Maria Louise van Hessen-Kassel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maria Louise van Hessen-Kassel (Kassel, 7 februari 1688 - Leeuwarden, 9 april 1765) bijgenaamd 'Marijke Meu' was de dochter van Karel Lodewijk van Hessen-Kassel en Maria Anna van Koerland. Omdat zij in Friesland heel populair was, werd zij muoi (het friese woord voor tante) genoemd.
Na het vroegtijdig overlijden van haar echtgenoot Johan Willem Friso, in 1711, nam zij tijdens de minderjarigheid van zijn postuum geboren zoon, Willem IV, het stadhouderschap van Friesland, Groningen en Drenthe waar (tot 1731). In 1730 liet zij voor zich zelf het buitenverblijf Marienburg bouwen. Zij bewoonde het Princessehof, een stadspaleis in 1731 aangekocht. Maria Louise had een belangrijke porseleincollectie. Tegenwoordig is in het Princessehof het nationaal keramiekmuseum gevestigd.
In 1734 trouwde haar zoon met Anna van Hannover, met wie zij niet goed overweg kon. In 1747 werd Willem IV van Oranje-Nassau ook stadhouder van de andere gewesten van de Republiek. Toen hij in 1751 overleed, was zijn zoon Willem V nog maar drie jaar oud. Marijke Meu nam het regentschap over van haar schoondochter, Anna van Hannover, die in 1759 overleed.
[bewerk] Huwelijk en kinderen
Maria Louise trouwde op 26 april 1709 te Kassel met Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711). Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Anna Charlotte Amalia (1710-1777), gehuwd met Frederik van Baden-Durlach (1703-1732). Anna Charlotte werd krankzinnig.
- Willem IV Karel Hendrik Friso (1711-1751), gehuwd met Anna van Hannover (1709-1759)