Benjamin Britten
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Edward Benjamin Britten (Lowestoft (Suffolk) 22 november 1913 – Aldeburgh (Suffolk), 4 december 1976) was een Engelse componist, pianist en dirigent. In Engeland wordt hij wel beschreven als de grootste componist sinds Henry Purcell en hij was zeer zeker één van de meest prominente klassieke componisten van de 20e eeuw.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
Britten volgde les aan Gresham's School te Holt, Norfolk. Hij was leerling piano bij Harold Samuel en leerling compositie bij Frank Bridge Dankzij een beurs kon hij studeren aan het Royal College of Music in Londen bij John Ireland en Arthur Benjamin.
Na al enige muziek te hebben geschreven voor documentaires (zie rubriek filmmuziek), kwam zijn doorbraak door de uitvoering van Variations on a theme of Frank Bridge, dat zijn première kreeg op het Salzburg Festival in 1937. Door de daaropvolgende composities, met name Sinfonia da Requiem en Serenade, werd hem de leidende rol in Britse klassieke muziek toebedicht. Van 1939 tot 1942 woonde Britten in de Verenigde Staten.In 1945 volgde de première van zijn tweede opera Peter Grimes, dat leidde tot de erkenning als dramaturg.
Hij had diverse ontmoetingen met Dmitri Sjostakovitsj en Mstislav Rostropovitsj. Britten schreef veel werken voor zijn partner, de tenor Peter Pears.
Hij richtte in 1948 het Aldeburgh Festival op en verwierf in 1976 de titel 'baron'.
Andere bekende werken van Britten zijn: Young Person's Guide to the Orchestra, A Midsummer Night's Dream op tekst van William Shakespeare, Death in Venice, Les Illuminations en het War Requiem.
Hij was atheïst.
[bewerk] Oeuvre
[bewerk] Opera en Toneelmuziek
- Timon van Athene, toneelmuziek (1935)
- Easter 1916, toneelmuziek (1935)
- Johnson over Jordan, toneelmuziek (1935)
- Stay Down Miner, toneelmuziek (1936)
- Agamemnon, toneelmuziek (1936)
- The Ascent of F6, toneelmuziek (1937)
- On the Frontier, toneelmuziek (1938)
- This Way to the Tomb, toneelmuziek (1945)
- Peter Grimes, opera op. 33, libretto Montagu Slater naar George Crabbes The Borough (1945)
- The Rape of Lucretia, opera (1946)
- The Beggar's Opera, op. 43, opera (1948)
- The Little Sweep, op. 45, opera (1949)
- Billy Bud, op. 50 (1951, herzien in 1960)
- Gloriana, op. 53, opera (1953)
- The Turn of the Screw, op. 54, opera (1954)
- The Prince of the Pagodas, op. 57, ballet (1956)
- Noye's Fludde, op. 59, opera (1957)
- A Midsummer Night's Dream, op. 64 (1960)
- Curlew River, op. 71, parabel (1964)
- The Burning Fiery Furnace, op. 77, parabel (1966)
- The Prodigal Son, op. 81, parabel (1968)
- Owen Wingrave, op. 85, opera (1970)
- Death in Venice, op. 88, opera (1973)
[bewerk] Koorwerken
- Saint-Nicolas, cantate
- A Hymn to the Virgin (1930, herzien in 1934)
- Christ's Nativity (1931)
- Drie tweestemmige liederen (1932 - 1933, herzien in 1955)
- A Boy was Born, op. 3
- Twee tweestemmige liederen (1933)
- Friday Afternoons, op. 7 (1935)
- The Company of Heaven (1935)
- Mei (1934)
- Te Deum (1934)
- Twee ballades (1937)
- Pacifist March (1937)
- Advance Democracy (1938)
- Ballad of Heroes, op. 14 (1939)
- A.M.D.G. (1939) - AM.D.G. staat voor Ad Majorem Gloriam Dei, "tot grotere glorie van God"
- Hopkins Settings, op. 17
- Hymn voor St Cecilia, op. 27 (1942)
- A Ceremony of Carols, op. 28 (1942)
- Rejoice in the Lamb, op. 30 (1943)
- The Ballad of Little Musgrave and Lady Bernard (1943)
- A Shepherd's Carol (1944)
- Koraal naar een oud Frans kerstlied (1944)
- Festival Te Deum, op. 32 (1945)
- Deus in adjutorum meum (1945)
- Old Joe has Gone Fishing
- Song of the Fishermen
- St. Nicolas, op. 42 (1948)
- A Wedding Anthem, op. 46 (1949)
- Vijf Bloemenliederen, op. 47 (1950)
- Koordansen uit Gloriana
- Hymne voor St Petrus, op. 56a (1955)
- Antifoon, op. 56b (1956)
- Cantata academica, op. 62 (1959)
- Missa Brevis, op. 63 (1959)
- Jubilate Deo (1961)
- Fancie (1961)
- War Requiem, op. 66 (1962)
- Psalm 150, op. 67 (1962)
- Hymne voor St Columba (1962)
- De twaalf apostelen (1962)
- Cantata misericordium, op. 69 (1963)
- Voices for Today, op. 75 (1965)
- Sweet was the Song the Virgin Sung (1931, herzien in 1966)
- The Golden Vanity, op. 78 (1966)
- The Sycamore Tree (1967)
- A Wealden Trio (1967)
- Children's Crusade, op. 82 (1968)
- Sacred and Profane, op. 91 (1975)
- Welcome Ode, op. 95 (1976)
[bewerk] Liederen
- Beware! (1925)
- Quatre Chansons Françaises (1928)
- The Birds (1929, herzien in 1934)
- The Ship of Rio (1932)
- A Poison Tree (1935)
- When you're feeling like expressing your affection (1935)
- Our Hunting Fathers, op. 8 (1936)
- Underneath the Abject Willow (1936)
- On this Island, op. 11 (1937)
- Cabaret Songs (1937)
- Not even summer yet (1937)
- To lie flat on the back with knees flexed (1937)
- Night covers up the rigid land (1937)
- Fish in the Unruffled Lakes (1938)
- The Red Cockatoo (1938)
- Les Illuminations, op. 18 (1939)
- Seven Sonnets of Michelangelo, op. 22 (1940)
- Underneath the Abject Willow (1941)
- Song on the water (1942)
- Dirge for Wolfram (1942)
- Cradle Song for Eleanor (1942)
- Serenade, op. 31 (1943)
- Now sleeps the crimson petal (1943)
- The Holy Sonnets of John Donne (1945)
[bewerk] Composities voor (solostem en) orkest
- Two Portraits, no. 1: ‘David Layton’, voor strijkorkest; no.2: ‘E.B.B.’, voor altviool en orkest, 1930;
- Double Concerto, voor altviool, viool en orkest, 1932;
- Sinfonietta, op. 1, voor kamerorkest, 1932;
- Simple Symphony, op. 4, voor strijkers, 1933-4;
- Our hunting fathers, op. 8 (tekst van W.H. Auden), symfonische cyclus voor sopraan of tenor en orkest, 1936;
- Soirées musicales, op.9 [naar thema's van Gioacchino Rossini], 1936;
- Variations on a theme of Frank Bridge, op.1 0, voor strijkers, 1937;
- Mont Juic, op. 12 [naar Catalaanse dansen], 1936-1937, in samenwerking met Lennox Berkeley;
- Piano concerto, op. 13, 1938;
- Les illuminations, op. 18 (naar Arthur Rimbaud), liedercyclus voor sopraan of tenor en strijkers, 1939;
- Violin concerto, op. 15, 1939, revisie 1958;
- Young Apollo, op. 16, voor piano en strijkers, 1939;
- Canadian Carnival, op. 19 (Kermesse canadienne), 1939;
- Sinfonia da Requiem, op. 20, 1940;
- Diversions, op. 21, voor piano (linker hand) en orkest, 1940, revisie 1954;
- Matinées musicales, op. 24 [naar thema’s van Rossini], 1941;
- Scottish ballad, op. 26, voor 2 piano’s en orkest, 1941;
- Prelude and Fugue, op. 29, voor 18 solostrijkers, 1943;
- Serenade, op. 31, voor tenor, hoorn en strijkers, 1943;
- Four sea interludes from the opera Peter Grimes, op. 33a;
- Passacaglia from Peter Grimes, op. 33b;
- The Young person's guide to the orchestra, op. 34 (Variations and fugue on a theme of Purcell), 1946;
- Occasional overture, op. 38, 1946;
- Lachrimae, op. 48a, voor altviool en strijkers, 1946;
- Symphonic suite from Gloriana, op. 53a, 1954;
- Pas de six from Gloriana, op. 57a, 1957;
- Nocturne, op. 60, voor tenor, 7 soloinstrumenten en strijkorkest, 1958;
- Cello Symphony, op. 68, 1963;
- Suite on English Folk tunes "A time there was", op. 90, voor kamerorkest, 1966-75
- Phaedra, op. 93 (naar Racine), voor mezzosopraan, slagwerk, cello, klavecimbel en strijkorkest, 1975
[bewerk] Muziek bij documentaries en films:
- Night Mail
- The Tocher
- The King's Stamp
- Negroes
- The Way to the Sea
- Telegrams
- Peace of Britain
- Men behind the Meters
- Coal Face
- When You're Feeling
[bewerk] Besproken composities
Besproken composities zijn te vinden in categorie:compositie van Britten