Albiet
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
| Albiet | |
|---|---|
.jpg) |
|
| Mineraal | |
| Chemische formule | NaAlSi3O8 |
| Kristalstelsel | Triklien |
| Kleur | Wit, grijs of lichtblauwgroen |
| Streepkleur | Wit |
| Hardheid | 7 |
| Gemiddelde dichtheid | 2,62 kg/dm3 |
| Glans | glas |
| Opaciteit | Doorzichtig tot subdoorschijnend |
| Breuk | Oneffen |
| Splijting | Perfect, [001] & goed, [010] |
| Kristaloptiek | |
| Brekingsindices | 1,528 - 1,542 |
| Dubbelbreking | 0,0090 - 0,0100 |
| Overige eigenschappen | |
Het mineraal albiet is een natrium-aluminium-tectosilicaat met de chemische formule NaAlSi3O8. Het behoort tot de veldspaten.
Inhoud |
[bewerk] Eigenschappen
Het witte, grijze of lichtblauwgroene albiet heeft een glasglans, een witte streepkleur, een perfecte splijting volgens kristalvlak [001] en een goede volgens [010]. De gemiddelde dichtheid is 2,62 en de hardheid is 7. Het kristalstelsel is triklien en het mineraal is noch radioactief, noch magnetisch.
[bewerk] Naamgeving
De naam van het mineraal albiet is afgeleid van het Latijnse albus, dat "wit" betekent.
[bewerk] Voorkomen
Albiet is een zeer veel voorkomende veldspaat in metamorfe en stollingsgesteenten. Het komt met name voor in pegmatieten. Het is het natrium-eindlid van de plagioklaas-reeks (albiet-anorthiet) en van de kaliveldspaat-reeks (albiet-orthoklaas). De typelocaties voor albiet zijn aangewezen als Amelia in Virginia, VS en de Bourg d'Oisans en Isère in Frankrijk.
