Draaiorgel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een draaiorgel is een automatisch spelend pijporgel. Naast orgelpijpen kan een draaiorgel ook andere instrumenten hebben, bijvoorbeeld slagwerk.
De pijpen van een draaiorgel zijn meestal van hout. De pijpen worden van lucht (bij orgels spreekt men van "wind") voorzien door een blaasbalg. Het draaiorgel is verwant met andere pijporgels, met als grootste verschil dat andere pijporgels door mensenhanden en -voeten worden bediend en het draaiorgel door een draaiorgelboek. De eerste draaiorgels werkten met een houten cilinder met daarop metalen pinnen en bruggen voor de aansturing van de ventielen.
In 1892 kwam het orgelboek van karton, later gevolgd door rollen van papier. Als nieuwste aanwinst wordt voor de besturing nu ook een computer gebruikt, die wordt aangestuurd met midibestanden. Door het gebruik van midibestanden is nu veel meer mogelijk. Het repertoire van een orgel is nu zeer uitgebreid, omdat men geen grote hoeveelheid orgelboeken meer mee hoeft te nemen. Ook zijn er nu arrangementen mogelijk die veel complexer zijn dan met een boek mogelijk is. De schakeltijd van een door MIDI aangestuurd orgel is zeer kort, waarmee de timing natuurlijker is en de muziek beter klinkt. Als men hetzelfde arrangement zou willen spelen met een boek, zou het boek uit elkaar vallen.
Men kan nu vooraf bepalen welke muziek men wil horen en verzoeknummers zijn meteen te programmeren. Het draaiorgel dat met midibestanden werkt heeft dus grote voordelen. Ook andere instrumenten kunnen aangestuurd worden door de midifiles, zoals een percussie groep en een glockenspiel of xylofoon.
Inhoud |
[bewerk] Soorten draaiorgels
Het meest bekende soort draaiorgel in Nederland is het grote straatdraaiorgel. Daarnaast kunnen het dansorgel en het kermisorgel als varianten van het draaiorgel onderkend worden. Het dansorgel is vooral bekend in het zuiden van Nederland, in het noorden is het kermisorgel bekender. In andere Europese landen wordt straatmuziek gemaakt door kleine, draagbare orgels, die tegenwoordig in Nederland "handdraaiorgels" worden genoemd. De laatste jaren ziet men steeds meer van deze kleine orgels in Nederland verschijnen. De meeste van deze orgeltjes worden nu in Duitsland vervaardigd en zijn moderne vormen van de voorlopers van de Nederlandse orgels. Replica's van oude Berlijnse Leierkasten, zoals deze draaiorgeltjes in Duitsland genoemd worden, wordt onder anderen gemaakt door de Orgelbaumeister Hofbauer uit Göttingen (Dld). Op deze pagina ziet men een afbeelding van een 37-toets Hofbauer handdraaiorgel, compleet met xylofoon en percussie.
[bewerk] Geschiedenis
De oorsprong van de draaiorgels ligt vermoedelijk in Italië. De Italiaan Ludovico Gavioli begon omstreeks 1850 in Parijs met het vervaardigen van kleine straatdraaiorgels die zó succesvol waren dat hij als de vader van het moderne draaiorgel beschouwd kan worden. Later gingen ook andere Fransen, Belgen en Duitsers deze instrumenten vervaardigen. In 1875 begon de Belg Leon Warnies als eerste een draaiorgelverhuurbedrijf in Amsterdam, waarna er nog vele volgden. Warnies wordt beschouwd als de grondlegger van de typisch Nederlandse straatdraaiorgelcultuur. Zijn nazaten zijn nog steeds actief in de Nederlandse draaiorgelwereld, onder andere in het draaiorgelbedrijf Perlee Orgels te Amsterdam.
De firma E. Pluer heeft zich toegelegd op het vervaardigen van exacte kopieën van de exemplaren welke Belg Leon Warnies 125 jaar geleden begon te importeren.
[bewerk] Tegenwoordige tijd
Nog altijd zijn in Nederland draaiorgels op straat te bewonderen. Verder bezit het Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement een groot aantal orgels en bestaat er sinds 1954 een vereniging van liefhebbers, de Kring van Draaiorgelvrienden (KDV). Op het moment is 's werelds grootste draaiorgel de Victory.