Goedendag (wapen)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De goedendag was een wapen van Vlaamse oorsprong.
[bewerk] Vorm en gebruik
De goedendag was een eenvoudig en goedkoop maar geducht wapen, dat vooral in de 13e en 14e eeuw gebruikt werd. Het werd vooral bekend in de Guldensporenslag, waar het uiterst effectief bleek tegen chargerende ruiters.
Het wapen was een circa anderhalve meter lange boomstam van 10 cm diameter, die aan het uiteinde dikker uitliep en bovenaan voorzien was van een stalen punt. Het wapen kon op twee manieren gebruikt worden: als slagwapen (knots) of als steekwapen. Het was voldoende stevig om een aanval van een gepantserde ruiter te stoppen. Tijdens de Guldensporenslag werd een strijder met een goedendag naast een wapenbroeder met een speer ingezet. De speervechter probeerde het paard ten val te brengen, terwijl de man met de goedendag de aanval van de ruiter stopte. Deze methode bleek goed te werken.
Uiteindelijk ontwikkelde men nieuwe wapens die de goedendag overtroffen. In de vijftiende eeuw was het wapen in onbruik geraakt.
[bewerk] Naam
De herkomst van de naam is onduidelijk. De Vlamingen zelf noemden het een gepinde staf. De naam goedendag komt uitsluitend voor in Franse verslagen uit die tijd, La Branche des royaus lingnages van Guillaume Guiart; "Godendac". Het is wellicht afgeleid van "dag", hetgeen "dolk" betekent in het Keltisch. Dagger in het Engels : dolk. Goedendag: dus goede dolk.
Er bestaat nog een geheel andere (denkbeeldige) verklaring voor de herkomst van de naam. Als de Vlaamse soldaten de Fransen op hun goedendag spietsten, staken ze die meestal met de punt in de keel van de vijand. Zo waren ze zeker dat die direct dood was, en het was ook de enige plaats waar men gemakkelijk door het harnas kon spietsen. Doordat de goedendag in de keel van de vijand drong, knikte die met zijn hoofd naar voren. Het leek alsof de getroffene "Goedendag" zei, en de Vlamingen zouden dit zo lachwekkend hebben gevonden dat zij daaraan de benaming ontleenden.
Vaak wordt de goedendag verward met een ander, door het voetvolk gebruikt wapen : de ghecante pede met scerpe nagelen of morgenster. Deze strijdknots bestond uit een houten schacht met een verdikt uiteinde, dat met ijzeren punten was beslagen. Vaak wordt ook de strijdvlegel verkeerdelijk "goedendag" genoemd, vermoedelijk een fout die door de stripverhalenreeks De Rode Ridder zijn intrede maakte in het taalgebruik.[bron?]