorie, schreef hij vermoedelijk omstreeks 330 v.Chr. en is ons bekend via het werk van Cleonides (mogelijk uit de 2e eeuw na Chr.). In zijn theorie neemt hij afstand van de strenge Pythagoreïsche opvatting van muziek, waarbij gesteund wordt op grote theoretische systemen van verhoudingen tussen getallen. Hier stelt Aristoxenos een grotere rol van het affectieve en het empirische tegenover. Deze empirische neigingen die centraal komen te staan worden door Aristoxenos verklaard aan de hand van een theorie waarbij de ziel met het lichaam verbonden wordt, in analogie met de harmonie die bestaat tussen de verschillende onderdelen van een muziekinstrument. We beschikken echter niet over informatie over de methode die hij gebruikte om tot deze conclusie te komen.
Aristoxenos verdedigde dat de toonhoogte van muzieknoten bepaald moesten worden aan de hand van het gehoor en niet, zoals de Pythagoreërs beweerden, aan de hand van mathematische verhoudingen en berekeningen. Volgens Cleonides maakte Aristoxenos onderscheid tussen dertien tonoi (toonladders), hetgeen in het latere werk van Ptolemeus werd teruggebracht tot zeven. In de middeleeuwse muziek werden de namen van deze toonladders overgenomen, maar dan wel voor andere toonladders gebruikt.
De theorie van Aristoxenos kende veel navolging. Onder andere in het werk van Boëthius uit de vroege 6e eeuw is de invloed van Aristoxenos te merken. De Pythagoreïsche opvatting werd echter nooit volledig uitgeschakeld.
De bewaarde fragmenten van Aristoxenos' werk vormen ook een waardevolle bron aan informatie over het leven en de persoonlijkheid van Pythagoras.
[bewerk] Literatuur
- Westphal, Melik und Rhythmik des Aristoxenos, Leipzig, 1883
- H. S. Macran, The Harmonics of Aristoxenus, 1902
- F. Wehrli, The School of Aristotle; Text and Commentary, 1945
- S. Gibson, Aristoxenus of Tarentum and the Birth of Musicology, 2004
- A. Baker, Music and Perception: A Study in Aristoxenus, in: The Journal of Hellenic Studies, 1978
[bewerk] Bronnen
- Het artikel over Aristoxenus op de Engelse Wikipedia.
- Het artikel over Arixtoxenos op de Duitse Wikipedia.
- Het artikel over Aristoxenus in Encyclopedia Britaninnica