Levende Kerk
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Levende Kerk | |
---|---|
Indeling | |
Hoofdstroming | Oosters-orthodox |
Voortgekomen uit | Russisch-orthodoxe Kerk in 1922 |
Afsplitsingen | Geen, stukgelopen in de 20e eeuw |
Aard | |
Locatie | Sovjet-Unie |
Levende Kerk (ook genaamd Renoverende Kerk of Synodale Kerk, Russisch: Zhivaia Tserkov), was tijdens de eerste jaren van de Sovjet-Unie een afsplitsing van de Russisch-orthodoxe Kerk.
De Levende Kerk werd in 1922 gesticht en ontving steun van de communistische regering. De leiders van de Levende Kerk, vroegere Orthodoxe priesters en geestelijken, lieten zich verkiezen tot bisschop of metropoliet van hun nieuwe, in hun ogen "ware" Orthodoxe Kerk. De voorlieden van de Levende Kerk, de priesters Aleksandr Ivanovitsj Vvedenski, Vladimir Dmietrivitsj Krasnitski en metropoliet Antonin Granovski, keerden zich tegen de leer van de Drie-eenheid, tegen het dogma dat Maria de Moeder Gods is en tegen de kinderdoop en het kerkelijk huwelijk. Daarnaast verwierp men de Russisch-Orthodoxe hiërarchie. Men was voorstander van getrouwde priesters en bisschoppen. De leiders van de Levende Kerk werkten nauw samen met de Sovjetautoriteiten en waren voorstanders van een bezitloze kerk.
De Levende Kerk liep stuk op gebrek aan steun onder de bevolking. De kerkleiders van de Levende Kerk werden spottend "Rode Priesters" genaamd.
Zie ook: