Anisol
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anisol | |
---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | |
Algemeen | |
Molecuulformule | C7H8O |
IUPAC |
Methoxybenzeen
|
Andere namen |
Anisool, Methylfenylether
|
Molmassa | 108,14 g/mol |
SMILES |
COc1ccccc1
|
CAS-nummer | 100-66-3 |
Beschrijving | kleurloze vloeistof |
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | |
Risico (R) en veiligheid (S) | R-zinnen: R10 S-zinnen: S16, S24 |
EG-Index-nummer | 202-876-1 |
Fysische eigenschappen | |
Aggregatietoestand | vloeibaar |
Kleur | kleurloos |
Dichtheid | 0,995 g/cm³ |
Smeltpunt | -37 °C |
Kookpunt | 154 °C |
Vlampunt | 43 °C |
Dampdruk | (bij 20°C) 3500 Pa |
Goed oplosbaar in | ethers, alcoholen |
Slecht oplosbaar in | water |
Onoplosbaar in | water |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar) |
Anisol is een kleurloze, brandbare vloeistof met een karakteristieke, aangename geur, lijkend op anijszaad. De verbinding kan formeel gezien worden als de ether van fenol en methanol en wordt daarom ook wel methylfenylether of methoxybenzeen genoemd. Op industriële schaal wordt anisol gemaakt door fenol te laten reageren met dimethylsulfaat onder invloed van een base. Anisol kan gebruikt worden als oplosmiddel, als koelintermediair en als uitgangsstof bij de synthese van andere organische verbindingen. Zo kan anisol bijvoorbeeld in de ortho-positie gelithieerd worden met n-butyllithium.