Lodewijk de Stamelaar
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
846-879 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Graaf van Meaux | ||||||
|
||||||
Koning der Franken | ||||||
|
||||||
|
Lodewijk II (1 november 846 – Compiègne, 10 april 879) van West-Francië der Franken, bijgenaamd ‘de stamelaar’ of 'de stotteraar' (Fr. le Bègue), behoort tot het geslacht der Karolingen. Hij was een zoon van Karel de Kale en Ermentrudis van Orléans. Hij werd in 856 onderkoning van Maine, in 862 graaf van Meaux en in 867 van Aquitanië en volgde in 877 zijn vader op als Koning van West-Francië.
[bewerk] Huwelijken
Lodewijk II huwde op 1 maart 862 met Ansgardis van Bourgondië (ca. 840 - 2 november 880/882), een dochter van Graaf Harduin. Uit dit huwelijk werden geboren:
- Lodewijk III der Franken (ca. 863 – 5 augustus 882)
- Carloman der Franken (ca. 867 – 6 december 884)
- Gisela der Franken (ca. 870 - 12 december 884), gehuwd met Robert van Troyes
- Ermentrudis (ca. 875 - ?), gehuwd met Everhard van Friuli.
Omstreeks 875 huwde Lodewijk II met Adelheid van Parijs (tussen 855 en 860 – ca. 10 november 901) (dochter van Paltsgraaf Adalhard). Uit dit huwelijk werden geboren:
- Irmtrud der Franken, (ca. 877 - ca. 910)
- Karel III 'de Eenvoudige' van West Francië (17 september 879 – Péronne, 7 oktober 929), gehuwd met Eadgifu van Engeland, dochter van Edward de Oudere
[bewerk] Koningschap
Hij werd door zijn vader, Karel II bijgenaamd 'de Kale' aangesteld tot koning in Maine in 856 en, als zijn beoogd opvolger, tot (onder-)koning van Aquitanië in 867. Lodewijk schonk, nadat hij de dood van zijn vader had vernomen, tal van kloosters, graafschappen en domeinen weg om aanhang te winnen, wat de koninklijke macht verkleinde en wat bijna tot een burgeroorlog leidde met de uit Italië terugkerenden. Hij werd na bemiddelend optreden van aartsbisschop Hincmar van Reims door deze gekroond te Compiègne op 8 december 877. Een jaar later werd hij ook door paus Johannes VIII gekroond (met uitzicht op een latere keizerskroning in Rome) te Troyes op 7 september 878. Tijdens een samenkomst met zijn neef Lodewijk de Jonge van Oost-Francië tekende Lodewijk het verdrag van Meersen te Voeren (Fr: Fourons) op 1 november 878 en bereidde (voordat een verdergaande samenwerking met de overige Karolingische vorsten werd bereikt) een veldtocht voor tegen het opstandige zuiden van zijn rijk. Lodewijk overleed te Compiègne op Goede Vrijdag 10 april 879 en werd op 11 april aldaar begraven in het klooster van Notre-Dame. Hij werd opgevolgd door zijn twee oudste zoons uit zijn eerste huwelijk. Deze overlijden echter beiden kinderloos op jonge leeftijd. Als Carloman in 884 overlijdt aan een beenwond, opgelopen tijdens de jacht, nodigen de edelen van West-Francië de Oost-Frankische koning Karel III, bijgenaamd 'de Dikke' uit om ook West-Francië over te nemen. Karel III wordt echter na twee jaar afgezet als keizer van de Franken. Op basis van de erfopvolging zou de jongste zoon van Lodewijk II (Karel III 'de eenvoudige') op dat moment aanmerking komen voor het koningschap, maar omdat hij veel te jong en te zwak is, geven de West-Frankische edelen de voorkeur aan Graaf Odo Capet van Parijs (een niet-Karolinger) omdat hij heeft bewezen dat hij de Noormannen kan verslaan.