Middag (tijd)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De benaming middag wordt bij het bepalen van de tijd gebruikt voor twee zaken:

• het midden van de dag om 12 uur 's middags, waarop de zon haar hoogste punt heeft bereikt.
• het deel van de dag na de ochtend en voor de avond, dus van 12 uur 's middags tot 6 uur 's avonds (dit geldt niet voor alle landen). Deze tijd wordt ook wel namiddag genoemd. Dit is formeel de periode tussen 12 uur en zonsondergang, maar wordt in het dagelijks spraakgebruik vaker voor het tweede deel van de middag (na 3 uur) gebruikt.

De middag is over het algemeen het warmste deel van de dag. Dit komt voornamelijk doordat de zon in de ochtend al begint te schijnen en in de avond daalt. De middag is warmer dan de avond omdat de stand van de aarde er voor zorgt dat er meer van de atmosfeer tussen de aarde en de zon zit. Hierdoor kan de aarde minder warmte ontvangen. Rond twaalf uur is de hoeveelheid atmosfeer tussen aarde en zon het minst wat leidt tot een hogere temperatuur.

De middag is meestal ook belicht. Dit komt ook door de zon. Uitzonderingen zijn het optreden van een zonsverduistering of de wintermaanden van de poolgebieden. De zon komt dan helemaal niet op.

Tijdens de middag is het gebruikelijk om mensen te groeten door ze een goede middag toe te wensen. Dit vervangt dan de ochtendgroet, "goedemorgen".

[bewerk] Tussen de middag

Met tussen de middag wordt de periode rond 12 uur bedoeld, in het bijzonder de middagpauze.