Lázaro Cárdenas del Río
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lázaro Cárdenas del Río (Jiquilpan, 21 mei 1895 – Mexico-stad, 21 oktober 1970) was een Mexicaans politicus en militair. Hij was president van Mexico van 1934 tot 1940. Cárdenas was een buitengewoon charismatisch staatsman, en geldt als een van de populairste presidenten die Mexico ooit gehad heeft.
Inhoud |
[bewerk] Vroege jaren
Cárdenas kwam uit een middenklassengezin uit de staat Michoacán. Cárdenas was een mesties, zijn voorouders waren deels Purépecha. Tijdens zijn jeugd had hij verschillende baantjes, waaronder belastingontvanger en gevangenisbewaker. In 1913 sloot hij zich aan bij de Mexicaanse Revolutie in het Constitutionalistische Leger
Hoewel een tegenstander van militarisme, klom hij snel op in het Mexicaanse leger. Na de Mexicaanse Revolutie steunde hij generaal Alvaro Obrégon in zijn opstand tegen president Venustiano Carranza. Nadat Carranza was afgezet werd Obrégon president. Obrégon benoemde Cárdenas, toen 25 jaar oud, tot generaal. Cárdenas diende als officier in Michoacán, waar hij bevriend raakte met Francisco J. Múgica. Toen hij de opdracht kreeg Múgica te arresteren met de mededeling dat 'het geaccepteerd werd dat Múgica tijdens zijn vlucht werd doodgeschoten', weigerde Cárdenas dit, en redde zo Múgica's leven. In de jaren twintig vocht hij tegen de De la Huertaopstand en de cristero's, de katholieke opstandelingen die een revolutie waren begonnen tegen het antiklerikale beleid van de nieuwe president Plutarco Elías Calles. Ook vocht hij tegen de opstandige generaal José Gonzalo Escobar in 1929.
In 1928 werd Cárdenas gekozen tot gouverneur van zijn thuisstaat Michoacán, waar hij landhervormingen in gang zette. Ook bevorderde de emancipatie van de Purépecha en liet hun taal en gewoontes bestuderen. Hij liet honderd nieuwe scholen bouwen in afgelegen gebieden, en zorgde dat de leraren fatsoenlijk betaald kregen. Tijdens zijn gouverneurschap bouwde Cárdenas een reputatie van eerlijkheid op. In Michoacán kreeg hij de bijnaam Tata Cárdenas (Oom Cárdenas).
Cárdenas huwde Amalia Solórzano, met wie hij in 1934 een kind kreeg, Cuauhtémoc Cárdenas.
[bewerk] Verkiezing
In 1934 werd Cárdenas door Calles naar voren geschoven als presidentskandidaat van de Nationaal Revolutionaire Partij (PNR). Calles was op dat moment de voorzitter van de partij, en de feitelijke machthebber van Mexico die regeerde door middel van marionettenpresidenten. Cárdenas won de presidentsverkiezingen met 98,19% van de stemmen tegen 1,08% voor zijn belangrijkste tegenstander Antonio Villarreal. Op 1 december trad hij aan als president.
Calles verkeerde in de veronderstelling dat hij Cárdenas als marionet kon gebruiken zoals hij bij diens voorgangers had gedaan, maar had zich daarbij misrekend. Cárdenas vond Calles en zijn aanhangers, de Callistas, te conservatief geworden en had bovendien geen zin om naar de pijpen van een ander te dansen. In 1935 brak hij met Calles en liet de callista's een voor een uit ministers- en gouverneursposten verwijderen: Emilio Portes Gil, Tomás Garrido Canabal, Luis Morones en tenslotte Calles zelf. Op 9 april 1936 liet hij Calles arresteren en deporteerde hem naar de Verenigde Staten.
[bewerk] Presidentiële termijn
Cárdenas, een moralist, weigerde steekpenningen aan te nemen van de grote oliemaatschappijen en was vrij van corruptie. Er wordt wel gezegd dat hij de enige president van de Revolutionaire Partij was die niet uit eigenbelang president is geworden. Een van de eerste maatregelen die hij nam was het halveren van zijn eigen salaris, en het verruilen van het presidentiële paleis voor het meer bescheiden Los Pinos. Hij reserveerde elke week een dag voor bezoeken waarop gewone Mexicanen hem hun problemen konden voorleggen. Verder liet hij casino's en bordelen sluiten en schafte de doodstraf af.
Cárdenas stond bekend als een man die veel over had voor de arme boerenbevolking. Hij liet meer land uitdelen onder landlozen dan al zijn voorgangers en opvolgers bij elkaar. Ook in de economisch belangrijke gebieden, waaronder La Laguna, de sisalplantages van Yucatán en de rijstbouw in de Yaquivallei, gebieden die door zijn voorgangers met rust gelaten werden, werden ejidos, gemeenschappelijke boerderijen gevormd. Ook landerijen die in bezit waren van buitenlander werden niet ontzien. In totaal deelde Cárdenas 20 miljoen hectare land uit, waardoor aan het einde van zijn termijn een derde van de Mexicanen land had ontvangen. Deze landbouwhervormingen betekenden het definitieve einde van het haciëndasysteem. Ook arbeiders konden op zijn steun rekenen. Niet alleen stond hij stakingen voor loonsverhoging of verbetering van werkomstandigheden toe; hij moedigde ze zelfs aan.
Cárdenas probeerde Mexico op een corporatistische manier in te richten. Hij hernoemde de PNR tot Partij van de Mexicaanse Revolutie (PRM), dat ging functioneren als overkoepelend systeem waarin allerlei belangenorganisaties, waaronder de Confederatie van Mexicaanse Arbeiders (CTM) en de Nationale Boerenconfederatie (CNC), geïntegreerd werden. Op deze manier kon de PRM op elk niveau haar invloed laten gelden, terwijl andersom iedereen op deze manier vertegenwoordigd was en zijn zegje kon doen. De PRM had 'de vierpotige stoel' als bijnaam, omdat het zich richtte op vier bevolkingsgroepen: arbeiders, middenklasse, boeren en bureaucraten.
In 1938 was er een conflict ontstaan tussen buitenlandse oliemaatschappijen en de CTM, die een loonsverhoging en betaling van achterstallig loon eiste voor de arbeiders in de olie-industrie. Het Hooggerechtshof stelde de CTM in het gelijk, maar de oliemaatschappijen weigerden zich daarbij neer te leggen. Cárdenas koos de zijde van de arbeiders. Hij ging over tot de en nationaliseerde de olie-industrie (Expropiación Petrolera) en de oprichting van Petroleos Mexicanos. Buitenlandse oliemaatschappijen en hun regeringen waren furieus. Het Verenigd Koninkrijk en Nederland verbraken de betrekkingen met Mexico. Ook de Verenigde Staten stelden een boycot in, maar kwamen hier later op terug aangezien ze de Mexicaanse olie met het oog op de naderende Tweede Wereldoorlog hard nodig hadden. Op de korte termijn betekende de nationalisatie een klap voor de economie, dat de Mexicaanse bevolking probeerde te compenseren door persoonlijke bezittingen te verzamelen, om daarmee de schadevergoedingen te kunnen bekostigen. De gouverneur van San Luis Potosí Saturnino Cedillo kwam na de nationalisatie in opstand, maar werd vrij eenvoudig verslagen door het Mexicaanse leger. Op de langere termijn had de nationalisering echter een positief effect op de economie.
Hoewel de belangrijkste afnemers van Mexicaanse olie nu Nazi-Duitsland, Italië en Japan waren, voerde Cárdenas een anti-fascistische internationale politiek. Mexico was het enige land dat bij de Volkenbond een aanklacht indiende wegens de Anschluss, en Mexico ontving republikeinse vluchtelingen uit de Spaanse Burgeroorlog met open armen. Binnen Mexico liet Cárdenas de door Calles gesteunde semi-fascistische goudhemden en de katholiek-fascistische Nationaal Synarchistische Unie bestrijden. Internationaal werd Cárdenas wel veroordeeld als 'communist', 'bolsjewiek' en 'stalinist'. Dat laatste beantwoordde hij door Leon Trotski onderdak te bieden in Mexico.
In tegenstelling tot de voorgaande presidenten die een antiklerikale politiek voerden en de Rooms-Katholieke Kerk vervolgden, zette Cárdenas de vervolgingen stil en verbeterde de relaties met de kerk. Ook bood hij de pacifistische Mennonieten in het noorden van Mexico bescherming aan die te lijden hadden van roversbenden. Wel trachtte hij de invloed van de kerk op het onderwijs te verminderen door een 'socialistische educatie' door te voeren. Deze educatie stuitte op veel kritiek, waardoor Cárdenas besloot een aantal punten, waaronder anti-katholieke sentimenten en seksuele voorlichting te schrappen.
[bewerk] Opvolging
Velen hadden verwacht dat Cárdenas zijn oude vriend Múgica als presidentskandidaat zou benoemen. Cárdenas vreesde echter dat dit de rechtervleugel van de partij teveel zou vervreemden, dus in plaats van Múgica wees hij zijn minister van defensie Manuel Ávila Camacho aan. Ávila Camacho's belangrijkste tegenstander was generaal Juan Andreu Almazán, de kandidaat van de nieuwe Revolutionaire Partij van Nationale Eenwording (PRUN). Ávila Camacho de verkiezingen met 93,90% van de stemmen tegen 5,73% voor Almazán. De verkiezingen gingen echter gepaard met geweld en fraude, met goedkeuring van Cárdenas. Almazán overwoog een opstand te starten en vroeg steun aan Nazi-Duitsland. De Amerikaanse regering verklaarde echter de Mexicaanse regering koste wat kost te steunen tegen Almazán om zo te voorkomen dat het fascisme voet aan de grond zou krijgen in Amerika. Hierdoor bedacht Almazán zich, en ontvluchtte het land.
[bewerk] Latere jaren
Na zijn presidentschap werd Cárdenas minister van defensie. Hij steunde de oorlogsverklaring aan de as-mogendheden in 1942.
In 1945 trad hij af en ging hij in een bescheiden huis wonen aan het Pátzcuaromeer. Het grootste deel van zijn tijd besteedde hij aan het bevorderen van onderwijs en projecten voor de arme bevolking van Mexico. Hij bleef actief in de linkervleugel van de partij, die inmiddels was omgedoopt tot Institutioneel Revolutionaire Partij (PRI). Hij bekritiseerde regelmatig het ondemocratische karakter van de partij, en was van mening dat de PRI te conservatief was geworden. Internationaal sprak hij zich uit voor de bevordering van het socialisme en de democratie in Latijns-Amerika en bekritiseerde meerdere malen het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten. Hij veroordeelde de Amerikaanse Operatie PBSUCCESS, waarbij in 1954 de democratisch gekozen president van Guatemala Jacobo Arbenz Guzmán uit het zadel werd gestoten, de invasie in de Varkensbaai en de Vietnamoorlog.
Cárdenas overleed aan kanker in 1970. Per testament liet hij zijn huis na aan de UNESCO, om er een school te vestigen.
[bewerk] Nalatenschap
Zie ook het artikel cardenisme. |
Samen met Benito Juárez is Cárdenas de populairste president die Mexico gekend heeft. Verschillende steden in het hele land zijn naar hem genoemd, waarvan Lázaro Cárdenas de grootste is. Hij was een charismatische populist die nog steeds wordt gezien als iemand die bijzonder veel heeft gedaan voor de arme Mexicanen. Internationaal wordt hij vaak vergeleken met Juan Perón van Argentinië en Getúlio Vargas van Brazilië, generatiegenoten met een vergelijkbare regeerstijl. De invloed van Cárdenas op de moderne geschiedenis van Mexico is moeilijk te overschatten. Hij legde de basis van het politieke en economische stelsel dat bijna een halve eeuw zou bestaan, hoewel hij de Mexicaanse regering en de PRI later zelf vaak bekritiseerde. Bij conservatieven, rijke landeigenaren en buitenlandse regeringen heeft hij zich om begrijpelijke redenen echter nooit populair weten te maken.
Zijn zoon Cuauhtémoc Cárdenas is tegenwoordig een prominent Mexicaanse politicus. Hij was voormalig burgemeester van Mexico-stad en gouverneur van Michoacán. In 1988 deed hij mee aan de presidentsverkiezingen. Die verloor hij, maar volgens velen was dat omdat de PRI stembusfraude had gepleegd. Cuauhtémocs zoon en Lázaro's kleinzoon Lázaro Cárdenas Batel is eveneens een politicus en voormalig gouverneur van Michoacán. Cárdenas' weduwe, geboren in 1911, is nog steeds in leven.
[bewerk] Noten
- ^ Bron: University of Arizona, Cárdenas Administration Documents
Voorganger: Luis Méndez |
Gouverneur van Michoacán 1928-1929 |
Opvolger: Dámaso Cárdenas |
Voorganger: Dámaso Cárdenas |
Gouverneur van Michoacán 1930-1932 |
Opvolger: Benigno Serrata |
Voorganger: Abelardo Luján Rodríguez |
President van Mexico 1934-1940 |
Opvolger: Manuel Ávila Camacho |