Argumentum ad populum
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
|
Er wordt getwijfeld aan de feitelijke juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie, en pas na controle desgewenst het artikel aan. |
Argumentum ad populum of consensus gentium, ook wel de populistische drogreden genoemd, is een redenatie waarbij een beroep gedaan wordt op de mening van de meerderheid (of veel mensen, populariteit) om te bewijzen dat een stelling waar is. De ad populum kan gezien worden als een vorm van het beroep op autoriteit en is een drogreden.
Voorbeelden:
- "Marietje is een slet, want iedereen zegt het."
- De fout is natuurlijk dat wat iedereen beweert niets zegt over de seksuele gewoontes of moraal van Marietje.
- "Merk X is heel goed, want iedereen koopt het", of net zo fout:
- "Merk Y is heel slecht, want niemand koopt het"
Dat "niemand" merk Y en "iedereen" merk X koopt kan veel meer met de prijs, de marketing of de afzetkanalen te maken hebben dan met de kwaliteit.
Er kan een verschil gemaakt worden tussen een ad populum in logische bewijsvoering en een ad populum in morele argumentatie. Een ad populum als bewijsvoering is zonder uitzondering een drogreden. Historici - een geldig beroep op autoriteit - stellen bijvoorbeeld dat Columbus niet wilde bewijzen dat de aarde rond is, en dat verandert niet als de meerderheid van de bevolking het daar niet mee eens is of dat niet weet.
Lastiger is het wanneer een ad populum wordt gebruik in een morele of politieke argumentatie. In democratische landen is het praktisch om de morele opvattingen van de meerderheid van de bevolking in de praktijk als "juist" te beschouwen. Dat dit slechts een praktisch bruikbare waarheid is blijkt uit het feit dat weinig ethici zullen stellen dat slavernij 250 jaar geleden gerechtvaardigd was omdat de meerderheid van de bevolking het toen rechtvaardig vond.
Men kan hierbij stellen dat ad populum in de politiek en het morele aspect aan tijd en plaats gebonden is. Vaak lopen de morele opvattingen in een democratische staat parallel aan het stemgedrag.