Franciscus van Assisi
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De oudst bekende afbeelding van Franciscus van Assisi, een fresco in het klooster van San Benedetto in Subiaco. |
|
Geboren | 1181 in Umbrië |
Gestorven | 4 oktober 1226 in Umbrië |
Vereerd in | Rooms-Katholieke Kerk |
Heiligverklaring | 16 juli 1228 door Paus Gregorius IX |
Schrijn | Sint-Franciscusbasiliek |
Naamdag | 4 oktober |
Attributen | Lelie, crucifix, schedel[1] |
|
---|
Franciscus van Assisi (Assisi (Umbrië), 1181 - aldaar, 4 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
[bewerk] Jeugd
In 1181 wordt Franciscus in Assisi geboren. Zijn vader Petrus van Bernardone is een lakenkoopman en op het moment van zijn geboorte is de vader voor zaken in Frankrijk. Zijn moeder geeft hem de naam Giovanni (Johannes). Zijn vader geeft hem bij thuiskomst de naam Francesco (Fransman). In zijn jeugdjaren leefde hij -volgens zijn eerste biograaf Thomas van Celano- als een wildebras. Die stelde dat zo voor om het contrast bij zijn bekering beter uit te laten komen. Waarschijnlijk was Franciscus echter ook in zijn jeugd al een creatief en fijngevoelig mens. Hij wijdde zich aan de liefde, streefde naar de ridderslag en gedroeg zich bij tijd en wijle als minnezanger of troubadour.
[bewerk] Vrouwe Armoede
Na een veldslag tussen zijn geboorteplaats Assisi en de stad Perugia in 1202 werd hij gevangengezet. Daarop volgde een periode van ziekte. Weer aan de beterende hand werd Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten. Volgens zijn Testament bracht de Heer hem in hun midden en bewees hij hun barmhartigheid. Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.
Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader (die ze immers betaald had), en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.
Als Bernardus van Quintavalle en Petrus Cattani zich in 1208 bij Franciscus willen aansluiten, raadplegen zij met zijn drieën het evangelieboek van de kerk van Sint Nicolaas om te ontdekken hoe hun leven eruit moet zien. Zij stuiten daarbij op drie teksten:
- "Als je onverdeeld goed wilt zijn: ga alles verkopen wat je hebt en geef het aan de armen en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan om mij te volgen." (Mt 19,21)
- "Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren." (Lc 9,3)
- "Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis opnemen en mij volgen."
Dat is wat zij vervolgens naar vermogen doen, en daarmee is de franciscaanse beweging begonnen.
In hetzelfde jaar 1208 gaf de abt van het Benedictusklooster op de Monte Subasio het kerkje van Portiuncula in het dal bij Assisi in bruikleen aan Franciscus om het tot het centrum van zijn nieuwe beweging te maken.
[bewerk] Persoonlijke vroomheid
Franciscus was de belichaming van een nieuw persoonlijk gekleurd soort vroomheid binnen het christendom, waarbij de ontwikkeling van het individu en diens persoonlijke gaven en talenten van grote betekenis waren. Tegelijk hechtte hij grote waarde aan het behoren tot een groep gelijkgezinde gezellen, een broederschap, waarin men in elkaars noden en behoeften kan voorzien. Franciscus schreef aan het einde van zijn leven een lofzang op de natuur, het Zonnelied. Hierin bezingt hij 'de dingen van de hemel' - broeder zon en zuster maan en de sterren -, 'de dingen van de aarde' of de vier elementen - broeder wind en zuster water, broeder vuur en zuster aarde -, en tenslotte de levensweg van de mens. Franciscus zag het op zich nemen van wat het leven te dragen geeft als een van de manieren om dichter bij Christus te komen. Wanneer hij opmerkte 'draag uw kruis', bedoelde hij 'neem uw lot op u', 'draag uw deel van het lijden'. Franciscus wees niet alleen het lijden niet af, hij hechtte ook grote waarde aan de natuur, die hij een prachtige weergave vond van hoe de Schepper voor ons zijn wil, en ons draagt en in leven houdt. Dat gebeurt door de afwisseling van ieder weer zoals Franciscus in zijn Zonnelied zingt.
[bewerk] Franciscus' laatste jaren en overlijden
Rond 1219-1220 ontstonden er problemen in de broederschap. Franciscus, die in het Midden-Oosten verbleef, keerde daarom terug naar Italië en legde het ambt van minister-generaal van de broederschap neer. Petrus Cattani volgde hem op, en na diens dood broeder Elias Bombarone. Franciscus schreef intussen een nieuwe regelredactie, waarbij hij naar eigen zeggen van de vele kruimels één hostie wilde maken (met andere woorden: hij maakte er een meer geordend geheel van). Op 29 november werd de nieuwe orderegel door paus Honorius III met een pauselijke bulle bekrachtigd. Op 24 september 1224 had Franciscus stigmata. In de winter of lente daarna zong hij voor het eerst zijn bekende Zonnelied. Hij stierf op de vooravond van 4 oktober 1226.
[bewerk] Na zijn dood
Franciscus werd begraven in de kerk van San Giorgio in Assisi. In dezelfde kerk sprak paus Gregorius IX twee jaar later zijn heiligverklaring uit. Op verzoek van de paus ging broeder Elia, de algemeen overste van de franciscanen, over tot de bouw van de Sint-Franciscusbasiliek boven zijn graf. De dag volgend op zijn sterfdag (4 oktober) is zijn feestdag, en is in 1929 ook Werelddierendag geworden. Binnen de orde ontstaat na de dood van Franciscus een hevige strijd over hoe de Franciscanen behoren te leven. Aan de ene kant staan de ‘conventuali', die de regel interpreteerden op de wereldlijke pauselijke manier, die het armoede ideaal vrijwel schrapte uit de regel. Aan de andere kant waren er de ‘spirituali’, die duidelijk de richting van de armoede op gingen, geheel tegen de wens van de paus in. De voorstanders van beide bewegingen hebben in de loop van de jaren na zijn dood veel levensbeschrijvingen over Franciscus geschreven, waarin ze hem uitspraken en ideeën toeschreven die in overeenstemming was met hun overtuigingen. Met als gevolg dat men niet meer wist tot welke Franciscus zich te richten. Tijdens het generale kapittel in 1260 werd Bonaventura aangesteld om een ‘officiële’ biografie te schrijven. Dat lukt en deze Legenda Maior werd 1263 ter goedkeuring voorgelegd aan het generale kapittel en goedgekeurd. Het kapittel van 1266 verbood de broeders nog andere levensbeschrijvingen over de heilige te lezen en droeg allen op alle andere geschriften te vernietigen.
[bewerk] Franciscus in de kunst
De roman le Baiser aux lépreux (1922) van François Mauriac is een duidelijke verwijzing naar de persoon van Franciscus. Olivier Messiaen schreef zijn opera Saint François d'Assise (1975-1983) over Franciscus.
[bewerk] Uiterlijk
Er zijn geen betrouwbare afbeeldingen beschikbaar die Franciscus tonen zoals hij was. Wel is er in ieder geval één fresco bekend die tijdens zijn leven gemaakt is. De maker heeft Franciscus echter waarschijnlijk nooit gezien. Deze fresco bevindt zich in het klooster van San Benedetto in Subiaco. Thomas van Celano beschrijft Franciscus als klein en schriel met een slordige baard en slechte ogen.[1]
[bewerk] De belangrijkste gebeurtenissen in Franciscus' leven
- 1181/1182 Franciscus wordt geboren in Assisi
- 1202 Hij trekt mee ten strijde tegen Perugia. Franciscus wordt krijgsgevangen.
- 1203 Franciscus' vader koopt hem vrij en lange tijd ligt hij ziek thuis.
- 1204 Het bewijzen van barmhartigheid aan melaatsen brengt een ommekeer in zijn leven.
- 1205 Het kruis van San Damiano spreekt hem aan.
- 1209 Hij hoort het Evangelie van de uitzending van de apostelen en herkent hierin het levensprogramma waarnaar hij op zoek was
- 1210 Paus Innocentius geeft Franciscus en zijn eerste elf gezellen mondeling toestemming te leven volgens het evangelie
- 1212 Clara volgt Franciscus
- 1219 Franciscus gaat met een kruistocht mee, maar ongewapend. Zo bezoekt hij de sultan
- 1221 Zo'n 5000 broeders zijn aanwezig op het generaal kapittel (de algemene vergadering van de broeders)
- 1223 De leefregel van de minderbroeders wordt door de paus schriftelijk met een bulle bevestigd
- 1224 Op de berg La Verna zou Franciscus de wondtekenen van Jezus ontvangen hebben in zijn eigen lichaam (de zogenaamde Stigmatisatie)
- 1226 Franciscus sterft op 4 oktober in Portiuncula, in het dal bij Assisi
- 1228 Op 16 juli verklaart Paus Gregorius IX Franciscus heilig
[bewerk] Franciscaanse gemeenschappen
[bewerk] Franciscanen
Zie Franciscanen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Hoewel Franciscus van Assisi geen geestelijke was, begon hij te prediken en verzamelde al vrij snel een aangroeiende groep getrouwen om zich die leefden volgens de regel die Franciscus opstelde. Waar hij aanvankelijk als kluizenaar ging leven en door veel mensen verguisd werd, verkreeg hij in 1209 van paus Innocentius III toestemming om samen met deze getrouwen een nieuwe orde te stichten.
Strikte armoede was zeer lang het kenmerk van de orde der Franciscanen. Dat hield in dat de broeders niet alleen afstand deden van persoonlijk, maar ook van gemeenschappelijk bezit. Temidden van de andere kloosterorden werden ze door Franciscus de mindere broeders, Minderbroeders, genoemd. Toen zijn medebroeders eens een klein huisje hadden gebouwd om tenminste enige bescherming tegen wind, regen en zon te hebben, klom Franciscus op het dak en begon pannen naar beneden te gooien tot ze beloofden het huis weer af te breken. Elke vorm van bezit was Franciscus een gruwel.
Hierdoor werd het noodzakelijk om het noviciaatschap in het leven te roepen. De nieuwe broeders werden niet meteen minderbroeders, maar moesten een jaar in het noviciaat om hun vrome bedoelingen te bewijzen. De volwaardige broeders hadden hun kappen vast zitten aan hun pij, de novicen moesten een losse kap dragen
De broederschap breidt wegens zijn grote succes onder de leken uit over europa, ook geleerden voelen zich aangetrokken tot deze nieuwe spirituele weg. De broeders wonen samen in een ruimte die ze ‘locus’ noemen, wat letterlijk plaats in het Latijn betekent. Het was een grote cirkel waar een gracht omheen werd gegraven. In de ring werd een heg geplaatst. In het midden werden cellen geplaatst waar de broeders konden bidden. De broeders sliepen op de koude grond en heel soms als het echt koud was op hooi, met daarover een doek. Vanuit hier vertrokken de broeders om te bedelen en te prediken. Er werd van je verwacht als broeder om ook zelf contact te zoeken met god. De manier om dit te doen was geënt op de Heremitische traditie, die Franciscus zelf bewonderde en vaak naleefde. De richtlijnen die voor de broeders werd aangehouden is eveneens afkomstig uit de evangeliën. In Lucas 10:38 komt Jezus op bezoek bij Maria en Marta. Maria gaat aan de voeten van Jezus zitten en luistert naar het verhaal van Jezus. Marta zorgt ondertussen voor de twee. Zo gaat het ook bij de minderbroeders. In afzondering, op zoek naar God zijn ze in drie of viertallen. twee sluiten zichzelf dagenlang af om er te bidden tot god en naar hem te luisteren, terwijl de andere twee als Marta voor hen zorgen. Eenmaal per jaar word een generaal kapittel gehouden waar eerst de gebeurtenissen worden besproken, maar later, als de broederschap steeds groter word, en Franciscus minder controle kan uitoefenen over al die mensen die zich bij hem aansluiten worden de kapittels steeds meer gebruikt om bepaalde regels op te stellen. Sommige van de nieuwe broeders interpreteren de manier van leven volgens Franciscus in de ruime zin. De grote toestroom van de vele nieuwe leden, de mobiliteit van de broeders alsmede het feit dat de controle alleen plaatsvindt binnen het netwerk van de persoonlijke relaties tussen de broeders, maken het moeilijk, vrijwel onmogelijk om te komen tot een homogene gelijkwaardige broederschap, die allen hetzelfde ideaal nastreven.
[bewerk] Clarissen
Zie Clarissen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De vrouwelijke tak van de Franciscanen werd gesticht door de heilige Clara van Assisi, van wie Franciscus veel hield, omdat ze de heilige armoede net zo was toegedaan als hijzelf. Vandaar dat een gedeelte van de vrouwelijke volgelingen van Franciscus bekend staat als de Clarissen. Het is de tweede orde, omdat zij na die van de broeders werd gesticht.
[bewerk] Orde van Franciscaanse Seculieren (O.F.S.)
Zie Orde van Franciscaanse Seculieren voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Later stichtte Franciscus nog een derde orde. Deze bestaat intussen deels uit zusters franciscanessen en franciscaanse broeders, en deels uit 'leken', overeenkomstig de oorspronkelijke bedoeling. Tegenwoordig staat de laatste bekend als de Orde van Franciscaanse Seculieren (O.F.S.), eerder als Franciscaanse Leken Orde (F.L.O.).
[bewerk] Franciscaanse congregaties
Zie Franciscanessen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
In de volgende eeuwen ontstonden verschillende congregaties: kloostergemeenschappen van mannen en vrouwen die zich ook op Franciscus baseren en werkzaam waren en zijn in bijvoorbeeld het onderwijs, verpleging, missie of de opvang van verwaarloosde kinderen. Vooral in de negentiende eeuw zijn er in Nederland veel congregaties opgericht, die zich op de regel voor de derde orde van Franciscus baseerden. Zo zijn er bijvoorbeeld de zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria (bekend als de zusters F.M.M.), de Zusters Franciscanessen der Onbevlekte Ontvangenis van de H. Moeder Gods en ook de Kleine Zusters van de Heilige Jozef hebben een franciscaanse inspiratie.
[bewerk] Invloed
[bewerk] De iconografie van Franciscus
Franciscus wordt afgebeeld in het verschoten grauw-bruine habijt dat hij altijd droeg. Hij draagt als gordel een touw met drie knopen. Deze verwijzen naar de drie geloften, die de minderbroeders, de mannelijke volgelingen van Franciscus, afleggen. Het bruine habijt en het touw met de knopen vormen vandaag ook nog de kenmerken van de minderbroeders. De handen van Franciscus zijn doorboord, omdat hij tijdens een visioen van Christus aan het kruis diens wonden aan handen, voeten en zijde in zijn eigen lichaam ontvangen zou hebben, waarbij hij de eerste heilige in de geschiedenis was die de zogenaamde stigmata droeg.
Verder heeft hij (vanaf de 16e eeuw) vaak een schedel bij zich, die de vergankelijkheid van al het stoffelijke symboliseert. Franciscus preekte immers de waardeloosheid van alle aardse goederen. Hij verbond dit met een grote waardering voor al het geschapene, zoals mag blijken uit zijn bekende Zonnelied. Vaak wordt hij afgebeeld met andere heiligen uit zijn eigen orde, zoals de heilige Antonius van Padua, de heilige Clara of de heilige Margaretha van Cortona. Ook zie je hem vaak samen met de heilige Dominicus, de stichter van de andere grote bedelorde in de Rooms-Katholieke Kerk, de Dominicanen.
Afbeeldingen van Franciscus zijn dikwijls geïdealiseerd. Dat geldt ook voor de afbeelding aan het begin van dit artikel. Volgens tijdgenoot Thomas van Split was hij "een min mannetje om te zien": hij was klein van gestalte en had flaporen. Zo ongeveer heeft Cimabue hem afgebeeld in de benedenkerk van Assisi (zie afbeelding bij deze paragraaf).
[bewerk] Verwezenlijkingen
Franciscus heeft - in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd - de kerststal niet bedacht. Wel heeft hij met de eerste levende kerststal die wij kennen - in 1223 in Greccio - bijgedragen aan de verspreiding van dit idee. Hij stond ook aan de wieg van vele volkse devoties waaronder de kruiswegdevotie. In de Rooms-Katholieke Kerk is Franciscus op 26 juli 1228 heilig verklaard. In 1230 werd zijn lijk overgebracht naar een plek waar de aan hem toegewijde basiliek zou worden gebouwd die in 1235 werd ingewijd. Deze grafkerk werd een van de belangrijkste centra van de Italiaanse kunst.
[bewerk] Kunst
Franciscus' leer sluit goed aan op de spirituele nood van zijn tijd die niet los te koppelen is van de gotische 'gevoeligheid' en de groeiende aandacht voor Christus als mens. In de kunst worden thema's als Christus' lijden, de alledaagse dingen en zijn kindertijd ook belangrijker. Dit kan gesitueerd worden in de herwaardering van de mens in de hoge Middeleeuwen: als wezen, lichaam en denkende en voelende drager van de geest. Zijn lijden, opoffering, het kruis als martelwerktuig komen vooral bij Holbein en Grünewald, onder invloed van Franciscus, sterk terug in hun schilderijen.
[bewerk] Externe links
- Franciscaanse gemeenschappen in Nederland - een overzicht
- Middeleeuwse levensbeschrijvingen van Franciscus en Clara in vertaling, Franciscaans Studiecentrum, Utrecht
- De Franciscaanse Beweging, een open gemeenschap van navolgers
- Vertaalde teksten van Franciscus, waaronder het Zonnelied
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden in de categorie Franciscus van Assisi van Wikimedia Commons. |
Bronnen, noten en/of referenties: |
|