Lodewijk Rogier
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ludovicus Jacobus Rogier, roepnamen Louis en Lodewijk (Rotterdam, 26 juli 1894 – Groesbeek, 30 maart 1974) was een Nederlands historicus. Zijn belangrijkste werk is Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw (1945-1947).
Rogier volgde de kweekschool en haalde in 1919 de middelbare akte Nederlands. Ook volgde hij een M.O.-opleiding geschiedenis aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam. Vanaf 1913 tot 1919 was Rogier onderwijzer; van 1919 tot 1947 was hij docent Nederlands aan de gemeentelijke hbs in Rotterdam. Naast neerlandicus was Rogier ook historicus, hoewel hij voor dit vak geen formele opleiding heeft afgerond. In 1930 publiceerde hij bij de opening van de nieuwe Sint Antonius Abtkerk in Delfshaven zijn boek Geschiedenis van katholiek Delfshaven. In 1933 werd dit werk gevolgd door het boek Aan de monden van Rotte en Schie over de geschiedenis van Rotterdam, Delfshaven en Schiedam.
Van 1945 tot 1947 werkte Rogier aan de Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw. De Katholieke Universiteit Nijmegen verleende Rogier na publicatie van dit werk een eredoctoraat (het eerste uit haar geschiedenis) en benoemde hem tot hoogleraar. Dit hoogleraarschap heeft Rogier tot 1965 bekleed. In 1955 won Rogier als eerste historicus de P.C. Hooftprijs.