Berkenzwam
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Berkenzwam | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
|
|||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Piptoporus betulinus (Bull.) P. Karst. (1881) |
De berkenzwam (Piptoporus betulinus) is de niet eetbare vrucht van een schimmel uit de familie van de Fomitopsidaceae.
De vruchten van de schimmel groeien het hele jaar door.
Berken die in moerassen of op een beschaduwde plaats staan lopen het meeste gevaar om door de schimmel te worden aangestast.
De nog levende zwam heeft een roestbruine kleur, de dode zwam is bedekt met een korzelig, wit vlies.
De buisjes van de zwam staan altijd horizontaal, hoe de tak ook aan de boom zit of op de grond ligt. De sporen kunnen zich hierdoor altijd verspreiden.
De dode zwam werd vroeger gebruikt om vuur mee te maken. Gedroogd zijn ze heel lang te bewaren. De droge zwam open snijden lukt nauwelijks. Het verdroogde mycelium is taai. Het vlees wordt verkocht onder de naam polyporus en wordt door entomologen gebruikt om gedroogde insecten op te prikken voor verzamelingen. In de natuur worden de droge zwammen opgevreten door zwamkeverlarven. Alleen het witte vlies is ook voor deze kevers onverteerbaar.
Bomen die besmet zijn met de berkenzwam, leggen vroeg of laat het loodje.
[bewerk] Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving en afbeeldingen
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Piptoporus betulinus op Wikimedia Commons.
|