Notaris
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een notaris is een persoon die bevoegd is om authentieke akten op te maken ('te verlijden') in de gevallen waarin
- de wet aan hem of haar die bevoegdheid toekent
- een partij dit van hem verlangt
(vergelijk: artikel 2 lid 1 van de Wet op het notarisambt 1999). Notarissen zijn lid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en staan onder tuchtrechtelijk toezicht van de Kamer van Toezicht en onder financieel toezicht van het Bureau Financieel Toezicht.
Inhoud |
[bewerk] Werkterreinen
De wet heeft de notaris de bevoegdheid gegeven authentieke akten op te maken, met name op het gebied van:
- het personen- en familierecht (het opmaken van huwelijksvoorwaarden, testamenten, scheidingsakten, verklaringen van erfrecht, etc.)
- het onroerend goedrecht (het opmaken van akten van levering, hypotheekakten, akten in het kader van een openbare veiling etc.)
- het rechtspersonenrecht (het opmaken van akten van oprichting, statutenwijzigingen en dergelijke)
Daarnaast kunnen partijen de notaris ook vragen om andere akten voor hen in notariële vorm op te maken. Het gaat daarbij om akten die partijen anders als onderhandse akten zouden opmaken (meestal diverse soorten overeenkomsten).
[bewerk] De plaats van de notaris in de maatschappij
De wet schrijft de tussenkomst van de notaris bij het opmaken van een akte voor, als de notariële vorm vereist is voor de geldigheid van die akte. Dit vloeit voort uit de wijze waarop de notaris zijn werkzaamheden dient te verrichten en de waarborgen die de notaris daarbij biedt. Het gaat hierbij met name om
- de adviserende taak en specifieke kennis van de notaris
- de onafhankelijkheid waarin de notaris zijn functie kan vervullen (vergelijk met de rechterlijke macht)
- de onpartijdigheid van de notaris
- de verplichting van de notaris om partijen gedegen voor te lichten over de gevolgen van de door hen te verrichten rechtshandelingen, ookwel 'Belehrungspflicht' geheten
- de verplichtingen van de notaris omtrent de wijze van opstellen, registreren en bewaren van de akten.
De notariële akte is vooral bedoeld om een grote rechtszekerheid te hebben. In het bewijsrecht heeft de notariële akte dan ook een aanzienlijk sterkere positie dan een niet-notariële akte (een onderhandse akte).
Ook in gevallen waarin de wet niet de tussenkomst van de notaris verplicht, kan het nuttig zijn om een notaris in te schakelen. Indien twee partijen een overeenkomst hebben bereikt, bijvoorbeeld over de betaling van een geldsom, dan kan deze overeenkomst notarieel worden vastgelegd. Het grote voordeel hiervan is de executoriale kracht van de notariële akte. Komt één van beide partijen de overeenkomst niet na, dan kan de andere partij direct (executoriaal) beslag leggen op de goederen van de partij die in gebreke blijft en hoeft dus niet eerst een procedure op te starten bij de rechter.
Omdat veel akten standaard zijn - bijvoorbeeld bij aankoop van doorsnee woonhuizen - is het de vraag of een notaris in vele gevallen nog nodig is. In Italië is tussenkomst van notaris zelfs bij de verkoop van een tweedehands auto verplicht als waarborg. Door grote politieke invloed van het notariaat in Nederland is een radicale modernisering van het notariële recht niet te verwachten.
[bewerk] Ambtenaar en ondernemer
Volgens de wet is de notaris zowel openbaar ambtenaar als ondernemer. Enerzijds dient de notaris te handelen in het publieke belang. Dit uit zich onder andere in de verplichting van de notaris om op verzoek van partijen een akte op te maken (de zogeheten ministerieplicht). Anders gezegd: als een cliënt van de notaris verlangt dat hij voor hem een testament opstelt dan is de notaris gehouden om aan dat verzoek gehoor te geven aangezien hij niet zonder reden mag weigeren.
Anderzijds is de notaris als ondernemer verplicht de commerciële belangen van zijn kantoor in de gaten te houden. De notaris is dan wel openbaar ambtenaar met een publieke taak, maar hij ontvangt geen bezoldiging van overheidswege. De notaris dient zelf te zorgen voor zijn inkomsten die hij ontvangt doordat hij de cliënten een honorarium (een 'tarief') in rekening brengt. Anders dan voorheen het geval was, is de hoogte van het honorarium van de notaris sedert enkele jaren 'vrij'. De notaris mag derhalve zelf de hoogte van zijn honoraria vaststellen.
Voor de notaris levert het tegelijk zijn van én openbare ambtenaar én ondernemer regelmatig ingewikkelde situaties op.
[bewerk] Notaris en ethiek
Mede doordat een notaris openbaar ambtenaar is en een monopolie bezit op het verrichten van een aantal rechtshandelingen, dient zich ook de vraag aan in hoeverre een notaris zich in zijn ambt kan en mag laten leiden door zijn persoonlijke opvattingen of overtuigingen. Anders gezegd: mag een notaris zijn ambt en medewerking weigeren als het gevraagde niet strookt met zijn bijvoorbeeld religieuze overtuigingen.
Deze situatie deed zich in oktober 2005 voor toen twee mannen in het kader van hun voorgenomen burgerlijk huwelijk naar Belgisch recht zich aandienden bij een Antwerpse notaris voor zijn medewerking bij het opstellen en verlijden van een huwelijkscontract. De betreffende notaris weigerde behulpzaam te zijn bij het opstellen van een huwelijkscontract omdat hij op grond van zijn ethische normen niet mee kon werken aan het tot stand komen van een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht. Via een met behulp van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding gevoerde tuchtprocedure, werd in het voorjaar 2006 zowel door de provinciale Antwerpse Kamer van notarissen als door de nationale kamer van Notarissen uitdrukkelijk bepaald dat een notaris zich niet kan laten leiden door zijn persoonlijke opvattingen of overtuigingen om zijn ambt te weigeren. De betreffende notaris werd dan ook berispt. Voorzover het om ambtsweigering gaat kan de Belgische notaris zich alleen maar beroepen op artikel 3 in de deontologische code voor het notariaat, goedgekeurd bij KB van 21 september 2005 (Belgisch Staatsblad 3 november 2005).
De situatie heeft zich (nog) niet in Nederland voorgedaan, maar gesteld kan worden dat in Nederland hetzelfde resultaat zou worden behaald.
[bewerk] Partijnotaris
In Nederland komt steeds meer het fenomeen op van de partijnotaris, dat wil zeggen een notaris, die de belangen van vooral één van de contractspartijen behartigt. De notaris treedt dan niet als onafhankelijke notaris op. Dit is een ontwikkeling die ook in Frankrijk voorkomt. Van belang is dat partijen zich dat terdege realiseren. De notaris zou dat aan de wederpartij duidelijk bekend moeten maken, zodat die wederpartij een eigen notaris kan inschakelen, die hij dan zelf betaalt. In juridische kringen is ook kritiek te vernemen op de partijnotaris.
[bewerk] Opleiding
In België wordt men notaris na 5 jaar rechtenstudie aan een universiteit, gevolgd door een bijkomend jaar "licentiaat in het notariaat". Om het beroep echt uit te kunnen oefenen volgt nog een stage en een vergelijkende examen met numerus clausus.
In Nederland duurt de universitaire opleiding van de studie Notarieel Recht vier jaar. Aan zes Nederlandse universiteiten is het mogelijk notarieel recht te studeren. Broederschap der Notariële Studenten (ookwel: BNS) is het overkoepelend orgaan van de verschillende notariële studieverenigingen die er in Nederland zijn. Om tot notaris benoemd te kunnen worden moet een kandidaat-notaris een drie jaar durende post-doctorale opleiding hebben afgerond en minimaal 6 jaar werkervaring in het notariaat hebben.