De Veenboer
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Veenboer of Soliman-reys (in de Engelse bronnen Sulayman Reis) was afkomstig uit Hoorn, en net als anderen was hij begonnen als Kaper voor hij Piraat werd. De titel Soliman-reys ("reys" staat voor Admiraal) kreeg hij van de Grootheer der Moslims uit Constantinopel in 1616, nadat hij zich had bekeerd tot de Islam.
Inhoud |
[bewerk] De bronnen
Het meeste wat wij vandaag de dag weten van de Veenboer komt van de brieven die zijn geschreven door Wynant de Keyser van Bollandt Die in 1616 naar Algiers vertrok als Consul. Die werd door de zeeman, koopman en onderhandelaar "Moy Lambert" omschreven als "iemand dey onse natie geen goet en doen sal" de volgende jaren bewezen het gelijk van Moy Lambert, en de beweringen van "Wynant" moeten dus met enige reserve worden bekeken. Over het einde van de Veenboer bestaat geen twijfel, het relaas hierover is van de hand van "Capeteyn Deavid Pietrersz. de Vries" van Hoorn. De brieven van Weynant en het verslag van Piersz. de Vries zijn bewaard gebleven in het nationaal archief. Deze zijn nauwkeurig onderzocht en in 1964 beschreven door de historicus en schrijver Dick Dreux. Franse en Engelse bronnen vermelden dat de Veenboer met Simon de Danser heeft gevaren en daar dus het vak heeft geleerd.
[bewerk] Van kaper tot piraat tot admiraal
Hij had als kaper ook al gauw door dat de grootste rovers aan wal zaten en besloot dus om maar voor eigen rekening te gaan kapen. Het eerst werd bekend dat de Veenboer het Jacht van schipper "Abbe van Winsen van Vlissingh" heeft geroofd, maar ook dat hij de bemanning op Chios aan land heeft gezet. Hij was zeer succesvol in de roverij en de eerder genoemde "Grootheer der moslims" kreeg van hem een zijden kaftan ten geschenke die erg in de smaak viel. Omdat de Veenboer tot de Islam was overgegaan kon hij worden aangesteld als Groot Admiraal van het Turkse rijk, en uit dien hoofde was hij geen piraat meer.
Helaas dachten de heren "Staten" daar anders over, want iedere Hollandse kaper die voor een paar grijpstuivers aan prijsgeld zeeroof bedreef in naam van "de vlagh" en ten voordele van de "Edelachtbare heren" was een eerbiedwaardige zeeheld. Maar degene die zelf profiteerde van zijn kunnen was natuurlijk een ondankbare schurk, en als nota bene de winst ook nog eens naar de andere baas ging, was dat natuurlijk onvergeeflijk. Daarom was voor de Veenboer een terugkeer naar zijn geliefde Holland en met name Hoorn bij voorbaat kansloos. Dit beseffende heeft de Veenboer de dubieuze streken van de consul verdragen, omdat dit zijn enige kans was op een pardon.
[bewerk] De "princevlagh"
Als Admiraal van de Turkse vloot was het moeilijk om zich afzijdig te houden als er gestreden werd tegen Hollandse schepen, maar als die veroverd waren kregen de Hollanders, Friezen en Zeeuwen de keuze tussen varen met ons, of als slaaf verkocht worden. Opvarenden van Franse, Engelse schepen of andere nationaliteiten werden als slaaf verkocht. Met de opvarenden van Spaanse schepen maakte hij korte metten, die werden zonder pardon overboord gezet. Hij had trouwens de door niet iedereen gewaardeerde gewoonte om schepen die de Spaanse vlag voerden zonder meer aan te vallen, en geen rekening te houden met de sterkte of aantallen van die schepen, en heel bijzonder is dat als hij dat deed, hij de "princevlagh" (oranje-wit-blauw) liet aanslaan.
[bewerk] De aanbiedingen aan de "Staten
[bewerk] Bontekoe
Dat Soliman-reys een zwak had voor zijn vroegere landgenoten blijkt onder meer uit de volgende gebeurtenis. Schipper Willem IJsbrantsz. Bontekoe, wiens journaal over zijn onfortuinlijke zeereis naar Indië later een bestseller zou worden, werd tijdens een reis naar Spanje in 1617 overvallen door Barbarijse zeerovers en meegevoerd naar Algiers. Hij werd samen met zijn broer voor 750 zilverstukken vrijgekocht door Soliman-reys en ontkwam zo aan een ellendig slavenbestaan. Zij keerden - zonder schip - naar het vaderland terug.