Fusie van Belgische gemeenten
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De fusie van Belgische gemeenten vond voornamelijk plaats op 1 januari 1977. Op die dag werd het aantal Belgische gemeenten, door de samenvoeging van vroeger autonome gemeenten, gereduceerd van 2359 tot 596.
Inhoud |
[bewerk] Voorgeschiedenis
In België waren er in 1831 2739 gemeenten. Dit aantal bleef min of meer constant tot in 1961.
In dat jaar werd de Eenheidswet gestemd waarbij hoofdstuk vier gewijd was aan de territoriale organisatie van de gemeenten. De bevoegdheid om gemeenten op te heffen werd voor een periode van tien jaar aan de uitvoerende macht toevertrouwd. Gemeenten mochten samengevoegd worden indien overwegingen van vooral financiële aard maar ook van geografische, taalkundige, economische, sociale of culturele aard de fusies rechtvaardigden. Alle voormalige gemeenten die nog zelfstandig waren op 1 januari 1961 mogen zich deelgemeente noemen van de fusiegemeente maar hebben geen bestuurlijke functie meer. Het parlement diende echter deze wetsvoorstellen goed te keuren.
De procedure betekende een aanzienlijke vereenvoudiging voor fusies en grenswijzigingen. In 1964 en in 1969-1970 werden zo reeds een 300-tal gemeenten opgeheven. Het aantal Belgische gemeenten liep terug van 2663 in 1961 tot 2586 in 1965, 2359 in 1971 en tenslotte 596 in 1977 en 589 in 1983.
[bewerk] Fusie van 1977
Het was Lucien Harmegnies, Minister van Binnenlandse Zaken in de Regering-G. Eyskens V (1968-1972) die besliste om verder te gaan met de herschikking van het Belgische grondgebied. In 1971 werden de bepalingen van de Eenheidswet verlengd en aangepast zodat ze ook van toepassing waren op grote agglomeraties die aanvankelijk buiten de wet vielen door hun specifiek karakter. Dit was nodig als voorbereiding voor de grootschalige gemeentelijke herindeling van 1977. Een andere minister van Binnenlandse Zaken, Joseph Michel uit de Regering-Tindemans I, leidde het volledige project.
Op 6 oktober 1975 werd het wetsontwerp in verband met de fusie ingediend. Dit voorstel was ingegeven door de vaststelling van de beroerde financiële toestand waarin vele Belgische gemeenten verkeerden. Via de fusie met rijkere gemeenten kon de schuldenlast beperkt worden, en zou het overtollige gemeentepersoneel afvloeien.
Vooral kleinere gemeentes voelden zich gedupeerd, waardoor de parlementaire debatten soms heftig verliepen. De wet werd uiteindelijk aangenomen op 30 december 1975, en trad in voege op 1 januari 1977. Hierdoor verminderde het aantal Belgische gemeenten verder van 2359 in 1976 tot 596 na deze herindeling.
Als taalfaciliteiten bij een eventuele fusie in het geding zouden komen, werd van fusie afgezien. Hierdoor zijn er nog een paar zeer kleine gemeenten over, zoals de Limburgse gemeente Herstappe en de West-Vlaamse gemeente Mesen, beiden Vlaamse gemeenten met faciliteiten voor Franstaligen.
[bewerk] 1983
Wegens het specifieke karakter van de Antwerpse gemeentelijke herindeling trad de fusiewet van 30 december 1975 hier pas in voege op 1 januari 1983. De voormalige gemeenten werden districten genoemd, en kregen een officieuze, adviserende functie binnen het stadsbestuur. Met ingang van 1 januari 2001 verkregen zij opnieuw een bestuurlijke functie. Door de fusie van de stad Antwerpen met de randgemeenten Berchem, Borgerhout, Deurne, Hoboken, Ekeren, Merksem en Wilrijk werd het aantal Belgische gemeenten tenslotte verder gereduceerd tot 589.
[bewerk] Huidige toestand
Sindsdien zijn er geen herindelingen meer geweest; Brussel heeft namelijk voor onbepaalde tijd uitstel bekomen. Hierdoor bedraagt het totaal aantal gemeenten in België momenteel nog steeds 589:
- 308 in het Vlaams Gewest,
- 262 in het Waals Gewest
- 19 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.