Nijsinghhuis
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Nijsinghhuis is een zeventiende eeuws huis aan de Hoofdweg in Eelde, in de volksmond Schultenhuis of Oud Gemeentehuis genoemd. Tot het midden van de 17e eeuw bood het onderdak aan de schultenfamilie Alting en tussen 1896 en 1939 deed het dienst als [gemeentehuis]. Het huis is een rijksmonument.
Inhoud |
[bewerk] Bewoners
In 1604 huwde Willem Jacobs Hinderkien Alting, dochter uit een oud en aanzienlijk Drents geslacht. Hij nam de naam Alting aan en hij werd in 1604 schulte van Eelde. Zijn zoon Johan, huwde Marchien Bronneger. Hun dochter Roelfien huwde Jan Nijsingh, advocaat en landschrijver. Het ambt van schulte (een combinatie van burgemeester, rechter en notaris) bleef in de familie Alting tot 1751, maar het schultenhuis ging over naar de familie Nijsingh, waardoor het zijn status als schultenhuis verloor. Lucas, de zoon van Jan Nijsingh liet het pand in 1654 grondig renoveren. In de 18e eeuw werd het huis gemoderniseerd in de Marotstijl en werd het uitgebreid met een schuur. De gevelsteen op de schuur draagt het jaartal 1726. Bovendien zorgde de familie Nijsingh voor de aanleg van een grote tuin met appelhof. Tot 1796 bewoonde een lid van de familie Nijsingh het huis. In dat jaar werd Edzard Willem Lewe eigenaar. Gedurende de 19e eeuw werd de woning door verschillende burgemeesters bewoond. Het schultenhuis was dus in die periode een burgemeestershuis.
In 1893 werd het pand door de gemeente gekocht van burgemeester Engelke J.A. Timmerman. Hij kon in het huis blijven wonen tot zijn dood in 1895. Op 11 mei 1896 werd het Nijsinghhuis in gebruik genomen als gemeentehuis. Toen in 1939 in Paterswolde een nieuw gemeentehuis in gebruik kon worden genomen, deed het Nijsinghhuis slechts dienst als onderkomen voor delen van de gemeentelijke organisatie.
In 1971 kon verder verval van het historische pand worden voorkomen doordat de gemeente huis verkocht aan het echtpaar Van Groeningen voor de symbolische prijs van één gulden onder voorwaarde van volledige restauratie. De restauratie startte in 1972. Niet alleen het huis, maar ook de tuinen werden in ere hersteld.
[bewerk] Kunst in het Nijsinghhuis
In 1983 startte [[Matthijs Röling) met schilderingen in de huidige ‘blauwe kamer’, gevolgd door schilderingen in de bibliotheek. Wout Muller voorzag het achterhuis van een erotisch kabinet. Hij en Matthijs Röling schilderden op het plafond van de hal een sterrenhemel. Ook kunstenaars als Clary Mastenbroek, Olga Wiese en Pieter Pander leverden bijdragen door wandschilderingen in verschillende vertrekken. De beschilderde benedenruimtes zijn op enkele dagen per jaar voor het publiek toegankelijk.
Toen in de gemeente Eelde in 1990 plannen lanceerde voor de bouw van een flatgebouw tussen het Nijsinghhuis en de historische kerk, deden de Jos van Groeningen en zijn vrouw Janneke van Groeningen-Hazenberg een tegenvoorstel. Op de plaats van het geplande flatgebouw wilden zij een museum voor figuratieve kunst bouwen. Het echtpaar Van Groeningen riep de Stichting Het Nijsinghhuis in leven. Ze slaagden er in de nodige fondsen te verwerven voor een driedelig plan bestaande uit het Nijsinghhuis, het Museum de Buitenplaats en een museumtuin. Dit plan werd door de gemeente Eelde goedgekeurd. In 1996 werd het museum door Koningin Beatrix geopend. In 2000 werd de tuin opengesteld voor het publiek.
[bewerk] Bronnen
Bronnen, noten en/of referenties: |
|